direct naar inhoud van Artikel 14 Groen
Plan: Buitengebied Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20080358-0003

Artikel 14 Groen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenstroken, plantsoenen, waterpartijen, -lopen, -bergingen, wadi's, infiltratiestroken en andere voorzieningen in het kader van de waterbeheersing;
  • b. landschappelijke waarden;
  • c. in- en uitritten, wandel- en fietspaden;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. ondergrondse infrastructurele voorzieningen (hoogspanningsverbindingen en hoge druk aardgastransportleidingen uitgezonderd);
  • f. bij deze doeleinden behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, straatmeubilair en andere werken.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor Groen aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 14.1.
  • b. Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 14.2.2, 14.2.3 en 14.2.3, mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot. Het in de vorige volzin bepaalde geldt niet voor bouwwerken, die zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan en niet krachtens de overgangsbepalingen van dat plan waren toegestaan.

14.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Gebouwen zijn niet toegestaan.
  • b. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn slechts toegestaan ten dienste van de onder 14.1 genoemde bestemmingsomschrijving. De bouwhoogte mag maximaal 5 meter bedragen.

14.2.3 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van nutsvoorzieningen geldt, in afwijking van het bepaalde in 14.2.2 en 14.2.4, de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een bouwwerk mag maximaal 25 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte 5 meter bedragen.

14.2.4 Overige, niet eerder genoemde, bouwwerken

Voor het bouwen van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggenmasten en lichtmasten bedraagt maximaal 8 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.
14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. opslag op onbebouwde gronden;
  • b. een gebruik als parkeerterrein.