direct naar inhoud van 2.2 Locatiekeuze
Plan: Usseler Es 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20070132-0004

2.2 Locatiekeuze

In deze paragraaf wordt eerst het gevolgde proces om tot een locatiekeuze te komen beschreven: van de "Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra" tot en met de "Omgevingsvisie Overijssel (2009)". Daarna wordt in paragraaf 2.2.2 de motivering voor de keuze om de Usseler Es (noordelijke deel) als modern gemengd bedrijventerrein te ontwikkelen besproken.

2.2.1 Gevolgd proces van de locatiekeuze

De keuze om te komen tot een modern-gemengd bedrijventerrein is het resultaat van een langdurige zoektocht. Het gevolgde proces wordt hieronder in chronologische volgorde weergegeven.

Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX)

Deze nota gaat o.a. in op de ruimtelijke ontwikkelingen in Twente. De stedelijke gebieden van Enschede, Hengelo en Almelo zijn aangemerkt als stadsgewest "De Stedenband Twente". De ontwikkeling van Enschede/Hengelo als euregionaal stedelijk knooppunt verdient bijzondere aandacht. Dergelijke knooppunten fungeren als concentratiepunt voor wonen, werken en voorzieningen. De taakstellingen, die deze knooppunten hebben meegekregen zijn:

  • Vervullen van motorfunctie voor de regionale economie;
  • Verzorgen van een hoogwaardig (eu)regionaal voorzieningenniveau;
  • Verzorgen van een aansluiting op regionale en (inter)nationale infrastructuur;
  • Vervullen van een voorbeeldfunctie voor de inrichting van de openbare ruimte.

De locatie Usseler Es (noordelijke deel) ligt binnen het euregionaal stedelijk knooppunt Enschede-Hengelo en ligt tevens binnen het gebied van de "Stedenband Twente".

Milieueffectrapport Stadsgewest Twente

Het Milieueffectrapport (MER) Stadsgewest Twente is in 1995 opgesteld. Het betreft een locatie-m.e.r. ten behoeve van woon- en bedrijvenlocaties binnen het stadsgewest Twente. De milieu-effectrapportage (m.e.r.) is op vrijwillige basis uitgevoerd ter ondersteuning van verschillende plandocumenten, zoals de Intergemeentelijke Structuurschets Hengelo/Enschede en de Partiële herziening van het Streekplan Twente 1990.

Het resultaat is een kaart van het stadsgewest met daarop het zoekgebied voor nieuwe woningbouw- en/of bedrijvenlocaties.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.20070132-0004_0005.png"

Figuur 5: Zoekgebied woningbouw- en/of bedrijvenlocaties (MER Stadsgewest , Twente 1995). Met 'harde randvoorwaarden' wordt het gebied bedoeld dat wordt uitgesloten als zoekgebied. Daarbij valt te denken aan bestaande bebouwing en infrastructuur en natuur- en landschap.

Uit het voorgaande blijkt, dat de Usseler Es (noordelijke deel) een relatief geschikte locatie is voor de toekomstige ontwikkeling van woningbouw én als bedrijventerrein. De relatieve geschiktheid van de Usseler Es (noordelijke deel) binnen Enschede is voor woningbouw groter dan voor een functie als bedrijventerrein (volgens het Milieueffectrapport Stadsgewest Twente).

Intergemeentelijke structuurschets Enschede/Hengelo (IGS) 1996

Mede op basis van de uitkomsten van het MER Stadsgewest Twente (1995) is de Intergemeentelijke structuurschets Enschede/Hengelo (1996) opgesteld. De locatie Usseler Es (noordelijk deel) is zowel voor woningbouw als voor bedrijventerrein relatief geschikt. Op grond hiervan is de locatie Usseler Es (noordelijk deel) op de plankaart algemener aangeduid als 'zoekrichting toekomstige verstedelijking'. Daarbij wordt gezegd dat nader onderzoek op termijn antwoord dient te geven op de vraag of en hoe de functie wonen kan worden gerealiseerd.

Bestemmingsplan Buitengebied 1996

De Usseler Es (noordelijke deel) is in het bestemmingsplan Buitengebied 1996 conserverend bestemd. Ongeveer 95 % is bestemd als "agrarisch gebied met landschappelijke waarden". De overige 5 % is bestemd als "bos".

Streekplan Twente 1990, partiële herziening stadsgewest Twente 1997

De resultaten uit het MER Stadsgewest Twente en de stedelijke ontwikkelingen, zoals vervat in de Intergemeentelijke Structuurschets Enschede/Hengelo, zijn nagenoeg op dezelfde wijze opgenomen in het Streekplan Twente 1990, partiële herziening stadsgewest Twente (1997). De beoogde stedelijke ontwikkeling was op deze wijze verankerd in een formeel plan in het kader van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De Usseler Es (noordelijke deel) is daarbij globaal aangegeven als "toekomstig stedelijk gebied wonen".

Mogelijkheden, visies en plannen met betrekking tot de stedelijke ontwikkeling, zijn vanaf het einde van de jaren '90 opnieuw onderzocht en doorvertaald. De volgende eind- en achtergronddocumenten zijn daarbij opgesteld.

Bedrijventerreinenvisie / Maatwerkconvenant Grotestedenbeleid

De provincie Overijssel heeft in 1997 een "Bedrijventerreinenvisie" uitgebracht. De provincie onderstreept het belang van goede bedrijventerreinen als middel om de internationale concurrentiepositie te versterken. In december 1999 hebben de gemeente Enschede, andere regiogemeenten, provincie en Rijk het 'Maatwerkconvenant Grotestedenbeleid (GSB)' ondertekend. Het convenant bevat afspraken voor de periode 1999-2004 over de economische, fysieke en sociale structuurversterking van Enschede. Tevens zijn in dit kader afspraken gemaakt over te ontwikkelen bedrijventerreinen binnen de regio Twente. De gemeente Enschede zal zich onder andere toeleggen op het bieden van vestigings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven die zich reeds binnen Enschede hebben gevestigd en niet al te grootschalig zijn. Het convenant heeft in de huidige 3e GSB-periode een vervolg gekregen (2005-2009) waarbij opnieuw afspraken zijn gemaakt over locaties voor bedrijven.

Eind 2006 is het provinciale project Vitale bedrijventerreinen gestart. Hierin is vooral gekeken naar herstructurering van terreinen, maar hierin is ook beleid geformuleerd ten aanzien van nieuwe locaties. Op 5 april 2007 heeft de gemeente Enschede een convenant met de provincie afgesloten ten aanzien van het uitvoeren van de eerste fase van dit project, te weten de "Herstructurering Havengebied". Dit convenant krijgt een vervolg in de zomer van 2009 waarin vergaande afspraken bestuurlijk worden vastgelegd in het kader van het provinciaal beleid t.a.v. bedrijvenlocaties en de Omgevingsvisie.

Ondernemen in Enschede. De toekomstvisie Enschede 2010

In "Ondernemen in Enschede. De toekomstvisie Enschede 2010" (juni 1999) heeft het gemeentebestuur van Enschede zijn ambities voor de komende jaren uit de doeken gedaan. De noodzaak werd uitgesproken voor ontwikkeling van een nieuw modern gemengd bedrijventerrein van circa 80 ha netto. Bij het raadsbesluit van 17 april 2000 is de motie aangenomen dat op de Usseler Es (noordelijke deel) geen 80 maar 60 ha netto mag worden ontwikkeld. De ruimtelijke ordenings aspecten zijn uitgewerkt in de latere RO-visie "Enschede biedt ruimte voor de toekomst" (2001). De ambities zijn gericht op het versterken van het zelfgenererend vermogen van de stad en haar inwoners. De locatie Usseler Es (noordelijke deel) is aangeduid als "alternatieve uitbreidingslocatie in onderzoek". Daarbij wordt aangegeven dat, mede afhankelijk van de locatiekeuze voor een "modern gemengd bedrijventerrein" op de Usseler Es (noordelijke deel), eventueel ook kleinschalige suburbane woongebieden en villa's in het groen kunnen worden ontwikkeld.

De voorkeur voor woningbouw op de Usseler Es (noordelijke deel) uit de eerdere Intergemeentelijke structuurschets Enschede/Hengelo en de streekplanherziening uit 1997 kwam daarbij ter discussie te staan. Dit kwam doordat de afspraak werd gemaakt dat de gemeente Enschede haar eigen 'modern gemengd bedrijventerrein' zou realiseren. De behoefte daaraan is groot en andere al geschikt bevonden locaties zijn reeds gerealiseerd of in ontwikkeling. De Usseler Es (noordelijke deel) kwam ook als geschikte locatie voor bedrijventerrein uit de bus. Volgens de Toekomstvisie resteerden er nog twee locaties van voldoende omvang, waar eventueel een 'modern gemengd bedrijventerrein' ontwikkeld kon worden: Usseler Es (noordelijke deel) en Euregio-Noord-plus.

Effectenstudie 'modern gemengd bedrijventerrein' Enschede (2000)

Als vervolg op de Toekomstvisie, zoals hiervoor genoemd, zijn nadere studies verricht naar met name nieuwe bedrijfslocaties. In de "Effectenstudie modern gemengd bedrijventerrein Enschede" (Grontmij, maart 2000) zijn twee locatiemodellen beoordeeld.

  • De compacte variant, bestaande uit 60 hectare netto bedrijventerrein op de Usseler Es (noordelijke deel) en
  • de combinatievariant, bestaande uit 80 hectare netto bedrijventerrein op de locaties Usseler Es (noordelijke deel) en Euregio-Noord aangevuld met het terrein in de bocht van de Euregioweg/ Oostweg en een strook ten zuiden van de spoorlijn Enschede – Gronau tussen het bestaande bedrijventerrein Euregio en de woonbuurt Dolphia. Voor de Usseler Es (noordelijke deel) werd bedrijvigheid bedacht langs de A35, woningbouw op ruimere kavels passend in het landschap langs de Usselerrondweg en vrijwaring van bebouwing van het centrale deel van de Usseler Es.

De aanbeveling van dit rapport luidde om de verdere discussies over het bieden van ruimte voor de doelgroep moderne gemengde bedrijvigheid toe te spitsen op de Usseler Es (noordelijk deel).

Matrix beoordelingsaspecten locaties "modern gemengd bedrijventerrein" (2000)

Naast de Effectenstudie, met daarin de twee genoemde alternatieve modellen, zijn in dezelfde periode nog een tweetal alternatieve locaties voor een modern gemengd bedrijventerrein onderzocht en vergeleken met de Usseler Es (noordelijke deel). Het betrof de locaties Boeldershoek-Oost/Twekkelo en Glanerbrug-Noord. De locatie Euregio-Noord is als vijfde alternatief aan de hand van dezelfde criteria onderzocht. Op basis van de hiervoor genoemde Matrix en de Effectenstudie voor 5 alternatieve locaties kan het volgende worden geconcludeerd.

Glanerbrug-Noord valt af vanwege het feit dat het geen zichtlocatie is en dat de locatie niet aansluit bij de bestaande stad, het buiten de gemeentegrens ligt, verbetering van de A1 noodzakelijk is en het een waardevol landbouwgebied is met een kwetsbare waterhuishouding en een broedgebied voor weidevogels. Boeldershoek-Oost/Twekkelo valt af omdat de locatie buiten de gemeentegrens ligt, er een nieuwe aansluiting op de A35 nodig is, een winningsgebied van Akzo Nobel in exploitatie is, en het een waardevol cultuurlandschap is met een hoge belevingswaarde en een belangrijk stedelijk uitloopgebied. De andere alternatieven vallen af op grond van de totaal-beoordeling volgens de matrix in respectievelijk de "Effectenstudie 'modern gemengd bedrijventerrein' Enschede" en de nota "Beoordeling Locatie Euregio-Noord". De locatie Usseler Es (noordelijke deel) blijkt beter geschikt te zijn voor een modern gemengd bedrijventerrein dan de overige alternatieven. Hierbij dient nog te worden opgemerkt dat Euregio-Noord en Euregioweg/Oostweg inmiddels worden ingevuld als bedrijventerrein en op de strook ten zuiden van de spoorlijn tussen Euregio en Dolphia woningbouw wordt ontwikkeld. Deze locaties zijn dus niet meer vrij om ontwikkeld te worden voor een modern gemengd bedrijventerrein.

Ruimtelijke ontwikkelingsvisie: Enschede biedt ruimte voor de toekomst (2001)

Mede naar aanleiding van de hiervoor beschreven Effectenstudie en Matrix is de eerder genoemde ruimtelijke ontwikkelingsvisie "Enschede biedt ruimte voor de toekomst" door de gemeenteraad van Enschede vastgesteld (juli/november 2001). De locatie Usseler Es (noordelijke deel) is daarin opgenomen als 'uitbreidingslocatie', ten behoeve van een 'modern gemengd bedrijventerrein'. Bij het raadsbesluit van 17 april 2000 is de RO-visie vrijgegeven voor inspraak en is tevens de motie aangenomen dat op de Usseler Es (noordelijke deel) geen 80 ha maar 60 ha netto mag worden ontwikkeld.

De ontwikkelingsvisie is op 2 juli 2001 door de gemeenteraad van Enschede vastgesteld, met uitzondering van de voornoemde aanwijzing van Usseler Es (noordelijke deel). De besluitvorming Usseler Es (noordelijke deel) werd op moment aangehouden in verband met de afwikkeling met de daarop betrekking hebbend referendum, dat door de "Vereniging tot Behoud van Usselo en de Usseleres" was aangevraagd. Op 17 oktober 2001 zijn in totaal ruim 115.000 mensen opgeroepen om hun stem uit te brengen met betrekking tot de toelaatbaarheid van de ontwikkeling van een 'modern gemengd bedrijventerrein' op het Usseler Es (noordelijke deel). Ruim 30.000 mensen brachten hun stem uit en daarmee bedroeg het opkomstpercentage ruim 26 %. Het referendum was geldig indien dit opkomstpercentage meer dan 60 % bedroeg. Het gehouden referendum werd daarom als ongeldig aangemerkt. Overigens stemden 85 % van de mensen, die wel hebben gestemd, 'tegen'.

Op 20 november 2001 heeft de gemeenteraad alsnog besloten tot aanwijzing van het Usseler Es (noordelijke deel) als (zoek)locatie voor een nieuw 'modern gemengd bedrijventerrein' in het kader van de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie.

Streekplan Overijssel 2000+

Volgens het Streekplan 2000+ van de provincie Overijssel kan zich vinden in de door de gemeente Enschede gemaakte afweging en keuze inzake de functie van Usseler Es (noordelijke deel) zoals neergelegd in de RO-visie. Dit past binnen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen op provinciaal niveau. Usseler Es (noordelijke deel) wordt op de functiekaart aangegeven als "grote werklocatie 2010", wat betekent dat voor die datum de locatie in ontwikkeling genomen dient te worden. De Usseler Es (noordelijke deel) krijgt geen expliciete zwaarwegende natuur- en/of cultuurhistorische waarden toegekend in het streekplan. Het streekplan bevat geen concrete beleidsbeslissingen met betrekking tot de ontwikkeling van een 'modern gemengd bedrijventerrein' op de Usseler Es (noordelijke deel).

Omgevingsvisie Overijssel

In de Omgevingsvisie Overijssel (2009) is op blz. 149 de Usseler Es aangewezen als gepland bedrijventerrein. Volgens de Omgevingsvisie is een gepland bedrijventerrein een hard plan indien een ontwerp-bestemmingsplan met goed gevolg het vooroverleg heeft doorlopen en dat dus ter inzage kan worden gelegd. Het bestemmingsplan "Usseler Es 2008" heeft met goed gevolg het vooroverleg doorlopen en is derhalve een hard plan.

2.2.2 De locatiekeuze van de Usseler Es

De locatiekeuze van het noordelijk deel van de Usseler Es is gebaseerd op een beoordeling van vijf mogelijke locaties, te weten: Boeldershoek-oost/Twekkelo, Glanerbrug-Noord, Euregio-Noord, de locatie Euregio-Noord-plus in combinatie met een noordelijk deel van de Usseler Es (noord) en de gehele noordelijke Usseler Es. Alle locaties zijn beoordeeld op de volgende criteria:

  • de beschikbare ruimte;
  • de ligging;
  • de bereikbaarheid;
  • waarden op het gebied van landschap, waterhuishouding en ecologie;
  • toepassingsmogelijkheden van duurzaamheidprincipes;
  • bestuurlijke haalbaarheid en
  • continuïteit van beleid.

De argumenten, die uit deze beoordeling naar voren komen om voor de Usseler Es (noordelijke deel) te kiezen (volgens de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie "Enschede biedt ruimte voor de toekomst [2001]" en het raadsbesluit d.d. 17 april 2000) zijn:

  • De Usseler Es (noordelijk deel) ligt direct aan de A35 en aan het toekomstige knooppunt met de A18/35; het gaat om een zichtlocatie aan één van de twee stadsentrees; er kan hier een uitstekend vestigingsklimaat voor een modern gemengd bedrijventerrein worden ontwikkeld;
  • De Usseler Es (noordelijk deel) sluit direct aan bij de bestaande stad, en bij bestaande en te ontwikkelen bedrijventerreinen (Marssteden en Josink Es);
  • De ontwikkeling van deze locatie lijkt op voorhand haalbaar omdat:
    • 1. de locatie in zijn geheel binnen de gemeentegrenzen ligt;
    • 2. er ten gevolge van deze locatiekeuze niet onmiddellijk extra zware ingrepen en investeringen nodig zijn voor grootschalige infrastructuur. Daarnaast zullen voor de langere termijn naar verwachting wel aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van Enschede-West en wordt het tracé van de N18 aangepast;
    • 3. er op dit moment nog invloed mogelijk is op de manier waarop de zoutwinning van Akzo Nobel in dit gebied plaatsvindt;
  • De locatie heeft bepaalde waarden: het gaat om waardevolle landbouwgrond en om waardevol cultuurlandschap met hoge cultuurhistorische, aardkundige en archeologische waarde. Het feit echter dat de es door een aantal grootschalige infrastructurele elementen wordt doorsneden en begrensd (A35, hoogspanningsleiding en Westerval), vermindert reeds het belang ervan en beperkt de belevingswaarde en de functie als uitloopgebied van de es. De es maakt hierdoor feitelijk al onderdeel uit van het stedelijk gebied van Enschede.

De locatiekeuze in het raadsbesluit van 17 april 2000 is vooral gebaseerd op de bovengenoemde rapporten "Beoordeling locatie Euregio-Noord (Grontmij, november 1999) en "Effectenstudie Modern gemengd bedrijventerrein" (Grontmij, H+N+S, Kolpron, maart 2000). De aanbeveling van dit laatste rapport luidde om de verdere discussies over het bieden van ruimte voor de doelgroep moderne gemengde bedrijvigheid toe te spitsen op de Usseler Es (noordelijk deel). Verder werd aanbevolen als aanvulling hierop eveneens het terrein in de bocht van de Euregioweg / Oostweg en de strook ten zuiden van de spoorlijn Enschede-Gronau tussen het bestaande Euregio-bedrijventerrein en de woonbuurt Dolphia te betrekken. Ook werd aanbevolen om de locatie Euregio-Noord in het vervolg buiten beschouwing te laten.

Verder is in het genoemde rapport "Effectenstudie Modern gemengd bedrijventerrein" het hierna volgende geconcludeerd (eindconclusie 1) m.b.t. de effecten van de twee varianten (de compacte variant en de combinatievariant) op de groene waarden (landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische / archeologische waarden) en met betrekking tot de vraag "in hoeverre de kernkwaliteiten van de Usseler Es (noordelijke deel) kunnen worden behouden":

  • a. De combinatievariant biedt in vergelijking met de compacte variant geen betere garanties voor het bewaren van de kernkwaliteiten van de Usseler Es (noordelijke deel).
  • b. Ook bij de compacte variant is ruimte om bij de inrichting van de Usseler Es (noordelijke deel) belangrijke relicten (onderdelen) van de groene waarden (bijvoorbeeld erven met beplanting) te sparen en zorgvuldig in te passen.
  • c. In het kader van het denken over alternatieven voor de Usseler Es zijn twee verdergaande denkrichtingen (concepten) ontwikkeld: "Rand" en "Midden". Deze concepten gaan uit van transformatie van de es als geheel in een bedrijventerrein waarbij de belangrijkste kenmerken van de es worden ingezet als ordenend principe. Deze voor de Usseler Es als geheel ontwikkelde denkrichtingen "Rand" en "Midden" kunnen als inspiratie worden gebruikt bij het verdere ontwerp van de compacte variant.
  • d. Het geheel aan negatieve effecten op groene waarden (landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische/archeologische waarden) is bij de combinatievariant op beide locaties gezamenlijk beduidend groter dan bij de compacte variant.

Geconcludeerd werd verder (eindconclusie 2) op de vraag hoe de vestigingsmilieus respectievelijk aan de westzijde (Usseler Es) en oostzijde (Euregio-Noord-plus) van de stad zich verhouden tot de vraag naar modern gemengd bedrijventerrein en woonmilieus en of deze locaties voldoende ruimte bieden voor de benodigde 80 ha netto modern gemengd bedrijventerrein. En hoe deze vestigingsmilieus zich verhouden tot de exploitatiemogelijkheden van de twee varianten:

  • a. De compacte variant past qua profiel beduidend beter dan de combinatievariant op de vraag vanuit de markt naar ruimte voor modern gemengde bedrijvigheid.
  • b. Van de combinatievariant kunnen het gebied in de bocht van de Euregioweg/Oostweg en de strook ten zuiden van de spoorlijn Enschede-Gronau tussen het bestaande Euregio-bedrijventerrein en de woonbuurt Dolphia wel worden benut voor de ontwikkeling van bedrijventerrein.
  • c. Geconcludeerd kan worden dat op basis van normatieve berekeningen de planeconomische haalbaarheid van de compacte variant aanmerkelijk groter lijkt dan die van de combinatievariant.
  • d. De combinatievariant (woningbouw langs de Usselerondweg) sluit aan bij de vraag naar dergelijke woonmilieus, echter de vraag is in hoeverre woningbouw op korte termijn gerealiseerd kan worden in relatie tot de plannen van Akzo Nobel (zoutwinning).

De eindconclusie 3 geeft antwoord op de vraag hoe de beide varianten scoren ten aanzien van de beoordelingscriteria uit de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Enschede:

  • a. De compacte variant scoort over het geheel genomen beter op de beoordelingscriteria uit de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Enschede dan de combinatievariant.

De rapporten "Beoordeling locatie Euregio-Noord (Grontmij, november 1999) en "Effectenstudie Modern gemengd bedrijventerrein" (Grontmij, H+N+S, Kolpron, maart 2000), zijn als Bijlage 14 bij deze Toelichting onder "Onderzoeken locatiekeuze" gevoegd.