direct naar inhoud van 4.1 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Kerkplein 1 Bathmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P285-VG01

4.1 Archeologie en cultuurhistorie

4.1.1 Archeologie

Voor het gehele plangebied geldt een hoge archeologische verwachtingswaarde. In deze paragraaf wordt per tijdsperiode aangegeven welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en welke opgravingen zijn gedaan. Aan de hand van deze informatie is de archeologische verwachtingskaart gemaakt.

Het dorp Bathmen is waarschijnlijk ontstaan uit een aantal verspreide erven die uitgroeiden tot een dorp rond de kerk. Archeologisch zijn er twee erven aan te wijzen op de Bathmense enk die van de 9de eeuw tot in de 16de eeuw op dezelfde plaats blijven liggen. In de omgeving van de kerk zijn er aanwijzingen voor erven vanaf de 11de/12de eeuw. Deze middeleeuwse erven hebben in elk geval aan de Brink en de Dorpsstraat en Deventerweg gelegen.

In 1996 werden tijdens een proefonderzoek op de Bathmense Enk de resten van middeleeuwse erven, daterend van de tweede helft van de 9de tot het begin van de 13de eeuw, aangetroffen. In 1996 werd in een bouwput aan de Dorpsstraat een boerderijplattegrond uit de late middeleeuwen waargenomen. Direct naast de kerk werden in 2005 plattegronden van schuren en bijgebouwen uit de 14de en 15de eeuw aangetroffen.

Ten noorden van de kerk stond vanaf de 19de eeuw de pastorie. De eerste vermelding hiervan is te vinden op de kadastrale kaart uit 1832.

Over het ontstaan van de dorpskern van Bathmen is archeologisch weinig bekend. Daarom is de dorpskern, de zone van 150 meter rond de kerk en de zones langs de Brink, Dorpsstraat en Deventerweg, één van de drie belangrijkste archeologische zones in Bathmen, waar bij grondverstoringen altijd archeologisch onderzoek zal plaatsvinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P285-VG01_0008.jpg" Archeologische verwachtingswaarde

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P285-VG01_0009.jpg"

Archeologische verwachtingswaarden inclusief de historische boerderijen

Dubbelbestemming

Ter bescherming en veiligstelling van de op en/of in de grond verwachte archeologische waarden is in het bestemmingsplan een dubbelbestemming 'Archeologisch verwachtingsgebied' opgenomen. Zoals de archeologische verwachtingskaart laat zien, heeft het grootste deel van het grondgebied van Bathmen een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde. Het bouwen van gebouwen en andere werken en het uitvoeren van diverse werkzaamheden is daarom niet zonder meer toegestaan. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat door middel van archeologisch onderzoek wordt aangetoond dat de archeologische waarden van de gronden niet worden verstoord. Ook in de zones met een middelhoge verwachting zal enige vorm van archeologisch onderzoek moeten plaatsvinden. Als bekend is welke delen precies verstoord zullen worden, kan dit nader worden toegespitst. Wanneer de verstoringsdiepte en begrenzing van de graafwerkzaamheden bekend zijn, kan worden bepaald welke vorm van archeologisch onderzoek voor welk deel van het gebied noodzakelijk is. Op de locaties van de 19de eeuwse historische boerderijen is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Een aantal van de boerderijen ligt echter in een gebied met middelhoge verwachting, waar altijd enige vorm van archeologisch onderzoek nodig is in geval van bodemingrepen.

4.1.2 Cultuurhistorie
4.1.2.1 Bathmen

Bathmen is rijk aan prachtige gebouwen in vrijwel ongeschonden straatwanden. De samenhang tussen de hoogte van de straatwanden en de breedte van het straatprofiel is in balans. De oriëntatie van de bebouwing volgt in de regel goed de historische onderligger, zoals de oorspronkelijke verkaveling. Bij het dorpse beeld hoort niet alleen kleinschalige dorpse bebouwing, maar ook ruimte tussen en achter de bebouwing. Het erf is in de beleving van Bathmen één van de belangrijkste dragers van de dorpse identiteit. Door de diepe, losse kavels en de asymmetrische straatwanden is groen altijd zichtbaar. De maat en de diepte van een kavel is daarmee net zo belangrijk voor de dorpse beleving als de bebouwing die op de kavel staat.

In Bathmen is de geldende bebouwingstypologie die van het dorpse woonhuis, traditionele bouw van één à twee lagen met een kap. Grotere volumes zullen hier altijd uit de toon blijven vallen, hoe aangepast vormgegeven ook. Naast deze bescheiden, zelfstandige dorpse architectuur kent Bathmen ook een aantal meer representatieve ensembles. Een ensemble is een samenhangend, groter complex bestaande uit hoofdgebouw en bijgebouwen in een bijbehorend ingericht erf of tuin. Bij deze ensembles geldt dat het geheel meer bedraagt dan de som van de delen. Voorbeelden hiervan zijn het Westerhuis en de pastorie: 19de eeuwse villa’s in een romantische landschapstuin maar ook het moderne ensemble van de basisschool met bijbehorend schoolplein.

4.1.2.2 Het Westerhuis

Het Westerhuis werd in 1870 als burgemeesterswoning gebouwd in de vorm van een zelfstandige villa in een parkachtige tuin. Dit gebeurde gelijktijdig met diverse andere uitbreidingen en moderniseringen in het dorp. De kerk werd in 1870 vergroot en vernieuwd in waterstaatstijl door architect J.A. Gerretsen, getuige het vernieuwde middenschip en de zijbeuken. Ook de pastorie is uit deze periode. Er is een duidelijke ruimtelijk landschappelijke samenhang aangebracht tussen deze drie ensembles. Samen vormen ze een dorps parklandschap, een groene enclave waarin de drie meest formele gebouwen van het dorp zich distantiëren van de omringende, meer dorpse bebouwing.

De villa was voorzien van een koetshuis en had een formele oprijlaan die recht op de entree aankwam. Daarmee had het huis een formele oriëntatie op de Kerkpleinzijde. De tuinzijde met erker en veranda is duidelijk de niet-representatieve, informele kant. Dat de tuinzijde aan de kant van de Dorpsstraat als zijgevel is ontworpen blijkt wel uit de twee spaarvakken die zijn aangebracht in plaats van ramen op de eerste verdieping.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P285-VG01_0010.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P285-VG01_0011.png"

Zijgevel, gericht op de tuin richting Dorpsstraat Voorgevel, gericht op Kerkplein

Het pand is het belangrijkste onderdeel van een complex waar ook tuin en plein bij horen. Typologisch past het beeld van een villa namelijk in het open landschap, en dat maakt de ruimtelijke beleving essentieel.

Het neoclassicistische gebouw is ontworpen als een eenvoudige kubische vorm met twee lagen en een schilddak. Het heeft aan de voorzijde een voorportaal met hoofdingang. Aan de tuinzijde van het hoofdvolume bevinden zich een veranda, een zij-ingang en een erker. Oorspronkelijk bevond zich aan de achterkant ook een uitbouw met een serre.

Aanpassingen aan het Westerhuis

Aan het begin van de vorige eeuw werd aan de kerkzijde van het hoofdvolume een kleinere dienstwoning vergroot tot zijvleugel ten behoeve van de gemeentesecretarie. De villa werd functioneel gesplitst: aan de Kerkpleinzijde werd de gemeentesecretarie gevestigd, aan de tuinzijde werd de villa ingericht als burgemeesterswoning. De burgemeester was in deze tijd tevens gemeentesecretaris. Om de functionele scheiding werk/privé zichtbaar te maken werd de tuin verkleind en beperkte zich nu tot achter- en zijkant van het hoofdvolume. Voor de voorgevel werd de straat verbreed tot een pleintje, zodat de gemeentesecretarie toegankelijk was vanaf de openbare weg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P285-VG01_0012.png"

Voorzijde grenst aan openbare weg

In 1972 werd het gebouw in gebruik genomen als gemeentehuis en verloor het zijn functie als burgemeesterswoning. De raad- en trouwzaal kwam in het voormalige woondeel. De raad had tot op dat moment vergaderd in een zaaltje bij café Boode. De villa werd vergroot met een nieuwe aanbouw aan de achterzijde op de plaats waar daarvoor de serre had gezeten. Later, bij groei van het ambtelijk apparaat, moest opnieuw een aanbouw worden gedaan, ditmaal als dependance in grijs beton. Deze nieuwbouw kwam aan de kerkzijde, zoveel mogelijk verstopt achter het hoofdvolume. Om het gebouwtje aan het oog te onttrekken is aan kant van de kerkring zoveel mogelijk groenblijvende beplanting aangebracht. Door dit gebrek aan oriëntatie en kwaliteit van inrichting en architectuur is beeld van de kerkring ernstig aangetast. Ondanks de functieverschuiving bleef het Westerhuis typologisch nog steeds een traditionele villa. De tuin veranderde echter steeds meer in een bijzondere openbare ruimte waar de gemeenschappelijke dorpsgeschiedenis wordt herdacht. Tot heel recent -het beeld van Belcampo dateert uit 2005- zijn hier beelden en herdenkingsmonumenten geplaatst. Deze beelden en monumenten staan net buiten het plangebied.

Aanbevelingen

Het Westerhuis is beschermenswaardig in haar oorspronkelijke vorm als villa, dat wil zeggen tot aan de verbouwing tot gemeentehuis in de jaren ’70. Hierbij hoort ook de grote tuin die het gebouw statig en imposant in de ruimte plaatst. De tuin zou hersteld moeten worden in haar oorspronkelijke afmetingen. Dat betekent dat de huidige parkeerplaatsen en openbare weg weer bij het erf gaan zouden gaan horen. De gemeentelijke memorabilia zijn hierbij van belang: ze vormen het centrale geheugen van het dorp op een plek die lang gemeentehuis is geweest.

De typische royale schaal van het villa-ensemble maakt het noodzakelijk om verdere verdichting door bebouwing en door het splitsen van de kavel te vermijden. Essentieel is verder dat de ruimtelijke beleving van het erf en het parkachtige karakter van de zij- en achtertuin niet worden aangetast.

Een bedreiging voor het beeld van het ensemble zoals hierboven geschetst, is volparkeren van de erven bij verandering van functie. Bij de verandering naar de functie wonen zal het parkeren echter beperkt zijn en derhalve geen probleem opleveren.

Op dorpsniveau is het van groot belang de ruimtelijke relatie met het Kerkplein te herstellen. De achterkant van het voormalig gemeentehuis is nu verrommeld: het detonerende grijs betonnen noodgebouw, een grote zandhoop, een gemetseld schuurtje, gebruikt als kerststalletje. De ruimtelijke groene samenhang tussen villa en kerkplein is daardoor ernstig aangetast.

Conclusie

Het Westerhuis is aangemerkt als Gemeentelijk Monument.

Door vaststelling van dit bestemmingsplan wordt de bestemming gewijzigd van Maatschappelijk naar Wonen. De noodgebouwen die aan het oorspronkelijke pand zijn gebouwd, worden gesloopt. De tuin wordt heringericht. Het inrichtingsplan voor het perceel zorgt ervoor dat de oorspronkelijke bebouwing weer in ere wordt hersteld. De monumentale status wordt door de functiewijziging niet aangetast. Ook het aanzien vanaf het kerkplein wordt hierdoor verbeterd.

De parkeerplaatsen en de openbare ruimte tussen het Kerkplein en de Dorpsstraat worden niet bij het perceel getrokken. Dit gebied blijft openbaar gebied en in eigendom en beheer van de gemeente.