direct naar inhoud van 4.2 Cultuurhistorie en stedenbouw
Plan: Stadhuiskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P283-VG01

4.2 Cultuurhistorie en stedenbouw

In deze paragraaf wordt eerst in het algemeen ingegaan op de aanwijzing van de binnenstad van Deventer als beschermd stadsgezicht. Vervolgens volgt een stedenbouwkundige en cultuurhistorische beschouwing ten aanzien van planologische strijdigheden die via deze planherziening planologisch mogelijk worden gemaakt.

4.2.1 Beschermd stadsgezicht

Het Stadhuiskwartier bevindt zich in de historische binnenstad van Deventer. Dit is goed te zien op de kadastrale kaart van 1911 op genomen in onderstaande afbeelding. Het plangebied van het Stadhuiskwartier is gelegen in een door het rijk aangewezen beschermd stadsgezicht. Het beschermde stadsgezicht omvat de gehele oude stad binnen de 17de eeuwse begrenzing.

De aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is een erkenning van het bijzondere historische karakter van de binnenstad van Deventer. Het doel is het behoud van bijzondere historische karakteristieken onder andere bij toekomstige ontwikkelingen.

Afbeelding Kadastrale kaart 1911

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P283-VG01_0007.png"

De historische karakteristieken die van belang zijn voor het beschermde stadsgezicht van Deventer zijn het stratenpatroon in samenhang met de schaal van de bebouwing, de profilering en inrichting van de openbare ruimten, de structuur van verkaveling en de bebouwing.

Naast de van belang zijnde historische karakteristieken zijn er ook meer algemene stedenbouwkundige karakteristieken geformuleerd voor de stad als geheel. De algemene karakteristieken in de stad bestaan uit:

  • bebouwing die aaneengesloten is gebouwd en direct grenst aan de straatruimte in een naar de weg gekeerde bebouwingsgrens;
  • bebouwing met in het algemeen 2 á 3 bouwlagen onder een kap;
  • daken die in de oude stad vooral bestaan uit zadeldaken voorzien van voorschilden met hellingen tussen de 45 en 60 graden. De gebouwen zijn vrijwel altijd voorzien van een kap met een nokrichting loodrecht op de straat.

Met betrekking tot de openbare ruimten wordt gesteld dat de stedenbouwkundige karakteristieken gekenmerkt worden door kleinschaligheid in indeling en materiaalgebruik.

Binnen het gevarieerde gebied van de binnenstad zijn de hiervoor genoemde belangen van het beschermde stadsgezicht niet overal gelijk, zoals te zien is op de historisch ruimtelijke waarderingskaart (zie onderstaande afbeelding). Deze kaart is onderdeel van het aanwijzingsbesluit van het beschermd stadsgezicht Deventer van 1988. De historisch ruimtelijke waarderingskaart laat een driedeling zien in de te beschermen niveaus:

  • beschermde gevelwand klasse 1: rooilijn, bebouwingsschaal en historisch bebouwingsbeeld worden aangegeven. De situering van de bebouwing is van belang evenals de schaal, de hoofdvorm en het ritme van de bouwmassa én de architectuur van het pand; in deze gevelwanden zijn de vele monumenten de leidraad;
  • beschermde gevelwand klasse 2: rooilijn en bebouwingsschaal zijn bepalend, evenals de hoofdvorm en het ritme van de bebouwing, maar niet zozeer het uiterlijk van het individuele pand;
  • beschermde gevelwand klasse 3: alleen de rooilijn c.q. de situering van de bebouwing is historisch van belang. Wat niet betekent dat alles hier kan wat betreft bebouwing. De schaalmogelijkheden van bebouwing worden getoetst aan het bebouwingsbeeld van het Beschermd stadsgezicht van Deventer en aan de waarde en betekenis van de aangrenzende openbare ruimte.

Afbeelding Historisch ruimtelijke waarderingskaart

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P283-VG01_0008.png"

De historische waarden nabij het stadskantoor worden in dit deel van de historische stad gekenmerkt door de stedelijke ruimte rondom de Grote Kerk, de harmonieuze zuidoostelijke bebouwingswand waarin het stadhuiscomplex een voorname rol vervult en de hoge bebouwingsdichtheid en aaneengesloten bebouwing die een waardevol stedelijk beeld oplevert in onder andere de Polstraat.

Uit de historisch ruimtelijke waarderingskaart komt naar voren dat het nieuwe stadskantoor gelegen is bij historische rooilijnen met beschermingsniveau klasse 1. De gebieden met dit beschermingsniveau zijn vanuit ruimtelijk en cultuurhistorisch perspectief het meest waardevol vanwege de situering van de bebouwing en de schaal, de hoofdvorm en het ritme en daarnaast is ook de detaillering en de architectuur van de individuele panden van belang. In de gevelwanden binnen deze gebieden vormen de vele monumenten de leidraad voor het beschermingsregime. Bij plaatsing van bebouwing zijn onder andere de gevellijn, de gevelbreedte, de kapvormen en de gevelindeling van belang voor de inpassing in het beschermd stadsgezicht.

4.2.2 Monumenten

In het plangebied en de nabije omgeving bevindt zich een aantal monumenten. Deze staan aangegeven op de cultuurhistorische atlas van Overijssel, zie onderstaande afbeelding.

Afbeelding Uitsnede cultuurhistorische atlas

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P283-VG01_0009.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P283-VG01_0010.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P283-VG01_0011.png"

Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat in en nabij het plangebied rijksmonumenten aanwezig zijn. Deze monumenten zijn door de Monumentenwet beschermd. Hiervoor hoeft geen specifieke regeling opgenomen te worden in dit bestemmingsplan.

De monumenten zijn als onderdeel van het beschermde stadsgezicht mede leidend geweest voor het ontwerp van het nieuwe stadskantoor. Dit is terug te zien in het bebouwingsbeeld en architectuur van het ontwerp, zie hiervoor de beschrijving onder 4.2.1.

Gedurende de sloop en bouw van het nieuwe stadskantoor worden maatregelen getroffen om het risico op schade in de omgeving, zoveel als mogelijk te beperken. Om de effecten van de sloop- en bouwwerkzaamheden goed te kunnen volgen is een monitoringsplan opgesteld.

4.2.3 Cultuurhistorische en stedenbouwkundige beschouwing

Algemeen

Een groot deel van het bouwvolume bevindt zich in het voormalige binnenterrein van het bouwblok Grote Kerkhof – Polstraat - Assenstraat. Dit binnenterrein is in de loop der eeuwen veranderd  van een groen privaat binnenterrein naar een grotendeels bebouwd stukje stad met veel onduidelijk gedefinieerde openbare ruimte en restruimten. Met de realisatie van het Stadhuiskwartier en de bijbehorende dooradering van het complex wordt het binnenterrein nu onderdeel van het publiek domein van de binnenstad. De plek en de hoogte van de nieuwbouw op het voormalige binnenterrein is zodanig, dat vanuit de omliggende straten en pleinen het silhouet van het bestaande bouwblok Kerkhof – Polstraat - Assenstraat niet of nauwelijks zichtbaar wijzigt.

In bestaande waardevolle binnentuin rondom de Burgemeesterskamer komt aan de zijde van het stadskantoor een strook nieuwbouw, terwijl de tuin aan de (voormalige) schouwburgzijde wordt vergroot. Deze verandering in de maatvoering doet geen afbreuk aan de essentie van de bestaande binnentuin: een omsloten groene plek in de stenige binnenstad, waarin de Burgemeesterskamer een bijzonder element is. De omliggende nieuwbouw is zorgvuldig vormgegeven en biedt ambtenaren en bezoekers een uitgelezen mogelijkheid om van deze binnentuin te genieten.

De nieuwbouw van het Stadhuiskwartier ter plekke van de Bursestraat is eveneens gelegen op het oorspronkelijke binnenterrein van het bouwblok Grote Kerkhof – Polstraat – Assenstraat. Een steeg -de voormalige Bursesteeg- verbond over het binnenterrein de Assenstraat met de Polstraat. In de twintigste eeuw is tussen Polstraat en Assenstraat aanvankelijk veel industriële bebouwing toegevoegd, waarmee de tuinen op de voormalige binnenterreinen verdwenen. In de jaren tachtig is een stadskantoor gebouwd op de oude kelders van Drukkerij Salland, een uitbreiding van dit kantoor richting Schouwburg is nooit gerealiseerd. Tevens is toen een doorbraak gemaakt richting Polstraat (met de naam Bursestraat), is het beloop van de Bursesteeg veranderd en heeft een groot deel van het gebied een invulling gekregen met woningbouw. De informele en private wereld van het binnenterrein veranderde in de loop van de tijd meer en meer in een openbaar toegankelijk stuk binnenstad. De nieuwbouw van het Stadhuiskwartier aan de Bursestraat is een volgende stap in deze geschetste ontwikkeling. Door de situering van de publiekshal met een ingang en een formele voorruimte in het verlengde van de Bursestraat wint deze straat veder aan stedenbouwkundige betekenis.

Ter plekke van de zuidoostelijke pleinwand van het Grote Kerkhof en de noordelijke straatwand van de Polstraat grenst de nieuwbouw direct aan het oorspronkelijke middeleeuwse patroon van straten en pleinen in de binnenstad. Hier is het stedenbouwkundig van wezenlijk belang, dat de nieuwbouw van het Stadhuiskwartier zich voegt in de naaste omgeving.

Hierna wordt specfiek ingegaan op de situatie ter plaatse van het Grote Kerkhof en de Polstraat.

Grote Kerkhof

Situering en rooilijn

Op de plaats van de voormalige schouwburg is het nieuwe entreegebouw met daarin de hoofdingang van het nieuwe stadskantoor gesitueerd. De rooilijn van de nieuwbouw komt hier overeen met de historische rooilijn.

Hoofdvorm en schaal van de bouwmassa, kapvorm,

Het voorgestelde bouwvolume van het entreegebouw past in de schaal van de bestaande gevelwand aan het Grote Kerkhof. De verhoudingen in de gevelindeling zijn afgestemd op de belendende percelen. De kapvorm, de toepassing van diverse materialen en de opengewerkte detaillering van de gevel geven het entreegebouw een bijzondere verschijningsvorm. Dit alles samen maakt dat het Stadhuiskwartier zich op een vanzelfsprekende maar eigentijdse manier aan het Grote Kerkhof presenteert.

Polstraat

Situering en rooilijn

Met de bouw van het nieuwe stadskantoor en het naar voren trekken van de rooilijn aan de Polstraat wordt de oorspronkelijke situatie van de Polstraat benaderd. In de historische verkenning van de Polstraat 1 komt naar voren dat de oorspronkelijke rooilijn aan de Polstraat gesloten was, wat blijkt uit de kadastrale minuut van 1826. De historische verkenning is bijgevoegd in Bijlage 1 Historische verkenning Polstraat) van deze onderbouwing. De voorgevel van de nieuwe bouwmassa ligt nu grotendeels op de middeleeuwse rooilijn en ligt alleen daar terug, waar de ingang van de parkeergarage en de toegang naar de binnenhof dit noodzakelijk maken. In vergelijking met de huidige situatie wordt door het goeddeels herstellen van de middeleeuwse gevelrooilijn naast Polstraat 7 de ruimtelijke opeenvolging van de straatwand versterkt: er is sprake van een positieve stadsreparatie.

Hoofdvorm, kapvorm en schaal van de bouwmassa

De bouwmassa van de nieuwbouw aan de Polstraat is samengesteld uit twee bouwdelen. De korrelgrootte van de bouwdelen is afgestemd op de monumentale langsgevel van het Wanthuis en de meer kleinschalige bebouwing in het direct aangrenzende deel van de straat.

Het in de historische rooilijn gelegen bouwdeel sluit op een vanzelfsprekende wijze aan bij de gevelbreedtes van de Polstraat. De bouwhoogte van dit deel is lager dan die van het Wanthuis en gaat geen concurrentie aan met de naastgelegen bebouwing. De ritmiek van ramen en gevelopeningen is afgestemd op het karakter van de aangrenzende historische bebouwing. De kap heeft vrijwel dezelfde vorm als de kap van het entreegebouw aan het Grote Kerkhof. De bouwhoogte van het ten opzichte van de historische rooilijn teruggelegen bouwdeel is eveneens lager dan die van het Wanthuis. Ook de architectuur van dit deel van de bouwmassa is verwant met die van het entreegebouw. Door het samenspel van al deze elementen voegt de nieuwbouw zich hier in de bestaande gevelwand van de Polstraat en is het tegelijkertijd herkenbaar als onderdeel van het Stadhuiskwartier

Conclusie 

Geconcludeerd kan worden dat een afwijking van het bestemmingsplan vanuit stedenbouwkundig en cultuurhistorisch oogpunt in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt geacht.