direct naar inhoud van 4.1 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten
Plan: Looweg ongenummerd Bathmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P277-VG01

4.1 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten

4.1.1 Geomorfologie

Het natuurlijk landschap in de gemeente Deventer bestaat grotendeels uit jong dekzand. Het jonge dekzand is door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd (ca. 120.000-10.000 jaar geleden). De dekzandruggen waren goed geschikt voor akkerbouw en vaak waren ze al vanaf de prehistorie door mensen in gebruik. Het plangebied ligt het beekdal van de Schipbeek, ten noorden van de dekzandrug waarop het dorp Bathmen en de Bathmense Enk liggen.

Op de fysisch geografische kaart van Zuid-Salland staat het bestemmingsplangebied aangegeven als beekdalbodem met meanderruggen en –geulen. Dit wijst erop dat er lokaal nog verschillen kunnen zijn in bodem, hoogteligging en vochtigheid van het gebied.

Volgens de bodemkaart van Nederland is in het bestemmingsplangebied sprake van een veldpodzol (Hn21). Veldpodzolen ontstaan meestal op iets lager gelegen dekzandgebieden, zoals dekzandwelvingen, die vaak ook later worden ontgonnen dan de hoger gelegen delen.

Waarschijnlijk is op de bodemkaart sprake van een andere schaalverdeling, waardoor het beekdal, dat aangegeven is op de fysisch geografische kaart van Zuid-Salland, op de bodemkaart smaller is aangegeven en buiten het plangebied ligt. Door de ligging in een beekdal is het echter waarschijnlijker dat in het plangebied beekeerdgronden (pZg23) is ontstaan, zoals aangegeven op de fysisch geografische kaart. Deze bodems ontstaan in lager gelegen natte gebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0008.jpg"

afbeelding: De fysisch-geografische kaart van Zuid-Salland met daarop het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0009.jpg"

4.1.2 Archeologie

Prehistorie

Er zijn in het bestemmingsplangebied geen vondsten of archeologische vindplaatsen uit de prehistorie bekend. Dit betekent niet dat er met zekerheid geen vondsten of vindplaatsen uit de prehistorie aangetroffen kunnen worden.

De verwachting voor archeologische resten uit de prehistorie en vroege middeleeuwen is vanwege de ligging in het relatief laag gelegen en natte beekdal waarschijnlijk laag. In het beekdal kunnen geen grootschalige structuren, maar wel randverschijnselen van bewoning op hoger gelegen delen verwacht worden, zoals vissteigers, afvaldumps, bruggen, stuwen etc. Op de hoge dekzandrug van Bathmen zijn nederzettingsresten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen aangetroffen. Mogelijk kunnen randverschijnselen van deze bewoning in het bestemmingsplangebied verwacht worden.

Middeleeuwen en nieuwe tijd

In het bestemmingsplangebied liggen geen bekende historische elementen op basis waarvan archeologische resten uit de middeleeuwen en nieuwe tijd verwacht kunnen worden. Op de kadastrale kaart van 1832 is het bestemmingsplangebied in gebruik als heide, in bezit van de Marke van Bathmen, wat aansluit bij de ligging in een relatief laag gelegen, nat gebied.

Verwachting

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0010.jpg"

Afbeelding: Het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart.

Het plangebied heeft overwegend een lage verwachting vanwege de relatief lage ligging in een beekdal. Langs de westelijke rand en in de noordoostelijke hoek van het plangebied geldt een matige verwachting, omdat deze delen grenzen aan relatief hoger gelegen delen.

Conclusie

Het plangebied heeft een lage en matige archeologische verwachting. Om deze reden behoeft overeenkomstig het gemeentelijke archeologische beleid geen dubbelbestemming Waarde – Archeologisch verwachtingsgebied te worden opgenomen.

4.1.3 Cultuurhistorie

Het plangebied ligt tussen de oude uitvalswegen naar Loo en naar Apenhuizen. Op de kadastrale minuut van 1832 is het in gebruik als heide en bouwland in bezit van de Marke van Bathmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0011.png"

figuur 4: historische kaart 1832

De spoorlijn wordt aangelegd in 1888 op korte afstand van de Looweg. Figuur 5 geeft de situatie zonder spoorlijn aan in 1889. Figuur 6 de situatie net na de aanleg van de spoorlijn. Het strookje dat overblijft tussen spoordijk en Looweg blijft in gebruik bij de boerderij die nu net aan de andere kant van de spoorlijn is komen te liggen. In het bos is een waterreservoir gegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0012.png"

figuur 5: kadastrale kaart 1889

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0013.png"

figuur 6: kadastrale kaart van 1894

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P277-VG01_0014.png"

Figuur 7: kadastrale kaart 1957

Looweg 45 wordt gebouwd tussen 1915 en 1954. Het waterreservoir is tot 1966 op de kadastrale kaarten terug te vinden. Pas vanaf 1995 worden de kavels ten westen van Looweg 45 uitgegeven.

Conclusie

Binnen het plangebied zijn geen bijzondere cultuurhistorische elementen waarmee bij de planontwikkeling rekening gehouden dient te worden.