direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Holterweg nabij 18
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P276-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, in niet gestapelde vorm, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf huis conform het gestelde in artikel 9.2;
  • b. zorgwoningen, uitsluitend indien omgevingsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 5.4.1;

met de daarbij behorende

  • c. tuinen en erven;
  • d. paden;
  • e. groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen , bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2 bedragen;
    • 3. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2 bedragen.
5.2.2 Aanvullende bouwregels hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het hoofdgebouw dient te worden afgedekt met ten minste 2 hellende dakvlakken, waarvan de helling niet minder dan 300 en niet meer dan 600 mag bedragen;
5.2.3 Aanvullende bouwregels aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

5.2.4 Aanvullende bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.2.2 onder b worden toegestaan dat de maximale goot-en bouwhoogte 6 meter bedraagt;
  • b. artikel 5.2.2 onder d worden toegestaan dat het hoofdgebouw afgedekt kan worden met een plat dakvlak;
  • c. artikel 5.2.3 onder a worden toegestaan dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon aan een op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • d. artikel 5.2.3 onder a worden toegestaan dat een overkapping mag worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • e. artikel 5.2.3 onder f worden toegestaan dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag worden verkleind tot 0 m.

5.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 5.1 onder b kan worden toegestaan dat gronden worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.

5.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.