direct naar inhoud van 2.2 Beschrijving toekomstige situatie
Plan: De Wijtenhorst en Douweler Leide, 2e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P270-VG01

2.2 Beschrijving toekomstige situatie

Op 11 juli 2006 heeft het college van Burgemeester en Wethouders het stedenbouwkundig plan voor deze locaties vastgesteld. De belangrijkste uitgangspunten uit het stedenbouwkundig plan zijn:

Dorpse identiteit

Behoud van een dorpse identiteit; de nieuwe buurten gaan zelf een dorpse sfeer uitademen. De vijf karakteristieken van een dorpse sfeer die geformuleerd zijn, zijn: landschapsbeleving, dominant groen, losse, individuele bebouwing, functiemenging en sociale samenhang.

Inrichting

  • uitgangspunt is een verkeersluwe buurt/wijk;
  • als parkeernorm wordt de gemeentelijke parkeernorm gehanteerd;
  • standaardregels ten aanzien van wegprofielen, speelgelegenheden, huisvuilinzameling, toegankelijkheid voor nooddiensten etc.

Duurzaamheid

  • een CO2 reductie van 30% te behalen voor het totale plangebied ten opzichte van de standaard referentiewoning;
  • zoveel mogelijk berging en infiltratie van water in het plangebied;
  • aandacht voor maatregelen voor de ecologische, functionele en sociale duurzaamheid.

Sociale veiligheid

Naast een aantrekkelijke en aanpasbare woonomgeving zal de woonomgeving vooral ook (sociaal) veilig in het gebruik moeten zijn. Het gaat er om dat mensen zich veilig voelen en dat zoveel mogelijk daadwerkelijk zijn. Factoren die kunnen bijdragen aan (het gevoel van) meer veiligheid zijn: informeel toezicht op de openbare ruimte, persoonlijke controle over de (“eigen”) omgeving en het imago van het (totale) gebied. Toegespitst op het plangebied betekent dit, dat door inrichting en beheer van de openbare ruimte een goede sociale controle mogelijk dient te zijn. Een aantal aspecten waarbij de sociale veiligheid bijzondere aandacht vraagt is:

  • stedenbouwkundige inrichting: daarbij gaat het ondermeer om de relatie openbaar-privé, menging tuin- en straatgericht wonen, overzichtelijkheid van stratenpatronen, parkeervoorzieningen en openbare verlichting;
  • vrijliggende groenvoorzieningen: vooral de waarborging van overzichtelijkheid;
  • langzaam-verkeerroutes: primaire routes moeten “begeleid” worden door woonbebouwing;
  • buurtbeheer: optredende gebreken als gevolg van dagelijks gebruik adequaat en snel herstellen;
  • jeugdopvang: creëren van adequate speel- en ontmoetingsplekken.

Bij raadsbesluit d.d. 1 juli 2000 is besloten dat bij de uitvoering van bouwplannen de normeringen genoemd in het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen als leidraad worden gehanteerd. Deze normeringen houden in dat naast extra eisen op woningniveau bovenop de eisen in het bouwbesluit, eisen worden gesteld aan een woongebouw/wooncomplex en aan de openbare ruimte. De mogelijkheid van het kunnen uitoefenen van sociale controle spelen hierbij een cruciale rol.

Beperkende factoren

  • rekening wordt gehouden met de hogedrukgasleiding met een zakelijk rechtstrook van 4 meter uit het hart van de leiding. Ook geldt een onderhoudszone van 5 meter langs de Douwelerleide en een onderhoudszone van 10 meter langs het Overijssels kanaal. Ten slotte wordt rekening gehouden met licht- en geluidhinder van de sportvelden en geluidshinder van de N348.