direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Boxbergerweg 60
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P260-OH01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. kleinschalig beroep of bedrijf aan huis: conform het gestelde in 3.4.2;
  • c. bed & breakfast conform het gestelde in 3.4.3;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalige bedrijfsbebouwing' tevens de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
  • e. evenementen;

met dien verstande dat:

  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en paardenbakken.

Tabel 3.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie   maximaal aantal m²  
  gronden in gebruik voor nevenfunctie   bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie  
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten   -   100  
inpandige opslag en stalling   -   500  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  
kano-, boot- of fietsenverhuur   -   100  

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn gebouwd worden;
  • c. de afstand tussen de woning en het bijgebouw bedraagt ten hoogste 20 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen karakteristieke woningen niet worden uitgebreid

  • e. verder geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. inhoud   max. oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte   dakhelling  
woningen (inclusief aan- en uitbouwen)   2   750 m³     4,5 m
 
10 m
 
20°/30°  
bijgebouwen en overkappingen       100 m²
en bestaand*  
3 m   6 m    
verlichting ten behoeve van paardenbakken           8 m    
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevelrooilijn
- overige plaatsen  
       
1 m
2 m  
 
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde           3 m    

* Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 teneinde het maximumoppervlak aan bijgebouwen te vergroten tot 250 m² met inachtneming van het volgende:

  • a. afwijken is uitsluitend toegestaan indien de bouw van extra bijgebouwen noodzakelijk is voor het uitoefenen van hobbymatige agrarische of natuurgerichte activiteiten;
  • b. afwijken is uitsluitend toegestaan indien de bouw van extra bijgebouwen noodzakelijk is voor werkzaamheden die bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van het karakteristieke landschap;
  • c. er dient ten minste 1 ha grond in beheer te zijn;
  • d. de extra bebouwing dient landschappelijk inpasbaar te zijn.
3.4 Specifieke gebruiksregel
3.4.1 Algemeen
  • a. paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
  • b. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  • c. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 800 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  • d. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen bestaande bebouwing met dien verstande dat het vloeroppervlak ten behoeve van de nevenfuncties ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing bedraagt.

e. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.

3.4.2 Kleinschalig beroep of bedrijf aan huis

Gebruik van ruimten binnen een woning (i.c. hoofdgebouw, aanbouwen en uitbouwen en/of bijgebouwen) ten behoeve van een kleinschalig beroep of bedrijf aan huis: wordt overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • b. alleen beroepen of bedrijven zijn toegestaan die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage 2 Staat van beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis zijn aangeduid als milieucategorie 1, of beroepen en bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs met deze bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte hebben;
  • d. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning (met in begrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen), tot ten hoogste (en in totaal) 50 m2 mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • e. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  • f. er mag in het kader van kleinschalige beroepen en bedrijven aan huis geen horeca plaatsvinden;
  • g. er mag geen seksinrichting worden opgericht;
  • h. het beroep of bedrijf dient door een bewoner van de woning te worden uitgeoefend.

3.4.3 Bed & breakfast

Gebruik van ruimten binnen een woning (i.c. hoofdgebouw, aanbouwen en uitbouwen) ten behoeve van bed & breakfast wordt overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de toeristisch recreatieve overnachtingsmogelijkheid niet als zelfstandige wooneenheid functioneert (de realisatie van een aparte kookgelegenheid is niet toegestaan);
  • b. het authentieke uiterlijk of de verschijningsvorm van de woning wordt gehandhaafd;
  • c. het maximaal aantal bedden ten dienste van de bed & breakfast niet meer dan 4 bedraagt.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Ten behoeve van nevenfuncties

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4 ten behoeve van het toestaan van een of meer, anders dan bij recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:

  • a. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing';
  • b. de nevenfunctie dient plaats te vinden binnen de bestaande bebouwing;
  • c. het vloeroppervlak ten behoeve van de nevenfuncties bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing;
  • d. in afwijking op het bepaalde in onder a geldt dat nevenfuncties waarvoor geen bebouwing nodig is tevens is toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
  • e. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • f. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;
  • g. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  • h. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de directe omgeving dienen niet onevenredig te worden aangetast;
  • i. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  • j. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • k. de agrarische uitstraling van de bedrijfsgebouwen en het erf dient behouden en waar mogelijk te worden versterkt;
  • l. detailhandel is uitsluitend toegestaan indien dit in directe relatie staat met de hoofdactiviteit;
  • m. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 800 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  • n. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
  • nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode 15 maart tot en met 31 oktober;
  • het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
  • uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, zijn toegestaan;
  • de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
  • de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
  • er dient een inrichtingsplan te worden overlegd waarin wordt aangetoond dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en een toename van ruimtelijke kwaliteit van het gebied conform de eisen uit het Landschapsontwikkelingsplan zoals is vastgesteld; dit inrichtingsplan dient vergezeld te worden van deskundigenadvies over de inrichting van erf;
  • o. ten behoeve van de nevenfunctie plattelandskamers geldt tevens het volgende:
  • het aantal kamers bedraagt ten hoogste 1;
  • de oppervlakte per kamer bedraagt ten hoogste 50% van het oppervlak van het bijgebouw met een maximum van 50 m²;
  • de afstand tussen de plattelandskamers en het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 25 m.
3.6 Wijzigingsbevoegdheden
3.6.1 Ten behoeve van wijziging naar een agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen te wijzigen in de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden - Landschap of Agrarisch met waarden - Natuur en landschap, met inachtneming van het volgende:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien elders in het plangebied een bouwvlak bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarden - Landschap of Agrarisch met waarden -Natuur en landschap opgeheven wordt;
  • c. per bouwvlak wordt voorzien in maximaal één bedrijfswoning;
  • d. het oppervlak van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1,5 ha;
  • e. er dient een inrichtingsplan te worden overlegd waarin wordt aangetoond dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en een toename van ruimtelijke kwaliteit van het gebied conform de eisen uit het Landschapsontwikkelingsplan zoals is vastgesteld. Dit inrichtingsplan dient vergezeld te worden van deskundigenadvies over de inrichting van erf.