direct naar inhoud van 4.1 Grondgebruik, bodemgesteldheid en geomorfologie
Plan: Voorstad-oost, wijk- en speelvoorzieningen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P255-OH01

4.1 Grondgebruik, bodemgesteldheid en geomorfologie

Het natuurlijk landschap rond de stad Deventer bestaat grotendeels uit jong dekzand. Het jonge dekzand is door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd (crica 120.000-10.000 jaar geleden). De dekzandruggen waren goed geschikt voor akkerbouw en vaak waren ze al vanaf de prehistorie door mensen in gebruik.

Tot het aanleggen van de dijken vanaf de 14de eeuw stonden grote delen van het jonge dekzandlandschap onder invloed van de IJssel. De IJssel was een meanderende rivier, waarvan de hoofdgeul zich insneed in oudere lagen en zich bij het insnijden geleidelijk verplaatste. Hierdoor ontstond een brede stroomgordel met restgeulen. In perioden van hoog water trad de IJssel regelmatig buiten haar oevers en buiten de stroomgordel.

Oude restgeulen zijn ver landinwaarts te vinden. Zo is de Douwelerkolk mogelijk een oude meander van de IJssel. Ook op het terrein van Brinkgreven ten noordwesten van het bestemmingsplangebied zijn aanwijzingen gevonden van restgeulen van de rivier.