direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: Voorstad-oost, wijk- en speelvoorzieningen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P255-OH01

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van welzijn, gezondheidszorg, religie, openbare diensten, openbare speelterreinen/speelplaatsen en verenigingsleven;

en de daarbij behorende

  • b. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. bijgebouwen, uitsluitend als ontheffing is verleend met toepassing van artikel 3.4 en 3.5;
  • e. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, en
  • f. nutsvoorzieningen, uitsluitend als ontheffing is verleend met toepassing van artikel 3.5.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
  • a. op de tot 'Maatschappelijk' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

3.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3.2 en toestaan dat een ondergeschikt gebouw wordt gebouwd ten behoeve van de bestemming, mits:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m bedraagt;
  • b. de oppervlakte niet meer dan 40 m2 bedraagt;
  • c. de eventueel bijbehorende overkapping: niet meer dan 30 m2 bedraagt.
3.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid.
3.5 Afwijken van de bouwregels
3.5.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3.2.2 en daarmee toestaan dat een ondergeschikt gebouwen worden gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:

3.5.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid.
3.6 Afwijken van de bouwregels
3.6.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder 'c' en daarmee toestaan dat het bebouwingspercentage van het bouwvlak: verhoogd mag worden tot maximaal 40%.

3.6.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de externe veiligheid.
3.7 Afwijken van de gebruiksregels
3.7.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3.1 onder a, en daarmee toestaan dat jeugd-/kinderopvang toegestaan is binnen de bestemming maatschappelijk.

3.7.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de externe veiligheid.