direct naar inhoud van 3.7 Waterhuishouding
Plan: Blankenadijk 2
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P252-OH01

3.7 Waterhuishouding

Inleiding

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten.

Relevant beleid

Het waterbeleid van Rijk en provincie is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. In het Waterbeheerplan 2010-2015 van Waterschap Rijn en IJssel staat het beleid beschreven op een drietal hoofdthema's. Voor het thema Veiligheid is bescherming tegen hoog water op de rivieren het speerpunt. Het functioneren van de primaire en regionale waterkeringen staat hierbij centraal. Het thema Watersysteembeheer is gericht op het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "Vasthouden-Bergen-Afvoeren". Voor de Waterkwaliteit is het uitgangspunt “stand still - step forward”. Watersysteembenadering en integraal waterbeheer dienen als handvatten voor het benutten van de natuurlijke veerkracht van een watersysteem. Het einddoel is een robuust en klimaatbestendig watersysteem voor de toekomst. Voor het thema Waterketenbeheer streeft Waterschap Rijn en IJssel naar een goed functionerende waterketen waarbij er een optimale samenwerking met de gemeenten wordt nagestreefd.

Ruimtelijke ordening en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is meer ruimte nodig voor het waterbeheer van de toekomst. Ook op andere terreinen, zoals recreatie, wonen en landbouw speelt water een centrale rol. Het waterschap wil in het watertoetsproces vroegtijdig meedenken over de rol van het water in de ruimtelijke ontwikkeling en wil samen met de gemeente op zoek naar de bijdrage die water kan leveren aan de verbetering van de leefomgeving.

Watertoetstabel

Waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel ontwikkeld waarmee met een aantal vragen in beeld te brengen is welke wateraspecten relevant zijn en met welke intensiteit het watertoetsproces doorlopen dient te worden.

Thema   Toetsvraag   Relevant   Intensiteit  
Veiligheid   1. Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primaire
waterkering, regionale waterkering of kade)
2. Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of winterbed van een rivier?  
Nee

Nee  
2

2  
Riolering en
Afvalwaterketen  
1. Is de toename van het afvalwater (DWA) groter dan 1m3/uur?
2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap?  
Nee
Nee
Nee  
2
1
1  
Wateroverlast
(oppervlaktewater)  
1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500 m2?
2. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m2?
3. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
4. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden,
beekdalen, overstromingsvlaktes?  
Nee
Nee
Ja
Nee  
2
1
1
1  
Oppervlaktewater- kwaliteit   1. Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd?   Nee   1  
Grondwater-
overlast  
1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
3. Is in het plangebied sprake van kwel?
4. Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren?  
Nee
Nee
Nee  
1
1
1  
Grondwaterkwaliteit   1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee   1  
Inrichting en
beheer  
1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  
Ja

Nee  
1

2  
Volksgezondheid   1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel?
2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die
milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen,
spelen, tuinen aan water)?  
Nee
Ja  
1
1  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur?
4. Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000-gebied?  
Nee
Nee
Nee
Nee  
2
2
1
1  
Verdroging   1. Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied?   Nee   1  
Recreatie   1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee   2  
Cultuurhistorie   1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee   1  

Gezien het feit dat op geen van de categorie 2 vragen met 'ja' is geantwoord kan een verkorte watertoets worden doorlopen, hetgeen inhoudt dat de gemeente zelfstandig een waterparagraaf opstelt en het waterschap om een wateradvies vraagt.

Invloed op de waterhuishouding

Wateroverlast (oppervlaktewater)

Binnen het bestemmingsplangebied neemt het aantal vierkante meters bebouwing met circa 450 m2 af. Dit heeft een positieve invloed op waterhuishouding. Op de plek van deze voormalige bebouwing worden diverse vormen van erfverharding toegepast. Deze erfverharding biedt echter voldoende mogelijkheid tot infiltratie. De erfverharding zal deels bestaan uit halfverharding en deels uit (gebakken) klinkers. Ook het bestaande verhard oppervlak wordt afgekoppeld van het rioolstelsel, zodat de kans op wateroverlast door toekomstige regenbuien wordt verminderd.

Om wateroverlast te voorkomen wordt het hemelwater niet afgevoerd naar het rioolstelsel, maar volgens de trits Vasthouden-Bergen-Afvoeren behandeld. Het hemelwater wordt ter plaatse geïnfiltreerd in de bodem, voor 80% via de klinkerbestrating, of geborgen in de aan het perceel grenzende sloten. Deze afvoer geschiedt op een natuurlijke manier door niveau verschillen, aflopend naar de, in ruime mate, aanwezige sloten.

Inrichting en beheer

De voorgenomen ontwikkelingen zijn geen belemmering voor het reguliere beheer en onderhoud van het watersysteem. Er worden geen veranderingen aangebracht in het watersysteem. De bebouwing nabij de watergang wordt verwijderd. De gronden aan deze zijde van het erf worden voorzien van halfverharding en heggen. Op deze wijze blijft de watergang goed bereikbaar voor het waterschap.

Volksgezondheid

Het perceel is direct gelegen aan een aantal watergangen van het waterschap. De gronden direct aan het water gelegen worden gebruikt als parkeerterrein, groente en bloementuin en grasveld. Om te voorkomen dat men in de sloten terecht komt, worden er heggen met een hoogte van 1,00 tot 1,20 m langs de slootranden geplant.

Watertoetsproces

Het waterschap Rijn en IJssel is geïnformeerd over het plan. De beantwoording van de vragen uit de watertoetstabel hebben er toegeleid dat de korte procedure van de watertoets is toepast. De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Het plan zorgt voor minder bebouwing en daardoor voor meer infiltratiemogelijkheden van regenwater. Het waterschap Rijn en IJssel heeft een positief wateradvies gegeven.