direct naar inhoud van 3.2 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit
Plan: Muldersweg ong.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P244-OH01

3.2 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit

In de vorige paragraaf is aangegeven dat de nadruk gelegd wordt op ruimtelijke kwaliteit. Het beleid kent geen strikte voorschriften meer met betrekking tot welke functie op welke plek moet plaatsvinden. Het beleid biedt ruimte aan economische dynamiek, zolang deze de ruimtelijke kwaliteit bevordert. Om deze sturingsfilosofie te waarborgen heeft de provincie in de Omgevingsverordening opgenomen dat in het bestemmingsplan dient te worden onderbouwd op welke wijze de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 2.1.5). In deze paragraaf wordt daarop nader ingegaan.

Bij de keuze om een deel van de bestaande opstallen op het perceel Bolinksweg 2a te slopen en een nieuwe compensatiekavel op de locatie aan de Muldersweg ong. te realiseren, is rekening gehouden met het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. In de toekomstige situatie is sprake van een afname van bebouwing. Ook is weloverwogen omgegaan met de plaatsing van de bebouwing op het nieuwe perceel.

Het dorp Okkenbroek wordt gekenmerkt met gaten in de bebouwing op de Oerdijk. Hierdoor ontstaan zichtrelaties met het achterliggende agrarische landschap. De gaten worden groter naarmate men verder van de kern van Okkenbroek af komt. De bebouwing bestaat dan uit clusters. Het perceel ligt in het overgangsgebied tussen "gesloten stedelijkheid van dorp met gaten" en "open landschap met clusters".

Besloten is aan te sluiten bij de kern en daarmee het dorp met één perceel uit te breiden. De openheid aan de Muldersweg blijft daarmee in tact. Tevens blijft de karakteristieke vrije ligging van de boerderij aan de Muldersweg 1 gehandhaafd. Een goede afronding aan de noordzijde is noodzakelijk. Ook de molenbiotoop van de molenstomp aan Oerdijk 155 wordt niet verder aangetast. De aantasting van deze molenbiotoop was reeds ontstaan door de aanwezigheid van bebouwing en erfbeplanting van de boerderij aan de Muldersweg 1, door de grote bomen langs de westelijke weilanden en doordat er alleen nog een molenstomp aanwezig is aan de Muldersweg.