direct naar inhoud van 3.3 Milieu-aspecten
Plan: Malbergerweg 4-4a
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P243-OH01

3.3 Milieu-aspecten

De Rood voor Rood overeenkomst verplicht tot het slopen van stallen bij het voormalig agrarisch bedrijf Malbergerweg 4. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet in een bestemmingswijziging van dit perceel van agrarisch naar wonen, zodat terugbouwen van agrarische stallen in de toekomst niet mogelijk is. Ten behoeve van dit bestemmingsplan zijn de volgende milieukundige aspecten beoordeeld, te weten:

  • bedrijven en milieuzonering;
  • geluid;
  • bodemkwaliteit;
  • luchtkwaliteit;
  • risico/veiligheid;
  • ecologie.

Bedrijven en milieuzonering

Het betreft een Rood voor Rood plan. Volgens vergunningenbestand was op het adres Malbergerweg 4A een gemengde veehouderij actief. De veehouderij is inmiddels niet meer actief. In het kader van de Rood voor Rood overeenkomst zal de milieuvergunning voor deze veehouderij worden ingetrokken. Op Malbergerweg 6 is een jongveeopfokbedrijf actief. Het perceel Malbergerweg 4-4a krijgt een reguliere woonbestemming. In de bouwregels van dit bestemmingsplan is vastgelegd dat de woonbebouwing op het perceel niet richting de naastgelegen veehouderij kan worden uitgebouwd.

In relatie tot vergunde rechten van de naastgelegen veehouderij kan qua geurwetgeving gemeld worden dat de situatie moet worden getoetst aan het Besluit landbouw milieubeheer. Volgens de definitieomschrijving van artikel 1 van dit besluit was de voormalige bedrijfswoning (nr. 4a) een categorie V object en zal na de functiewijziging een categorie IV object worden. Definitie

  • object categorie IV:
    1°. woning behorend bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning of een algemene maatregel van bestuur aanwezig mogen zijn;
    2°. verspreid liggende niet-agrarische bebouwing;
  • object categorie V:
    woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning of een algemene maatregel van bestuur aanwezig mogen zijn;

Voor beide categorieën geldt een geurafstand van 50 m. De feitelijke afstand tussen beide objecten verandert niet. De veehouderij Malbergerweg 6 wordt door deze ruimtelijke procedure niet extra benadeeld in zijn vergunde rechten.

Geluid

Op korte afstand van de voormalig bedrijfswoning op het perceel Malbergerweg 4-4a is een veehouderij gelegen. Vanuit de Wet milieubeheer is een bedrijfswoning geluidgevoelig. Dat verandert niet bij de functieverandering. Ook het toetsingskader verandert niet met de functieverandering.

De (bedrijfs)woning is gelegen binnen de geluidszone van de Malbergerweg. Op basis van de verkeersmilieukaart 2020 blijkt dat de geluidsbelasting op de gevel lager is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Vanuit akoestisch oogpunt zijn er geen bezwaren voor de geplande wijziging. Akoestisch onderzoek is verder niet noodzakelijk voor de ruimtelijke procedure.

Bodem

Uit de gegevens van de gemeente blijkt dat op de locatie naast de werktuigenberging een bovengrondse dieseltank van 600 liter in een opvangbak aanwezig is. Deze brandstofopslag wordt aangemerkt als verdacht ten aanzien van bodemverontreiniging. Deze tank ligt op meer dan 25 meter van de bestaande boerderij en deel, waardoor het niet aannemelijk wordt geacht dat deze tank de bodemkwaliteit ter plaatse van de deel negatief heeft beïnvloed. Zover bekend is het erf van de Malbergerweg 4a nog nooit milieukundig onderzocht. Voor de toekomstige functiewijziging is een bodemonderzoek niet noodzakelijk.

Luchtkwaliteit

De wijzigingswet van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) werktitel 'Wet luchtkwaliteit' (Stb. 2007, 414) geeft aan dat bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit kunnen hebben, de gestelde grenswaarden in acht dienen te nemen. Het gaat hierbij onder andere over de bevoegdheid op basis van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. De gemeente dient te beoordelen of medewerking aan het ruimtelijk plan nadelige gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit. Is dit het geval dan dient nagegaan te worden of de normstelling in acht genomen wordt. Bij overschrijding van de normen dienen zodanige maatregelen te worden genomen dat de overschrijdingen worden weggenomen of in elk geval beperkt.

Het plan betreft het veranderen van de functie agrarisch naar wonen. De functie wonen brengt minder (vrachtwagen) verkeersbewegingen van en naar het plangebied met zich mee dan agrarische activiteiten. Het meest relevant ten aanzien van de luchtkwaliteit is de invloed van de Malbergerweg op het plangebied. Volgens de verkeersmilieukaart wordt ter hoogte van deze weg ruimschoots voldaan aan de normstelling volgens hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Zowel in de huidige situatie (2009) als ook in de toekomstige situatie (2015 en 2020). In de verkeersmilieukaart is een maximale toename van 100 motorvoertuigen per etmaal toegevoegd voor het beoogde gebruik (een overschatting dus). Ook met de gewijzigde verkeersintensiteiten worden de grenswaarden niet overschreden. Hiermee kan gesteld worden dat aan de normstelling voor luchtkwaliteit wordt voldaan en dat de mate van blootstelling aan verontreinigende stoffen geoorloofd is. Op grond hiervan vindt de gemeente Deventer het niet noodzakelijk dat de initiatiefnemer een luchtkwaliteitsonderzoek laat uitvoeren.

Externe veiligheid

Gezien de ligging van het plangebied t.o.v. relevante objecten en/of risicovolle vervoersassen op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen 1984' en het ontwerp Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB), is externe veiligheid voor dit plan geen aandachtspunt.

Ecologie

Algemeen
De locatie ligt op ca. 490 meter van de Ecologische Hoofdstructuur (bestaande natuur en kwetsbaar gebied in het kader van de WAV). Naar verwachting zullen de voorgenomen activiteiten (omvormen agrarisch bedrijf naar woonbestemming) geen negatieve gevolgen hebben op de EHS. Binnen een straal van vier kilometer zijn geen Natura 2000-gebieden aanwezig.

Bij de sloop van de bebouwing is het echter mogelijk dat beschermde soorten worden geschaad. Aangezien het agrarische bebouwing betreft, bestaat de kans op aanwezigheid van vogelsoorten met een jaarrond beschermde nestplaats (bijv. uilen en huismus) en de beschermde steenmarter en vleermuizen. Het is noodzakelijk hiervoor een quickscan natuurtoets uit te laten voeren.

Quickscan

Op 10 maart 2010 is door Ecogroen Advies een quickscan natuurtoets opgesteld ten behoeve van dit plan. In de quickscan is op basis van veldkennis, globale bronnen en een veldbezoek op 26 februari 2010 een inschatting gemaakt van de aanwezige natuurwaarden.

Uit de quickscan blijkt dat alleen de broedvogels van belang zijn voor dit plan. Aangezien de wetgeving voorschrijft dat broedende vogels niet verstoord mogen worden, zal sloop buiten het broedseizoen moeten plaatsvinden. Tenzij men op tijd (= voor 15 maart) al maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat vogels in de te slopen gebouwen kunnen gaan broeden. Voor wat betreft de steenuil zal men er zeker van moeten zijn dat die ook in 2010 niet op het erf broedt. Het komt er dus op neer dat men onmiddelijk mag slopen, indien men heeft voorkomen dat er vogels gaan broeden. Zo niet, dan kan pas buiten het broedseizoen (dus tussen 15 juli en 15 maart) gesloopt worden. Voor het overige levert ecologie geen belemmeringen op voor dit plan.