direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
Plan: Apenhuizerenkweg 1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P241-OH01

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder f van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat onderzocht moet worden of een bestemmingsplan uitvoerbaar is.

Voor de gemeente Deventer zijn aan de uitvoering van dit bestemmingsplan geen kosten verbonden. De ontwikkeling die door dit plan wordt mogelijk gemaakt betreft een particulier initiatief. De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van het project zullen door de initiatiefnemer worden gedragen.

De enige kosten voor de gemeente Deventer zijn de begrote kosten voor de planvorming. Deze kosten kunnen worden doorberekend op grond van de Legesverordening. Voor het bouwplan hoeft geen een exploitatieplan op basis van artikel 6.12 lid 2 Wro jo artikel 6.2.1. Bro te worden vastgesteld.

Er zijn dus geen aanleidingen die duiden op financiële onhaalbaarheid van dit plan. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan kan daarom worden geacht te zijn aangetoond.

Inspraak

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken. Aangezien het een klein plan betreft, één perceel, is er geen noodzaak tot inspraak. Wel is er de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen bij de ter inzage periode van het ontwerp bestemmingsplan.

Vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Omtrent het vooroverleg met het Rijk kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen nationale belangen in het geding zijn. Derhalve heeft geen overleg plaatsgevonden met het Rijk.

De provincie Overijssel heeft haar visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving weergegeven in de Omgevingsvisie Overijssel. De Omgevingsvisie heeft de status van structuurvisie in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Één van de instrumenten om de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening. Beide beleidsdocumenten zijn gebruikt bij de tot standkoming van dit plan. Daarom heeft er geen vooroverleg met de provincie plaatsgevonden.

In het kader van de waterhuishouding is er door het betreffende Waterschap, in dit geval Waterschap Rijn & IJssel, een handreiking opgesteld over de te volgen stappen. Om hieraan de voldoen is er een watertoetstabel ingevuld en daaruit zijn geen nadere te behandelen thema's naar voren gekomen die van invloed zijn op dit plan. Om deze reden is het niet noodzakelijk vooroverleg met het Waterschap te hebben.