direct naar inhoud van 3.5 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit
Plan: Grondhuisweg ong.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P237-OH01

3.5 Landschappelijke inpasbaarheid en ruimtelijke kwaliteit

In de vorige paragraaf is aangegeven dat zowel op nationaal, provinciaal als gemeentelijke niveau de nadruk wordt gelegd op ruimtelijke kwaliteit. Het beleid kent geen strikte voorschriften meer met betrekking tot welke functie op welke plek moet plaatsvinden. Het beleid biedt ruimte aan economische dynamiek, zolang deze de ruimtelijke kwaliteit bevordert.

Om deze sturingsfilosofie te waarborgen heeft de provincie in de Omgevingsverordening opgenomen dat in het bestemmingsplan dient te worden onderbouwd op welke wijze de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 2.1.5). Aan deze onderbouwing wordt de eis gesteld dat inzichtelijk moet worden gemaakt hoe is omgegaan met de provinciale vier-lagenbenadering, de bijbehorende Catalogus Gebiedskenmerken 2009 en welk ontwikkelingsperspectief van toepassing is. In deze paragraaf zal daarop nader worden ingegaan. Naast het provinciaal beleid zal ook worden ingegaan op de inpasbaarheid van de beoogde ontwikkeling in het gemeentelijke Landschapsontwikkelingsplan (LOP), voor zover deze afwijkt van het provinciale kader. Allereerst zal worden ingegaan op de principe zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik

Bij de keuze een scoutinggebouw op de Grondhuisweg te vestigen, is rekening gehouden met het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

Uitgangspunt is dat niet-agrarische ontwikkelingen in de groene omgeving alleen mogelijk zijn indien aannemelijk is gemaakt dat de ontwikkeling niet kan plaatsvinden in het bestaand stedelijk gebied. Indien vestiging in de groene omgeving noodzakelijk en wenselijk is, gaat de voorkeur uit naar hergebruik van bestaande bebouwing, zodat geen extra ruimtebeslag op de groene omgeving wordt gelegd.

Vestiging van het scoutinggebouw in de groene omgeving is noodzakelijk vanwege het karakter van de activiteiten van de scouting. Deze dienen in een groene omgeving (buitengebied) plaats te vinden. Enkele jaren kon de stichting gebruik maken van bestaande, voormalige agrarische schuren. Helaas bestaat deze mogelijkheid niet meer. Voorts is gezocht naar een nieuwe locatie waar hergebruik van bestaande voormalige agrarische schuren van toepassing was. Helaas is deze locatie niet gevonden. Wel staat er op de plek van de Grondhuisweg een oude schuur die zal verdwijnen.

Bestemmingsplannen voor de Groene omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging van functies in de Groene omgeving, uitsluitend indien hier sociaaleconomische en/of maatschapelijke redenen voor zijn én er is aangetoond dat het verlies aan ecologisch en/of landschappelijke waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving. Het scoutinggebouw heeft een maatschappelijke functie, nl. de behoefte van de scouting aan een locatie waar zij hun activiteiten kunnen uitoefenen.

Landschappelijke inpassing - ontwikkelingsperspectief

Naast het principe 'zuinig en zorgvuldig ruimte gebruik' speelt ook landschappelijke inpassing een belangrijkste rol als het gaat om behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Indien aan de gewenste ontwikkeling behoefte bestaat, is de vraag waar deze ontwikkeling het beste kan plaatsvinden.

In het provinciaal beleid is het grondgebied van de provincie opgedeeld op basis van zes ontwikkelingsperspectieven, drie ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en drie voor de stedelijke omgeving. Deze ontwikkelingsperspectieven geven aan in welke richting het gebied zich dient te ontwikkelen en biedt een (ruimtelijk) kader voor ontwikkelingen binnen het gebied.

Het perceel Grondhuisweg is gelegen binnen het ontwikkelingsperspectief 'Buitengebied, accent veelzijdige gebruiksruimte'. (stadsrandgebied) Dit zijn de gebieden binnen de provincie waar sprake is van de verweving van functies. Aan de ene kant melkveehouderij en akkerbouw als belangrijke vorm van landgebruik. Aan de andere kant gebruik voor landschap, natuur, milieubescherming, cultuurhistorie, recreatie, wonen en andere bedrijvigheid. Ook hier staat de kwaliteitsambitie 'voortbouwen aan de kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen' voorop. In dit perspectief worden de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw, maar ook die van andere sectoren, nog nadrukkelijker verbonden met behoud en versterking van cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke elementen.

De realisatie van een scoutinggebouw past binnen dit ontwikkelingsperspectief waarin sprake is van functiemenging. De activiteiten op het perceel vormen zelf ook een mix van recreatie en natuur. Ook natuureducatie en -beheer zullen onderdeel uitmaken van de activiteiten van de scouting, zodat het erf en haar omgeving hun uitstraling behouden.

Landschappelijke inpassing - gebiedskenmerken

In het landschapsontwikkelingsplan Salland (LOP) is het gebied rond de Grondhuisweg aangewezen als 'weteringenlandschap'. Karakteristiek aan het weteringenlandschap is de open structuur van de dalvormige laagtes. De gegraven weteringen zijn rechtlijnig en relatief smal. Kruisingen met doorgaande structuren (zoals historische lanen) zijn beplant, nieuwe wegen passen zich aan het open karakter aan. Het landschapsbeleid is gericht op het versterken van openheid van de laagtes.

Op basis van de Provinciale gebiedskenmerken is er sprake van een 'jonge heide- en broekontginningslandschap' (agrarisch cultuurlandschap). Ook is er spake van een Stadsrandgebied met sterke stad- en landrelaties.

De ambitie is de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden een stevige impuls te geven en soms een transformatie wanneer daar aanleiding toe is. De dragende structuren worden gevormd door landschappelijk raamwerken van lanen, bosstroken en waterlopen, die de rechtlijnige ontginningsstructuren versterken. Binnen deze raamwerken is ruimte voor verdere ontwikkeling van bestaande erven en soms de vestiging van nieuwe erven, mits deze een stevige landschappelijke jas krijgen.

Door het toevoegen van het scoutinggebouw aan de groene omgeving is het verlies van ecologische en/of landschappelijke waarden zo beperkt mogelijk gehouden. Het naastgelegen bosgebied is van weinig ecologische waarde. Op de plaats van het nieuwe scoutinggebouw staat een oud schuurtje dat afgebroken zal worden. Hierdoor verdwijnt een landschapsontsierend gebouw. Op de locatie zal op milieu- verantwoorde wijze gebouwd worden. (mosdak op het gebouw , regenwater infiltreren, afvalwater biologisch zuiveren, geen bodemvreemde of bedreigende producten gebruiken) Vanaf de Oerdijk en de Grondhuisweg, zal het scoutinggebouw niet te zien zijn, ivm de bomenrij die langs de Grondhuisweg loopt. Het scoutinggebouw is zo in het landschap ingepast, dat het niet opvalt. Ook past het gebouw in de omgeving door de materiaalkeuze van het gebouw ( hout).

Er zal door de Scoutingvereniging een zorgplan worden opgesteld voor onderhoud van het bos en de locatie. Hierin wordt rekening gehouden met de ecologische facetten. Zo zal een nuttige bijdrage geleverd worden aan de onderhoud van het bos, dat op dit moment van weinig ecologische waarde is.