direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
Plan: Lindeboomsweg 1a-1b
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P235-OH01

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder f van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat onderzocht moet worden of een bestemmingsplan uitvoerbaar is.

Voor de gemeente Deventer zijn aan de uitvoering van dit bestemmingsplan geen kosten verbonden. De ontwikkeling die door dit plan wordt mogelijk gemaakt betreft een particulier initiatief. De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van het project zullen door de initiatiefnemer worden gedragen. Het plan betreft geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro jo artikel 6.2.1. Bro, er hoeft daarom geen exploitatieplan ten behoeve van dit bestemmingsplan te worden opgesteld. Op grond van artikel 6.4a Wro is met initiatiefnemer een planschadeovereenkomst gesloten. De kosten voor planvorming worden doorberekend op grond van de Legesverordening.

Er zijn derhalve geen aanleidingen die duiden op financiƫle onhaalbaarheid van dit plan. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan kan derhalve worden geacht te zijn aangetoond.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Het voornemen tot een bestemmingsplanherziening voor het wijzigen van de bestemming van 'Horeca' naar 'Gemengd' is conform artikel 1.3.1 Bro gepubliceerd in de Deventer Post. Naar aanleiding van deze publicatie zijn geen reacties binnengekomen.

Gezien het bovenstaande en het feit dat het hier een plan betreft met een beperkte omvang, die een ontwikkeling mogelijk maakt die op grond van het huidige provinciale en gemeentelijk beleid is toegestaan wordt het houden van een extra inspraakronde niet noodzakelijk geacht. Het volgen van de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb), waarbij een ieder de gelegenheid krijgt zijn of haar zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken, wordt voor onderhavig plan voldoende geacht.

Vooroverleg
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Onderhavig bestemmingsplan valt binnen de provinciale vrijstellingslijst A onder A sub 2 en 3 van Gedeputeerde Staten van Overijssel. Op basis van deze lijst is vooroverleg met de Provincie niet nodig. In verband met de archeologische verwachtingswaarde is met de provinciaal archeoloog vooroverleg gepleegd over dit plan. Op 24 februari 2010 heeft de provinciaal archeoloog te kennen gegeven in te stemmen met de voorgenomen wijze van dubbelbestemming ten behoeve van bescherming van archeologische waarden in dit bestemmingsplan.

Omtrent het vooroverleg met het Rijk kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen nationale belangen in het geding zijn. Derhalve heeft geen overleg plaatsgevonden met het Rijk. Het Waterschap heeft via de digitale watertoets een positief advies afgegeven betreffende dit plan. Verder vooroverleg met het Waterschap is niet nodig.