direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
Plan: Hoekweg, Rood voor Rood
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P221-OH01

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder f van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat onderzocht moet worden of een bestemmingsplan uitvoerbaar is.

Voor de gemeente Deventer zijn aan de uitvoering van dit bestemmingsplan geen kosten verbonden. De ontwikkeling die door dit plan wordt mogelijk gemaakt betreft een particulier initiatief. De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van het project komen voor rekening van de initiatiefnemer.

De enige kosten voor de gemeente Deventer zijn de begrootte kosten voor de planvorming. Deze kosten kunnen worden doorberekend aan de initiatiefnemers. Op grond van artikel 6.12, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening jo artikel 6.2.1a van het Besluit ruimtelijke ordening hoeft daarom voor het bouwplan geen exploitatieplan vastgesteld te worden.

De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan kan derhalve worden geacht te zijn aangetoond.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Het voornemen tot een bestemmingsplanherziening voor het landgoed De Hoek is conform artikel 1.3.1 Bro gepubliceerd in de Deventer Post. Naar aanleiding van deze publicatie zijn geen reacties binnengekomen.

Gezien het bovenstaande en het feit dat het hier een plan betreft met een beperkte omvang, die een ontwikkeling mogelijk maakt die op grond van het huidige provinciale en gemeentelijk beleid is toegestaan, wordt het houden van een extra inspraakronde niet noodzakelijk geacht. Het volgen van de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb), waarbij een ieder de gelegenheid krijgt zijn of haar zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken, wordt voor onderhavig plan voldoende geacht.

Vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Het plangebied van dit bestemmingsplan valt gedeeltelijk binnen de EHS. Omdat daarom sprake is van een provinciaal belang, is het concept-bestemmingsplan in het kader van vooroverleg met de Provincie besproken. De Provincie heeft ingestemd met de locatie van de bouwkavel en ten behoeve daarvan de EHS-begrenzing aangepast.
Daarnaast heeft de Provincie aangegeven dat in de toelichting van het bestemmingsplan de balans tussen de ontwikkeling en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit voldoende duidelijk moet zijn. Als onderdeel van de Rood voor Rood overeenkomst is voor de ontwikkeling van landgoed De Hoek een 'visie op de beeldkwaliteit van de nieuwbouw en de versterking van het landschap' opgesteld. In de toelichting van het bestemmingsplan zijn een aantal aspecten uit de visie beschreven. De volledige visie is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd.

Omtrent het vooroverleg met het Rijk kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen nationale belangen in het geding zijn. In dergelijke gevallen is vooroverleg met het Rijk niet nodig. Hierover heeft de VROM-Inspectie een brief gestuurd naar alle gemeenten (d.d. 18 mei 2010).

Ook wordt de waterhuishouding in het gebied niet beïnvloed door voorliggende planherziening. Het rioolstelsel ter plaatse heeft voldoende capaciteit en infiltratie van hemelwater in de bodem is mogelijk. Het waterschap heeft een positief wateradvies gegeven voor dit plan (d.d. 6 januari 2011, kenmerk 20110106-4-2876). Derhalve heeft er ook geen vooroverleg met het Waterschap plaatsgevonden.