direct naar inhoud van 5.4 Waterhuishouding
Plan: Diepenveen, Locatie Berends
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P210-OH01

5.4 Waterhuishouding

5.4.1 Inleiding

Zoals in § 3.2.3 is aangegeven is sinds 1 november 2003 de watertoets wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Eén van de oorzaken van wateroverlast is de wijze waarop plannen en besluiten kunnen leiden tot wateroverlast, een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebieden, etc. De watertoets heeft als doel deze negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor het watersysteem te benutten. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij ruimtelijke plannen en besluiten. In deze paragraaf wordt hierop nader ingegaan.

Ten behoeve van de watertoets heeft Boot organiserend ingenieursburo BV. een hydrologisch onderzoek verricht. Het rapport (nr. KE 08169, d.d. 14 oktober 2008 en herzien d.d. 25 september 2009) is als bijlage aan het bestemmingsplan toegevoegd. De onderzoeksresultaten zijn in deze watertoets verwerkt.

5.4.2 De watertoets

Bestaande situatie

De huidige maaiveldhoogte van het plangebied varieert van circa 4,5 meter boven NAP aan de westzijde van het terrein tot circa 5,2 meter boven NAP aan de oostzijde van het terrein. De gemiddelde hoogste grondwaterstand bedraagt globaal 3,9 à 4,2 meter boven NAP. Het grondwater onder het plangebied stroomt van oost naar west in de richting van de IJssel.

De bovenste 1 à 2 meter van de bodem van het plangebied bestaat uit matig fijne silthoudende zanden.

Het peil van de Zandwetering is 's zomers 3,7 meter boven NAP en 's winters 3,50 meter boven NAP. De Zandwetering heeft een belangrijke functie voor de afvoer van overtollig water uit het zuidoostelijk deel van de gemeente Deventer en komt nabij Zwolle uit in de Soestwetering. Andere functies van deze watergang zijn de opvang en buffering van regenwater, het voorkomen van verdroging van de omgeving en de recreatie.

In het dorp ligt een gemengd rioolstelsel. Via een rioolgemaal aan de Schapenzandweg wordt het afvalwater in dit rioolstelsel afgevoerd naar een rioolzuiveringsinstallatie aan de Roland Holstlaan. Bij zeer hevige regenval kan het rioolstelsel een deel van het afvalwater en hemelwater niet meer verwerken. Het gevolg hiervan is dat verdund afvalwater via riooloverstorten op de Zandwetering geloosd.

Verantwoordelijke overheden

De verantwoordelijkheid voor het kwalitatieve en kwantitatieve beheer van het oppervlaktewater berust bij het Waterschap Groot Salland. De gemeente Deventer is verantwoordelijk voor de riolering en de infiltratie in de ondergrond.

Beleidskader en randvoorwaarden

In het stedelijke gebied, waaronder het plangebied, is de waterhuishouding in eerste instantie gericht op het voorkomen van (grond)wateroverlast. Bij de aanleg van de wegen, het ontwikkelen van de bouwgrond en de aanleg van de groenvoorzieningen moet ervoor worden gezorgd dat de drooglegging van het gebied in relatie met het grondwaterpeil in voldoende mate gezekerd is.

Een belangrijk deel van het plangebied ligt in een “Primair watergebied” (zie paragraaf 3.3.2). Bouwen van woningen in een dergelijk gebied is alleen mogelijk als:

  • 1. de bouw van de geplande woningen niet leidt tot een verlies van het waterbergend vermogen van de Zandwetering,
  • 2. het eventuele verlies aan waterbergend vermogen gecompenseerd wordt door een verruiming van dit waterbergend vermogen op een andere locatie.

Het beleid is gericht op duurzaam waterbeheer. Dat houdt in dat de hemelwaterafvoer van het riool wordt afgekoppeld en dat het hemelwater zoveel mogelijk wordt vastgehouden of geborgen in het gebied waar dit water valt. Om dat doel te bereiken moet het hemelwater zo veel mogelijk ter plaatse worden geïnfiltreerd of het moet worden afgevoerd naar een nabij gelegen waterpartij of waterloop. De ambitie voor het plangebied is erop gericht om het hemelwater in de bodem te infiltreren.

Voor het ontwerp van de waterhuishouding zijn verder de volgende randvoorwaarden gehanteerd.

  • Er is gerekend met een ontwerpbui T=100+10% (inundatie) en T=250 (geen instroom in woning).
  • Op particulier terrein dient minimaal 10 mm regenwater te worden geborgen en geïnfiltreerd in de bodem. Vanuit de voorziening dient een oppervlakkige overloop naar de openbare ruimte aanwezig te zijn.
  • Er mogen geen uitlogende materialen worden gebruikt.
  • De benodigde berging en infiltratie van het hemelwater dient in het plangebied te worden geprojecteerd.
  • De eis tot het afkoppeling heeft alleen betrekking op de nieuw aan te leggen verhardingen en de nieuw te bouwen woningen in het plangebied.

Toekomstige afwerkhoogte

De geprojecteerde afwerkhoogte zal circa 5,30 à 5,40 meter boven NAP zijn ter plaatse van de woningen en circa 5,00 à 5,15 meter boven NAP zijn ter plaatse van de wegen. Met betrekking tot de woningen wordt zo een ontwateringsdiepte gegarandeerd van minimaal 80 cm ten opzichte van de gemiddelde hoogste grondwaterstand.

Compensatie verlies waterbergend vermogen Zandwetering

Het feit dat het plangebied deels in het Primaire watergebied van de Zandwetering ligt is al in een vroeg stadium van de planvorming het onderwerp geweest van overleg tussen de initiatiefnemer, de gemeente Deventer en het Waterschap Groot Salland. Tijdens dat overleg, dat op 9 mei 2006 is gevoerd, is de mogelijkheid besproken om een financiële compensatie te bieden voor het feit dat de Zandwetering in de toekomst mogelijk extra regenwater moet bergen dat afkomstig is uit het plangebied. Het waterschap verklaarde zich per brief d.d. 12 februari 2007 (kenmerk WHA\07A729.SHE) akkoord met deze optie en stelde in die brief het bedrag vast. Verder deelde het Waterschap Groot Salland mee dat het elders langs de Zandwetering de benodigde extra bergingscapaciteit gaat creëren.

Ontwerp hemelwaterafvoersysteem

De volgende beschrijving is een samenvatting uit het hydrologische rapport. De getalsmatige onderbouwing van het systeem is in het rapport te vinden.

Het afvoersysteem is ontworpen op basis van het uitgangspunt dat het hemelwater zoveel mogelijk in de bodem wordt vastgehouden door middel van infiltratievoorzieningen. Uit geohydrologisch onderzoek blijkt dat de ondergrond ter plaatse voldoende mogelijkheden biedt voor infiltratie, ondanks het feit dat de ruimte tussen het toekomstige maaiveld en het gemiddelde hoogste grondwaterniveau (GHG) vrij gering is.

In overleg met alle partijen is besloten om een combinatie van infiltratiekratten (op particulier terrein) en waterpasserende verharding (in openbaar gebied) toe te passen.

Het hemelwater, afkomstig van daken en verharde delen van percelen, wordt ondergronds aangesloten op de infiltratiekratten. Bij hevige buien (> ca 10 mm) zal het medium middels een bovengrondse overloopvoorziening bij de erfgrens overstromen naar het openbare gebied.

Het hemelwater dat op de trottoirs, de parkeervoorzieningen en de rijbaan valt en het hemelwater dat afkomstig is van de percelen (zie boven) zal naar het midden van de rijbaan af kunnen stromen. De rijbaan wordt voorzien van een waterpasserende verharding. Onder de rijbaan wordt een funderingsstrook aangelegd waarin holle ruimten aanwezig zijn waarin het hemelwater tijdelijk kan worden geborgen. Vanuit de funderingsconstructie infiltreert het hemelwater in de bodem.

Om tijdens extreme buien (> T=100 + 10 %) wateroverlast te voorkomen wordt een overstortvoorziening op de Zandwetering aangebracht. Deze voorziening zal bestaan uit een slokop (inspectieput met monsterdeksel) die wordt geplaatst in de waterpasserende verharding.

Keurzone Zandwetering

De Zandwetering is in het beheer van het Waterschap Groot Salland. Aan beide zijden van deze watergang dient in principe een onderhoudsstrook vrijgehouden te worden van 5 meter. Besloten is echter om het onderhoud van de watergang ter hoogte van het plangebied te verrichten vanaf het water. De oostelijke oever ter hoogte van het plangebied is vergraven. Daarbij is het onderhoudspad aan de oostzijde (breedte 1,5 meter) vergraven. De resterende strook van 3,5 meter breed wordt bij het plangebied betrokken.

De verplichting blijft wel bestaan om voor alle werkzaamheden binnen de keurzone van 5 meter langs de watergang een ontheffing aan te vragen bij het waterschap.

Ontwerp vuilwaterafvoersysteem

Het bestaande gemengde rioolstelsel dat onder de Dorpsstraat ligt voert via een leiding in het onderhavige plangebied het afvalwater af richting de Zandwetering. Het stelsel kruist deze watergang door middel van een zinkerleiding. Aan de westzijde van de Zandwetering takt de leiding aan op een andere bestaande rioolleiding die het afvalwater verder in zuidwestelijke richting afvoert.

Vanwege de stedenbouwkundige inrichting van het plangebied dient het bestaande rioolstelsel te worden omgelegd. Met de gemeente zijn meerdere tracé's besproken. De voorkeur gaat uit naar een omlegging in het plangebied, waarbij een nieuwe kruising met de Zandwetering dient te worden gerealiseerd. Het om te leggen rioolstelsel kan binnen het plangebied tevens dienst doen als inzameling van het huishoudelijke afvalwater.

5.4.3 Verslag overleg met relevante waterbeheerders

In het kader van de planvorming is meerdere keren gecorrespondeerd en overleg gevoerd met het waterschap Groot Salland. Op 26 oktober 2007 heeft het waterschap per brief (kenmerk WHA\2007-5369.SHE) gereageerd op het 1ste planconcept. De opmerkingen uit die brief zijn in de waterparagraaf verwerkt.

Ten slotte heeft de opsteller van het hydrologische rapport telefonisch overleg gevoerd met de gemeente Deventer en het waterschap over de randvoorwaarden die gehanteerd moesten worden in het hydrologische onderzoek. Deze zijn gehanteerd bij de uitvoering van het hydrologische onderzoek.