direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Diepenveen, Locatie Berends
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P210-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurplan Deventer 2025 (2004)

Het structuurplan Deventer bevat beleidsvoornemens met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling voor Diepenveen. Bij deze ontwikkeling staat het behoud van het dorpse karakter van Diepenveen centraal. Daarbij moet niet alleen zorg besteed worden aan de ruimtelijke kwaliteit van het dorp zelf, maar ook aan het omringende landschap en de overgang tussen dorp en landschap. Vooral op inbreidingslocaties bestaat nog de mogelijkheid voor woningbouw. Met het woningbouwprogramma wordt ingespeeld op de lokale vraag, maar het programma beperkt zich niet tot deze vraag alleen. Er kan in principe gebouwd worden voor alle doelgroepen van het gemeentelijke woningbouwbeleid. Voor het overige beleid verwijst het structuurplan naar de beleidsdoelen uit de Structuurvisie Diepenveen.

Het bouwplan voor de locatie Berends past binnen de bovenvermelde beleidscriteria.

3.4.2 Structuurvisie Diepenveen (2004)

De gemeente Deventer heeft deze visie in 2004 vastgesteld. De visie biedt de ruimtelijke randvoorwaarden voor initiatieven van de gemeente en van derden. Het centrale uitgangspunt is de wens tot het behoud van het dorpse karakter van Diepenveen. Volgens deze visie zijn de volgende ruimtelijke kwaliteiten kenmerkend voor dat deel van het dorp waarvan het plangebied deel uitmaakt:

  • Zichtlijnen van het dorp naar het buitengebied via de rechte wegen en straten die het buitengebied inlopen bepalen mede de dorpse sfeer.
  • De nabijheid van de Zandwetering.

De ruimtelijke analyse van het dorp leidt verder tot de volgende relevante uitgangspunten voor de toekomstige ontwikkeling van het dorp.

  • Versterken van de relatie tussen de Zandwetering en het dorp. De locatie Berends is een van de locaties waar deze sterkere relatie vorm gegeven kan worden.
  • Nieuwbouw toelaten op enige locaties die vrijkomen, waaronder de locatie Berends.
  • De bouwhoogte dient beperkt te blijven tot maximaal drie bouwlagen.
  • Het toevoegen van seniorenwoningen en laag geprijsde woningen aan de lokale woningvoorraad is gewenst.

Het stedenbouwkundige ontwerp voor de locatie Berends is gemaakt op basis van de bovenvermelde uitgangspunten.

3.4.3 Masterplan Zandwetering

In het structuurplan van Deventer uit 2004 is geconstateerd dat de recreatieve en ecologische kwaliteit van de Zandwetering kan worden vergroot. De Zandwetering dient de drager te worden van een stedelijke groenstructuur die loopt vanaf het gebied Gooiersmars in het oosten van de gemeente (waar de Zandwetering ontspringt) tot aan het landgoederengebied aan de westzijde van Diepenveen. Een en ander moet in samenhang gezien worden met het beleid van de provincie en het waterschap om het waterbergend vermogen van deze waterloop te vergroten. Dit heeft geleid tot het maken van het Masterplan Zandwetering.

Diepenveen is voor een groot deel tot dicht aan de Zandwetering gebouwd. Hierdoor is er ter hoogte van het dorp weinig ruimte over aan de oostzijde van de Zandwetering om een groene zone langs deze waterloop aan te leggen of om het profiel van de oever te wijzigen. Het masterplan voorziet daarom bij Diepenveen uitsluitend in maatregelen langs de westzijde van de Zandwetering.

Inrichtingsplan Zandwetering bij Diepenveen - Rande

Dit plan is een uitwerking van het masterplan voor het deeltraject van deze waterloop ter hoogte van de dorpen Diepenveen en Borgele. Deze uitwerking is tot stand gekomen na intensief overleg met de bewoners van het dorp. In april 2008 heeft het waterschap Groot Salland ingestemd met dit inrichtingsplan. Het heeft nu de status van een ontwerpplan.

Langs de westzijde van de Zandwetering zal een groenstrook worden aangelegd waarmee in visueel landschappelijke zin een geleidelijkere overgang gecreëerd wordt tussen de landgoederen Oud en Nieuw Rande ten westen van het dorp en het dorp zelf. Verder worden de oeverprofielen gewijzigd. In de smalle strook tussen het dorp en de Zandwetering worden geen waterbergingsgebieden ingericht. Ter hoogte van het plangebied wordt het onderhoudspad langs de Zandwetering (van 1,5 meter breedte) weg gegraven om ruimte te winnen teneinde het talud van de oever te kunnen verflauwen.

De inpassing van het bouwplan voor de locatie Berends langs de Zandwetering gebeurt met inachtneming van de inrichtingseisen uit het Masterplan Zandwetering.

3.4.4 Bestemmingsplan Kom Diepenveen

Het voorontwerp van het bestemmingsplan "Kom Diepenveen" is aan het begin van 2008 in procedure gebracht en heeft van 6 maart tot en met 16 april 2008 in het kader van de inspraak ter inzage gelegen. Het voorontwerp bood de planologische mogelijkheid om de locatie Berends uit te werken als woningbouwlocatie. In de plantoelichting staat het volgende over deze locatie vermeld (blz. 44) ”Op de locatie van de (voormalige) kwekerij kunnen in aansluiting op de bijzondere kwaliteiten van de omgeving – gelegen aan de dorpsrand en de zandwetering en gelegen aan de historische route van de schapenzandweg richting de landgoederen van het voormalig kasteel Oud Rande -, woningen worden ontwikkeld. De kwaliteiten van het landgoederenlandschap zullen daarbij op de locatie voelbaar moeten worden gemaakt en de bebouwing langs de Schapenzandweg moet aansluiten op de reeds aanwezige (lint) bebouwing. Tevens is het groene karakter van het dorpsgebied beeldbepalend. Uitgangspunt is dat er grondgebonden woningen worden gesitueerd”.

Bij de uitwerking van het woningbouwplan voor de locatie Berends moeten de volgende regels in acht worden genomen:

  • 1. maximaal 50 woningen mogen op de locatie worden gebouwd;
  • 2. de goothoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • 3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 meter;
  • 4. het bebouwingspercentage van het plangebied mag niet meer bedragen dan 60 %;
  • 5. bijgebouwen staan minimaal 3 meter achter de voorgevelrooilijn;
  • 6. parkeren vindt plaats op eigen terrein;
  • 7. het bouwplan moet voldoen aan alle milieueisen.

Bijna de helft van het plangebied ligt in de “Zone primair watergebied” van de Zandwetering. Deze zone is primair bestemd voor waterberging. Er mogen in principe geen woningen worden gebouwd. Van dat verbod kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen onder voorwaarde dat gebleken is dat de bouw van woningen niet leidt tot een belemmering van de waterbergende functie en het waterschap positief heeft geadviseerd over het woningbouwplan.

De locatie Berends is uit de ontwerpversie van het bestemmingsplan "Kom Diepenveen" gehaald omdat het voorliggende bestemmingsplan in de planologische regeling van het bouwplan voor deze locatie voorziet. Het bestemmingplan "Kom Diepenveen" is vastgesteld op 13 januari 2009.

3.4.5 Gemeentelijk waterbeleid (2007)

Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in het Waterplan Deventer (2007-2010) en Gemeentelijk Rioleringsplan (2010-2015).

Het Waterplan is een gezamenlijk plan van de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Er staat in welke knelpunten deze organisaties zien in de waterhuishouding en hoe ze die denken op te lossen. In het Waterplan staan de belangrijkste maatregelen die de waterorganisaties de komende jaren samen willen treffen. Ieder jaar wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer (GRP) 2010-2015 wordt het gemeentelijk beleid voor de inzameling en het transport van het huishoudelijke en bedrijfsmatige afvalwater en het overtollige hemelwater en grondwater, de uit te voeren programma's in de planperiode en de investeringen beschreven. De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu. Vanaf 2008 heeft de gemeente er zorgplichten bij gekregen voor hemelwater en grondwater. Dit is een uitbreiding van de oude zorgplicht voor het stedelijk afvalwater, Naast deze verbrede zorgplicht vraagt ook de klimaatverandering aandacht.

3.4.6 Visie Duurzaam Deventer (2009)

De looptijd van het Milieubeleidsplan 2003-2008 is geëindigd. Voorafgaand aan een nieuw milieubeleidsplan heeft het college van B&W een Visie Duurzaam Deventer vastgesteld. In voorliggende visie zijn de belangrijkste keuzes opgenomen die nodig zijn om tot een resultaatgericht milieubeleid te komen. Voor de drie speerpunten van beleid, klimaat, ecologie en afval, zijn de kaders en uitgangspunten benoemd. Hiermee worden kaders gesteld die in het nieuwe milieubeleidsplan (2009-2014) zullen worden uitgewerkt.

Voor het klimaat is de ambitie dat de gemeente in 2030 klimaatneutraal is

3.4.7 Extern veiligheidsbeleid

Op 4 juli 2007 is door de Raad de "Omgevingsvisie externe veiligheid" vastgesteld. In die nota is de ambitie vastgelegd wat betreft het veiligheidniveau wat moet worden nagestreefd per deelgebied in Deventer. Voor woonwijken is vastgelegd dat overschrijding van het plaatsgebonden risico voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet acceptabel is en dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet mag worden overschreden. Binnen dit plangebied wordt aan dit ambitieniveau voldaan.

3.4.8 Woonvisie 2008+

Op 25 maart 2009 is de Woonvisie 2008+ vastgesteld door de gemeenteraad. De visie op wonen bestaat uit vier uitgangspunten:
1. Voldoende woningen, van goede kwaliteit
2. Een ongedeelde samenleving, op wijkniveau
3. Keuzevrijheid voor alle inwoners
4. Aanjagen van de doorstroming, beperken van de scheefheid
Deze vier uitgangspunten vormen de basis voor verdere uitwerking van het woonbeleid.

In de Woonvisie zijn voor Diepenveen de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd.

Algemeen Diepenveen

In Diepenveen vestigen zich veel mensen uit de stad. Verder heeft het dorp van oudsher een belangrijke functie bij de opvang van mensen die het buitengebied willen verlaten vanwege bedrijfsbeëindiging en/of behoefte aan nabijheid van voorzieningen. Er is in Diepenvee nog behoefte aan betaalbare huurwoningen en woningen geschikt voor senioren.

De woningbouwopgave voor Diepenveen kan als volgt worden samengevat

  • Verder ontwikkelen en uitvoeren pijplijnplannen.
  • In het algemeen: actief beleid ten aanzien van locaties voor senioren.
  • Grote aandacht voor in het dorp passende stedenbouw/architectuur.
  • Inspelen op de behoefte aan starterswoningen en sociale huurwoningen voor senioren.
  • Aandacht voor ouderenhuisvesting en sociale woningbouw; voortzetten huidig beleid herstructurering bestaande woningen door de woningbouwvereniging De Marken

Het indicatieve bouwprogramma van Diepenveen kan als volgt worden samengevat:

  Huur     Koop     Totaal  
  Sociaal   Vrije markt   Sociaal   Vrije markt    
Eengezinswoning           185  
Meergezinswoning           135  
Totaal   0   10   85   220   320  

3.4.9 Groenbeleidsplan (2007)

Het Groenbeleidsplan 2007-2017 (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit blijven behouden en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken is in het groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

De groenvisie is: "De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerpbewust beheren".

De ambities uit het Groenbeleidsplan zijn:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor de toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • inspringen op nieuwe stedelijke ontwikkelingen;
  • een handleiding bieden voor de praktische invoering van de groenvisie in de praktijk.

Geconcludeerd kan worden dat het bestemmingsplan past binnen het Groenbeleidsplan.

3.4.10 Beleidsnota Beroep en bedrijf aan huis

De beleidsnota 'Beroep en Bedrijf' aan huis biedt duidelijkheid over de vraag wanneer het wel en wanneer het niet mogelijk is een bedrijf of beroep aan huis te hebben. Het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten thuis kan een positieve uitstraling hebben op de woonomgeving; het kan de wijk of buurt verlevendigen. In sommige gevallen kan het echter ook ongewenste situaties met zich meebrengen. Zo kan een bepaalde activiteit bijvoorbeeld een ongewenste verkeersaantrekkende werking hebben of voor anderen overlast met zich mee brengen. Onderstaande criteria zijn ter voorkoming van deze ongewenste situatie.

Een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan indien:

  • het ondergeschikt is aan de woonfunctie: max. 35 % van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt tot een maximum van 50 m2;
  • er mag geen onevenredige hinder en overlast worden veroorzaakt;
  • de persoon die de activiteit uitoefent moet tevens bewoner van het huis zijn;
  • er mag geen horeca, detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  • uitsluitend categorie 1 bedrijven (volgens VNG-brochure "bedrijf en milieuzonering") zijn toegestaan;
  • er mag geen duidelijk waarneembare nadelige invloed zijn op de verkeerssituatie.

In afwijking van het verbod op horeca mag binnen de woonbestemming onder bepaalde voorwaarden wel een Bed & Breakfast voorziening worden gerealiseerd. Naast bovenstaande criteria geldt de voorwaarde dat er sprake moet zijn van een toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid, waarbij het zelfstandig functioneren als wooneenheid dient te worden uitgesloten.

Verder moet de authentieke verschijningsvorm van de woningen worden gehandhaafd en mag het aantal bedden ten dienste van de toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid maximaal 4 bedragen.

In dit bestemmingsplan wordt het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis onder de genoemde voorwaarden binnen de woonbestemming mogelijk gemaakt.

3.4.11 Welstandsnota gemeente Deventer (2004)

De herziening van de Woningwet, die op 1 januari 2003 in werking is getreden, heeft onder meer als doel het inzichtelijk maken van de beoordeling van de aanvragen voor bouwplannen door de welstandscommissie. Sinds 1 juli 2004 is het niet meer mogelijk zonder vooraf bekend gemaakte criteria welstandseisen aan bouwplannen te stellen. De gemeente Deventer heeft deze criteria vastgelegd in de Welstandsnota gemeente Deventer. De nota is een beheers- en verbeteringsinstrument voor de uiterlijke verschijningsvorm in bestaande gebieden. Er is onderscheid in vier soorten criteria: de algemene welstandscriteria, de gebiedscriteria, de criteria voor bepaalde typen bouwwerken en de objectcriteria. Hoe er naar de plannen gekeken wordt hangt af van de waarde die aan het gebied, gebouw of object wordt gehecht. De gemeente hanteert hierin een viertal niveaus, namelijk:

  • niveau 1, bijzondere toetsing: de gemeente wil de bijzondere kwaliteiten van het gebied behouden en/of verbeteren, ofwel een gebied met een bijzondere kwaliteit realiseren;
  • niveau 2, reguliere toetsing: deze toetsing beoogt handhaving en continuering van de huidige kwaliteit van het gebied;
  • niveau 3, soepele toetsing: deze toetsing beoogt de basiskwaliteit van het gebied te behouden;
  • niveau 4, welstandsvrij: er worden geen eisen gesteld.

Voor het gebied van dit bestemmingsplan geldt welstandsniveau 1.