direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Diepenveen, Locatie Berends
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P210-OH01

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  • b. voet- en rijwielpaden, verhardingen;
  • c. parkeervoorzieningen, uitsluitend indien ontheffing is verleend met toepassing van artikel 3.4.1;
  • d. speelvoorzieningen, waaronder begrepen jeugd- en jongerenontmoetingsplaatsen;
  • e. waterlopen en waterpartijen met daarbij bij behorende bruggen, dammen, duikers, kades, taluds, beschoeiingen e.d.;
  • f. een steiger ter plaatse van de aanduiding “steiger”;
  • g. nutsvoorzieningen, uitsluitend indien ontheffing is verleend met toepassing van artikel 3.3.1.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de tot "Groen" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.
    • 2. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m2 mag bedragen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de oppervlakte van een speelvoorziening mag niet meer dan 15 m2 bedragen;
  • e. de oppervlakte van de steiger mag niet meer dan 110 m2 bedragen.
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder a en toestaan dat een ondergeschikt gebouw wordt gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:

  • a. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt.
3.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige artikel genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie
  • f. de sociale veiligheid.
3.3.3 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een ontheffing is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

3.4 Ontheffing van de gebruiksregels
3.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen als bedoeld in artikel 3.1 onder c en toestaan dat gronden worden gebruikt ten behoeve van parkeervoorzieningen.

3.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige artikel genoemde ontheffing kan slechts worden verleend:

  • a. indien de noodzaak hiervan is aangetoond;
  • b. mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de groenstructuur.
3.4.3 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een ontheffing is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

.