direct naar inhoud van 5.2 Milieu-aspecten
Plan: Fietsbrug N348
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P202-OH03

5.2 Milieu-aspecten

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in één nieuwe ontwikkeling. Het betreft een infrastructurele aanpassing ter hoogte van de kruising tussen twee belangrijke wegen, de N348 en de Nico Bolkesteinlaan - Leonard Springerlaan. Het gaat niet om een gevoelige functie en evenmin zullen dezelfde personen er meer dan twee uur per dag aanwezig zijn.

Ten behoeve van dit bestemmingsplan zijn de volgende milieukundige aspecten van belang:

  • geluid;
  • bodemkwaliteit;
  • luchtkwaliteit;
  • risico/veiligheid;
  • ecologie;
  • hoogspanningsleidingen.
5.2.1 Geluid

Door het project zal de bestaande (brom)fietsverbinding tussen het centrumgebied van Deventer en de Vijfhoek circa 10 meter verschoven worden. Indien de oostelijke op- en afrit via een talud loopt, draagt dit bij aan de afscherming van het geluid van het verkeer op de Nico Bolkesteinlaan ten opzichte van de woningen aan de Colmschaterstraatweg.

5.2.2 Bodem

Voor zover bekend zijn ter plaatse van de fietsbrug en de daarbij behorende op- en afritten geen bodemonderzoeken uitgevoerd. Op basis van het historisch bodembestand worden ter plaatse geen bodemverontreinigingen verwacht.

Ten zuiden van de fietsbrug zijn in de periode 1997-2003 op een drietal locaties bodemonderzoeken en/of bodemsanering uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat de grond lokaal licht verhoogde gehalten aan lood, zink, minerale olie en PAK bevat, Deze hoeveelheden overschrijden de streefwaarde. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan chroom, minerale olie, vluchtige aromaten en trichlooretheen aangetoond; ook deze hoeveelheden overschrijden de streefwaarde.

Op basis van deze informatie bestaat niet het vermoeden dat ter plaatse van de fietsbrug een ernstige bodemverontreiniging aanwezig zal zijn. Het project kan daarom zonder verder onderzoek of maatregelen doorgang vinden.

5.2.3 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de wet tot wijziging van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), werktitel 'Wet luchtkwaliteit', in werking getreden. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL-programma (Nationale Samenwerking Luchtkwaliteit), dat in werking treedt nadat de Europese Unie derogatie heeft verleend.

Het bestaande (brom)fietsverkeer zal door het project niet meer gebruik hoeven te maken van de verkeersregelinstallatie op de kruising Nico Bolkensteinlaan - Leonard Springerlaan - N348. Dit komt de doorstroming van het gemotoriseerde verkeer ten goede omdat de verkeersregelinstallatie zodanig aangepast kan worden dat het gemotoriseerde verkeer niet meer hoeft te wachten voor overstekende (brom)fietsers. Een betere doorstroming van het gemotoriseerde verkeer heeft een gunstig effect op de lokale luchtkwaliteit. Volgens de verkeersmilieukaart wordt ter plaatse, nu en in de toekomst, voldaan aan de normstelling voor luchtkwaliteit volgens de eisen van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Uit bovenstaande blijkt dat er door het project geen overschrijding van de grenswaarde te verwachten is en het plan ook niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt.

5.2.4 Externe veiligheid

Over de N348 loopt een route gevaarlijke stoffen. Verkeersdeelnemers worden uit oogpunt van externe veiligheid echter niet betrokken bij risicoafwegingen. In de Circulaire Vervoer Gevaarlijke Stoffen is hierover het volgende opgenomen:

1.3.4 Blootgestelde groepen. Deze circulaire gaat alleen over de bescherming van personen die in de omgeving van infrastructuur verblijven. Zij heeft geen betrekking op de bescherming van verkeersdeelnemers, zoals bestuurders of reizigers. Deze maken deel uit van het risicoveroorzakende systeem: de infrastructuur met de daarop plaatsvindende vervoershandelingen. Hierop is gewoonlijk de term "interne veiligheid" van toepassing.

Externe veiligheid is voor dit project verder geen aandachtspunt.

5.2.5 Ecologie

Vanuit het oogpunt van natuurwetgeving is een aantal wettelijke regelingen relevant in het kader van dit bestemmingsplan. Het gebied is niet gelegen binnen de begrenzing van een Speciale Beschermingszone in het kader van de Vogel- en /of Habitatrichtlijn. Ook is het plangebied niet gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur of een beschermd natuurmonument (Natuurbeschermingswet).

Van toepassing is wel de sinds 1 april 2002 van kracht zijnde Flora- en faunawet. Deze wet voorziet in de bescherming van planten en dieren in heel Nederland. Het realiseren van een fietsbrug dient aan deze wet getoetst te worden. Met het oog hierop is in de vroege zomer van 2008 door het bureau Ecogroen een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de fietsbrug op de ecologische situatie ter plekke.

Op 24 juni 2008 heeft er een veldonderzoek plaatsgevonden. Hieruit bleek dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is, omdat er in het plangebied slechts laagbeschermde dier- en plantensoorten aanwezig zijn. Wel dienen werkzaamheden die broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen altijd te worden voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten in de periode voor 15 maart en na 15 juli of te controleren op broedende vogels en nesten binnen de invloedssfeer van de plannen. Overigens wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd, maar is het van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Als in de periode 15 juli-15 oktober gestart wordt met de kap- en/of sloopwerkzaamheden, dan is het van belang om na te gaan of bewoonde nesten van de houtduif aanwezig zijn in de invloedssfeer van de plannen.

Voor de in het plangebied voorkomende laag-beschermde kleine zoogdieren en amfibieën geldt automatisch vrijstelling en is geen ontheffing nodig. Om schade aan kleine zoogdieren te voorkomen is het wenselijk - indien de planning van de activiteiten dit toelaat- werkzaamheden in het plangebied zoveel mogelijk uit te voeren in de periode september-december (mits vorstvrij).

5.2.6 Hoogspanningsleidingen

Evenwijdig aan de N348 loopt een hoogspanningslijn. Deze lijn loopt eveneens over het talud of de constructie waar de fietsbrug op zal uitkomen. De hoogspanningsleiding wordt daarom uit veiligheidsoverwegingen aangepast.

Ten aanzien van gezondheidseffecten van hoogspanningslijnen heeft het ministerie van VROM op 3 oktober 2005 de gemeenten geadviseerd over het te voeren beleid. Het advies luidt om bij de vaststelling van bestemmingsplannen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen (0 tot 15 jaar) langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbij het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla (µT). In het advies wordt door VROM met nieuwe situaties, in relatie tot verblijftijd en mate van blootstelling, bedoeld het oprichten van woningen, scholen, kinderdagverblijven e.d. Er wordt bij gemeentelijke planvorming rekening gehouden met dit VROM-advies.

Voor het plan van de fietsbrug is er echter geen sprake van een nieuwe situatie in de zin van het VROM-advies. Zowel de (brom)fietsverbinding als de hoogspanningsleiding zijn in de huidige situatie reeds aanwezig. De verblijftijd binnen de indicatieve zone van 50 meter aan weerszijden van de lijn is redelijkerwijs niet gelijk te stellen aan de verblijftijd bij de nieuwe functies als bedoeld in het VROM-advies. Door de fietsbrug zal de verblijftijd van (brom)fietsers onder de lijn zelfs afnemen omdat ze niet meer voor een stoplicht hoeven te wachten. De hoogspanningslijnen zijn vanuit gezondheidsoverwegingen verder geen aandachtspunt.