direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
Plan: Windturbines Kloosterlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D278-VG01

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

Voor de windturbines is een exploitatieplan opgesteld. Reden hiervoor is dat de grond deels in eigendom zijn van derden en er geen overeenkomst is gesloten over het verhalen van de kosten.

Het exploitatieplan heeft een nagenoeg neutraal resultaat. Het heeft tot gevolg dat alle kosten op basis van de kostensoortenlijst uit het Bro kunnen worden verhaald. De netto contante kosten bedragen € 949.553. De netto contante opbrengsten bedragen € 948.763. Er is geen sprake van subsidies of van bijdragen uit andere grondexploitaties. Dat betekent per saldo dat € 948.763 aan kosten kan worden verhaald.

Ondanks dat heeft de gemeente toch een tekort. Dit komt doordat de werkelijke gemeentelijke plankosten hoger zijn dan de te verhalen plankosten. De te verhalen plankosten zijn landelijk genormeerd en zijn niet gerelateerd aan de werkelijke gemeentelijke plankosten. Naar verwachting zal na realisatie de gemeente een tekort houden van € 125.000. Op het moment dat het bestemmingsplan en exploitatieplan door de gemeenteraad worden vastgesteld, moeten hiervoor dekkingsmiddelen beschikbaar zijn gesteld. Daarmee is het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar.

Inspraak

In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Er heeft in de voorbereiding van dit bestemmingsplan geen officiele voorontwerpfase plaatsgevonden. In 2011 is een haalbaarheidsstudie gedaan naar windturbines op het grondgebied van de gemeente. In dit kader is de omgeving geinformeerd over het voornemen, zijn er informatieavonden gehouden, is een excursie naar windturbinelocaties georganiseerd. Voorafgaand aan het besluit van de gemeenteraad tot de lokatiekeuze van deze windturbines heeft een ieder in kunnen spreken op de politieke markt.

Gezien de geboden inspraak in het voortraject wordt het houden van een offciele voorontwerpfase niet noodzakelijk geacht. Door het volgen van de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb), krijgt een ieder opnieuw de gelegenheid zijn of haar zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken.

Vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan verzonden aan onderstaande instanties. Vermeld staat op welke manier rekening wordt gehouden met de eisen/adviezen uit de vooroverlegreacties. De vooroverlegreacties zijn opgenomen in bijlage 8 Adviezen en vooroverlegreacties Windturbines Kloosterlanden.

Provincie Overijssel

Samenvatting vooroverlegreactie

  • a. Het omschreven rijksbeleidskader is niet geheel actueel;
  • b. In het bestemmingsplan wordt niet verwezen naar Crisis- en Herstelwet;
  • c. De op handen zijnde structuurvisie wind op land vanuit het Ministerie is niet vermeld;
  • d. De locatie van de windturbines in het stedelijk gebied moet scherper omschreven worden in relatie tot de Omgevingsvisie/verordening;
  • e. De relatie met Bedrijvenpark A1 moet specifieker omschreven worden;
  • f. De provincie vraagt zich af welke partij er zorg draagt voor de ruimtelijke inpassing (herplant, watercompensatie);
  • g. De provincie vraagt aandacht voor de radarproblematiek in verhouding tot windturbines.

Beantwoording

  • a. Het beschreven rijksbeleidskader is geactualiseerd;
  • b. In het bestemmingsplan wordt verwezen naar de Crisis- en Herstelwet;
  • c. In de toelichting is aandacht besteed aan de op handen zijnde structuurvisie wind op land;
  • d. Paragraaf 3.2 is aangevuld wat betreft de locatie van de windturbines in het stedelijk gebied;
  • e. In paragraaf 3.1 is aandacht besteed aan de relatie met Bedrijvenpark A1;
  • f. In paragraaf 3.2 is beschreven welke partij zorg draagt voor de landschappelijke inpassing van het project;
  • g. Hiervoor wordt verwezen naar de beantwoording van de vooroverlegreacties van de inspectie Leefomgeving en Transport en het Ministerie van Defensie;

Provincie Gelderland

Samenvatting vooroverlegreactie

De provincie Gelderland is van mening dat er geen negatieve effecten zijn te verwachten op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natuurbeschermingswet 1998. Zij staan positief ten opzichte van het plaatsen van de westelijke windturbine.De Provincie Gelderland is bij de oostelijke windturbine, gezien de ligging, geen belanghebbende.

Beantwoording

Deze vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Waterschap Rijn en IJssel

Samenvatting vooroverlegreactie

Het waterschap heeft in een overleg aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de beoogde locaties voor de windturbines. Wel dient er compensatie plaats te vinden van het waterbergende vermogen van het gebied. Daarnaast moet een watervergunning worden aangevraagd, om de gevolgen te kunnen onderzoeken van het aanleggen van de toegangsweg tegen de zomerdijk.

Zij adviseert alsnog de specifiek ontwikkelde toetsingstabel en de bevindingen hier uit gemotiveerd op te nemen in de toelichting van het bestemmingsplan.

Beantwoording

In de toelichting wordt in paragraaf 3.2 aandacht besteed aan de wijze van compensatie van het waterbergend vermogen.

In de toelichting is in paragraaf 3.7 de toetsingstabel opgenomen en is daar onder aangeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de bevindingen uit deze tabel en ziet dan met name op de veiligheid in verband met de waterkering en de compensatie van het waterbergend vermogen.

Het waterschap heeft bevestigd medewerking te verlenen aan de ontwikkeling op haar grondgebied en dat de fysieke ingrepen passen binnen relevante ontwerprichtlijnen voor de waterkeringen.

Waterschap Groot Salland

Samenvatting vooroverlegreactie

Het bestemmingsplan vormt voor ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Beantwoording

Deze vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Gemeente Lochem

Samenvatting vooroverlegreactie

De gemeente Lochem kent evenals de gemeente Deventer diverse ambities op gebied van duurzame energieopwekking. Een voorbeeld hiervan is de toepassing van windenergie. Om dergelijke initiatieven te kunnen realiseren acht het college van de gemeente Lochem locatiekeuze en het creëren van draagvlak onder de bevolking de belangrijkste randvoorwaarden voor de uiteindelijke realisatie. Uit diverse gesprekken die wij voerden met zowel individuen als groeperingen uit Epse is gebleken dat omwonenden uit Epse in het participatieproces later zijn betrokken door de gemeente Deventer dan de inwoners uit Deventer. Hieruit kan worden geconcludeerd dat wellicht onvoldoende tijd en energie is gestoken in het creëren van draagvlak onder de bevolking in Epse waardoor op dit moment sprake is van grote weerstand tegen de realisatie van de westelijke molen. Daarnaast blijkt uit het raadsbesluit inzake de opstelling van de turbines dat de belangen van omwonenden uit Epse anders door zijn afgewogen dan die van de inwoners uit Het Bramelt.

Blijkens het raadsbesluit van 20 juli 2012 waarin op basis van bezwaren uit Het Bramelt wordt afgezien van realisatie van de meest oostelijke turbine concludeert het college van de gemeente Lochem dat sprake is van een ongelijke belangenafweging vanwege de keuze om de locatie voor de westelijke turbine ongewijzigd te laten.

Het college van de gemeente Lochem doet dan ook een dringend verzoek af te zien van de realisatie van de meest westelijke windturbine vanwege het ontbreken van een gelijke belangenafweging.


Beantwoording

De visie van de gemeente Lochem is van een zelfde strekking als die in haar brief aan de gemeenteraad van Deventer, alvorens deze besloot tot de nu voorziene twee windturbine- locaties. De vooroverlegreactie bevat derhalve geen nieuwe inzichten, op basis waarvan de gemeente Deventer tot een andere inzichten zou kunnen komen. Zoals ook reeds vorig jaar bleek, is er weerstand bij de inwoners van Epse. Bij de voorbereiding van het onderhavige bestemmingsplan is overleg gevoerd met de vertegenwoordiging van de inwoners van Epse. Dit overleg is van beide zijden gebruikt voor intensieve informatie uitwisseling, afspraken over (participatie in) het communicatie traject, de planning en afstemming voor bestuurlijke betrokkenheid van de wederzijdse gemeentebesturen. Wij prijzen de opstelling van de bewonersvertegenwoordiging van Epse die, ondanks de uitdrukkelijke bezwaren tegen deze ontwikkeling, steeds op genoemde aspecten constructief met de gemeente Deventer in gesprek is gebleven.

Veiligheidsregio IJsselland

Samenvatting vooroverlegreactie

De veiligheidsregio adviseert om de gehanteerde PR-contouren in de tekst op te nemen. Daarnaast adviseert zij om de windturbines zo te positioneren dat er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-5 contour vallen.

Als laatste adviseert zij om in de beleidsregels een definitie te geven van veiligheidszone.

Beantwoording

In paragraaf 3.4 van de toelichting wordt aandacht besteed aan de gehanteerde PR-contouren.

De veiligheidsregio refereert met haar opmerkingen geen beperkt kwetsbare objecten toe te staan binnen de 10-5 contour, aan de zoutloods op het terrein van De Staat (Verkeer en Waterstaat), even ten zuidoosten van de beoogde westelijke turbine. Echter deze zoutloods wordt niet als een beperkt kwetsbaar object beschouwd. Het gebouw, op grond van De Staat (Verkeer en Waterstaat), valt onder de bestemming 'verkeer' in het nu geldende bestemmingsplan. Het beleid voor wegen moet worden toegepast. Daarnaast is van grote aantallen bezoekers en lange verblijftijden is geen sprake.

In de regels behorende bij het bestemmingsplan is in artikel 11 aangegeven dat binnen de op de verbeelding aangeduide veiligheidszone geen beperkt kwetsbare dan wel kwetsbare objecten zijn toegestaan. In artikel 1 is daarnaast omschreven wat er verstaan wordt onder beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten. In de toelichting onder paragraaf 3.4 wordt ten slotte aandacht besteed aan de reden van de aanwezigheid van deze veiligheidszone. Deze combinatie wordt voldoende genoeg geacht om duidelijkheid te verschaffen over de aanduiding veiligheidszone.

Inspectie Leefomgeving en Transport

Samenvatting vooroverlegreactie

  • a. De voorgestelde windturbines bevinden zich buiten de geldende hoogtebeperkings- gebieden van de luchthaven Teuge;
  • b. De luchthaven Teuge heeft plannen om instrument naderingsprocedures te ontwikkelen. De voorgestelde windturbines bevinden zich binnen het benodigde gebied hiervoor. De exploitatie van de luchthaven kan hierdoor negatief beinvloed worden.De inspectie adviseert dan ook om in overleg te treden met luchthaven Teuge;
  • c. De voorgestelde windturbines bevinden zich buiten de door de burgerluchtvaart ingestelde gebied om voorzorgslandingen te oefenen.
  • d. de Inspectie adviseert om de windturbines te voorzien van obstakelverlichting;
  • e. Alle objecten hoger dan 100 meter moeten aan luchtvarenden bekend worden gesteld. De inspectie verzoekt dan ook om in de te verlenen omgevingsvergunning de verplichting op te nemen dat tijdens de realisatie van de genoemde windturbines het formulier melding luchtvaartobstakel van en 100 meter en hoger wordt ingevuld en toegezonden wordt aan de inspectie. Het formulier is via een speciale website te downloaden.


Beantwoording

  • a. deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen;
  • b. De gemeente is in gesprek met luchthaven Teuge over het instrument naderingsprocedures in verhouding tot de beoogde locaties voor de windturbines;
  • c. Deze opmerkingen wordt voor kennisgeving aangenomen;
  • d. In paragraaf 3.4.8 wordt aangegeven welke consequenties obstakelverlichting kan hebben.
  • e. In de omgevingsvergunning wordt deze verplichting overgenomen.

Gasunie

Samenvatting vooroverlegreactie

  • a. Gasunie raadt het realiseren van windturbines af nabij leidingen en stations van de Gasunie. Gasunie adviseert de zogenaamde high impacte zone als veiligheidsafstand tussen de ondergrondse hogedruk aardgasleiding en in dit geval de westelijke windturbine te hanteren. Dit is een cirkel met een straal gelijk aan masthoogte + 1/3 van de lengte van het rotorblad;
  • b. De Gasunie adviseert een QRA te maken waarin inzicht wordt verkregen in de risico's van de te realiseren windturbines en hun invloed op de PR-contour van de aardgastransportleiding. Zo is het zeer waarschijnlijk dat de PR grenswaarde van de leidingen negatief worden beinvloed door de realisatie van de windturbines in de nabijheid van de leidingen;
  • c. Op de verbeelding is de ligging van regionale gastransportleiding niet juist weergegeven. De Gasunie verzoekt het bestemmingsplan conform de aangeleverde tekening aan te passen;
  • d. Ook de behorende belemmeringenstrook is niet juist op de verbeelding opgenomen. De Gasunie verzoekt een belemmeringenstrook van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding op de verbeelding op te nemen;
  • e. Een aardgastransportleiding is op grond van de Bevi een beperkt kwetsbaar object. Dit betekent dat met de huidige formulering in het bestemmingsplan deze leiding niet toegestaan is binnen de aangeduide veiligheidszone. De Gasunie verzoekt te bewerkstelligen dat de risicocontour wordt verkleind, zodat de geconstateerde strijdigheid wordt opgeheven. Ook ontbreekt er een adequaat artikel voor de aanwezigheid van de gasleiding en de belemmeringenstrook;
  • f. In de toelichting wordt de ligging van high impact zone niet juist weergegeven. De zone is een cirkel rondom de windturbine. De Gasunie verzoekt de kaart aan te passen.
  • g. De Gasunie verzoekt in het algemeen om de aanwezigheid van de regionale gasleiding en de belemmeringenstrook in de toelichting op te nemen.

Op 31 augustus 2012 heeft de Gasunie per brief laten weten dan uit nadere bestudering van de materie blijkt dat de aardgastransportleiding niet geldt als een beperkt kwetsbaar object. bovenstaande opmerkingen onder c, d, en e worden dan ook ingetrokken.

Beantwoording

  • a. Gemeente Deventer heeft veiligheid voor de mensen in de omgeving van de beoogde windturbines en ook de ondergrondse hogedruk aardgasleiding hoog in het vaandel staan. Als er ook maar enige twijfel bestaat dat de veiligheid in het geding komt, dan wordt er anders besloten. In deze situatie is de gemeente echter van mening dat de plaatsing van deze twee windturbines voldoet aan de wettelijke eisen. Als de high impact zone berekend wordt, op basis van de gegevens uit het bestemmingsplan (masthoogte 90 meter, lengte rotorblad 45) is een minimale veiligheidsafstand van 105 meter noodzakelijk. Het dichtstbijzijnde punt van de leiding bevindt zich op een afstand van 140 meter. De veiligheidsafstand tussen de westelijke windturbine en dat hoge druk aardgasleiding is dan ook voldoende.
  • b. In paragraaf 3.4 wordt aandacht besteed aan de risico's van de te realiseren windturbine en haar invloed op de PR-contour van de aardgastransportleiding. In bijlage 3 van de toelichting is een compleet QRA-onderzoek opgenomen.
  • c. Opmerking is ingetrokken naar aanleiding van de brief van 31 augustus 2012 met kenmerk PJO 12.B.1760;
  • d. Opmerking is ingetrokken naar aanleiding van de brief van 31 augustus 2012 met kenmerk PJO 12.B.1760;
  • e. Opmerking is ingetrokken naar aanleiding van de brief van 31 augustus 2012 met kenmerk PJO 12.B.1760;
  • f. Het is juist dat de high impact zone een cirkel rondom de windturbine is. Gemakshalve is de berekende zone rondom de gasleiding gelegd, om de volledig veiligheidzone van de gasleiding in beeld te brengen. Voor de volledigheid is in de toelichting in paragraaf 3.4.6 Externe veiligheid nu ook een kaartbeeld opgenomen met de high impact zone rondom de windturbines.
  • g. In de toelichting van het bestemmingsplan en in de verschillende bijlagen wordt voldoende aandacht besteed aan de aanwezigheid van de de regionale gasleiding en de belemmeringenstrook.

KPN

Samenvatting vooroverlegreactie

KPN geeft aan dat de straalverbindingen op ruime afstand van de beoogde locaties liggen. Zij hebben geen bezwaar tegen de beoogde locaties.

Beantwoording

Deze vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Luchthaven Teuge

Samenvatting vooroverlegreactie

Luchthaven Teuge geeft aan dat de aanwezigheid van de twee windturbines geen belemmering vormen voor de huidige systemen en naderingsprotocollen, die er op de luchthaven worden gehanteerd.

Luchthaven onderzoekt op dit moment de invoering van een zogenaamde 'instrumentnaderingssysteem'. De Luchthaven verwacht dat vanwege de aanwezigheid van de turbines in de naderingszones van dit nieuwe systeem dat deze minder dan in 100% van de gewenste gevallen toepasbaar zal zijn. In die specifieke situaties zal een vliegtuig moeten uitwijken naar een andere luchthaven. De Luchthaven verzoekt op basis van hetgeen nu bekend is de turbines te verplaatsen naar een locatie waarvan zeker is dat deze geen beperkingen op het toepassen van het nieuwe naderingssysteem met zich mee zullen brengen. 

Beantwoording

Gemeente Deventer is in gesprek met luchthaven Teuge over de windturbines in relatie tot de nieuwe naderingsstystematiek. Het systeem is in de onderzoeksfase. Onbekend is onder meer in hoeverre deze vorm van naderen een toename van vliegverkeer boven (de binnenstad van) Deventer met zich mee zal brengen en in hoeverre zich dit verdraagt met milieuwetgeving en hinderprotocollen. Als sluitstuk op dit onderzoek zal een Ministerieel besluit nodig zijn, alsvorens het systeem van toepassing wordt. Dit wordt pas volgend jaar verwacht, waarmee wordt vastgesteld dat de turbines niet in strijd zijn met de huidige besluiten. Gegeven de voorgeschiedenis van het windturbinedossier en de besluitvorming in de raad daarover, is onderzoek naar verplaatsing van twee windturbinelocaties dan ook niet aan de orde.

Luchtverkeersleiding Nederland

Samenvatting vooroverlegreactie

De Luchtverkeersleiding komt tot de conclusie dat de beoogde locaties voor de windturbines zich buiten de vigerende toetsingsvlakken van de CVS apparatuur bevinden. Verder onderzoek naar de effecten er van op de werking van deze apparatuur is niet nodig.

Beantwoording

Deze vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.