direct naar inhoud van 3.6 Waterhuishouding
Plan: Windturbines Kloosterlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D278-VG01

3.6 Waterhuishouding

Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijke verplicht voor plannen in het kader van de Wet (op de) ruimtelijke ordening. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij (herziene) ruimtelijke plannen en besluiten met als doel negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor watersystemen te benutten.

Duurzaam, schoon oppervlaktewater en bescherming van het drinkwater voor de toekomst is van groot belang. Dat blijkt ook uit het feit dat op Europees niveau een Kaderrichtlijn Water (2000) is vastgesteld. Op nationaal niveau is het waterbeleid neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998) en de nota Waterbeheer 21e eeuw. Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Om dat te bereiken moet meer aandacht worden besteed aan het benutten van de natuurlijke veerkracht van het watersysteem. Het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie 'vasthouden - bergen - afvoeren' staat hierbij centraal.

Dit landelijke beleid is doorvertaald in het provinciaal beleid van de Omgevingsvisie en -verordening door de thema's veiligheid, watercondities en betrouwbare en continue drinkwatervoorziening te vertalen naar de Overijsselse situatie. Bijzondere aan de locaties van de windturbines is dat deze binnen het waterschapgebied van Rijn en IJssel vallen en het beleid van dit waterschap ook gebaseerd is op het beleid van de provincie Gelderland.

Het waterbeleid van het Rijk en beide provincies is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. In het Waterbeheerplan 2010-2012 van het waterschap Rijn en IJssel staat het beleid beschreven op een drietal hoofdthema's. Voor het thema Veiligheid is bescherming tegen hoog water op de rivieren het speerpunt. Het functioneren van de primaire en regionale waterkeringen staat hierbij centraal. Het thema watersysteembeheer is gericht op het voorkomen van afwenteling door het hanteren van, net als het Rijk voorstelt, de drietrapsstrategie 'Vasthouden-Bergen-Afvoeren'. Voor de waterkwaliteit is het uitgangspunt 'stand still - step forward'. Watersysteembenadering en integraal waterbeheer dienen als handvatten voor het benutten van de natuurlijke veerkracht van een watersysteem. Het einddoel is een robuust en klimaatbestendig watersysteem voor de toekomst. Voor het thema waterketenbeheer streeft het waterschap naar een goede functionerende waterketen waarbij er een optimale samenwerking met de gemeenten wordt nagestreefd.

Ruimtelijke ordening en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is meer ruimte nodig voor het waterbeheer van de toekomst. Ook op andere terreinen, zoals recreatie, wonen en landbouw speelt water een centrale rol. Het waterschap wil in het watertoetsproces vroegtijdig meedenken over de rol van het water in de ruimtelijke ontwikkeling en wil samen met de gemeente op zoek naar de bijdrage die water kan leveren aan de verbetering van de leefomgeving.

Watertoetstabel

Waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel ontwikkeld waarmee met een aantal vragen in beeld te brengen is welke wateraspecten relevant zijn en met welke intensiteit het watertoetsproces doorlopen dient te worden. De vragen zijn gericht op de locatie van de ruimtelijke ontwikkeling en welke veranderingen er mogelijk worden gemaakt. Hieronder is de tabel opgenomen met relevante wateraspecten, zoals deze is ingevuld voor de locaties van de twee windturbines.

Thema   Toetsvraag   Relevant   Intensiteit  
Veiligheid
 
1.Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primaire waterkering, regionale waterkering of kade)
2. Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of winterbed van een rivier?  
Ja


Ja  
2


2  
Riolering en Afvalwaterketen   1. Is de toename van het afvalwater (DWA) groter dan 1m3/uur?
2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI of rioolgemaal van het waterschap?  
Nee

Nee

Nee  
2

1

1  
Wateroverlast (oppervlakte-water)
 
1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500m2?
2. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500m2?
3. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
4. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes?  
Nee

Nee

Nee

Ja  
2

1

1

1  
Oppervlakte-
waterkwaliteit  
1 .Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd?   Nee
 
1  
Grondwater-
overlast  
1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
2. Is in het plangebied sprake van kwel?
3. Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren?
4. Beoogt het plan aanleg van drainage?  
Nee

Nee
Nee

ja  
1

1
1

1  
Grondwater-
kwaliteit  
1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee   1  
Inrichting en beheer   1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  
Ja


Nee  
1


2  
Volksgezondheid
 
1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel?
2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?  
Nee

Nee  
1

1  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur?
4. Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000-gebied?  
Ja

Ja

Nee

Nee  
2

2

1

1  
Verdroging   1. Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied?   Nee   1  
Recreatie   1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee   2  
Cultuurhistorie   1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee   1  

Conclusie uit voorgaande tabel is dat een uitgebreide watertoets van toepassing is. Immers, meerdere vragen uit de intensiteit '2' zijn met een 'ja' beantwoord. Het voorliggende plan kan dus grote waterhuishoudkundige effecten hebben. Vooroverleg over welke wateraspecten een rol spelen en tot welk detailniveau deze uitgewerkt moeten worden is noodzakelijk. Dit vooroverleg heeft inmiddels plaatsgevonden, waarbij het waterschap heeft aangegeven niet onwelwillend tegenover het initiatief te staan. Hieronder worden per thema's waarvan de vragen met 'ja' zijn beantwoord toegelicht of de belangen genoeg beschermd worden.

Veiligheid

Het winterbed van de rivieren, waterbergingsgebieden en waterkeringen/kades met bijbehorende beschermingszones dienen vrij te blijven van bebouwing en andere ontwikkelingen die het functioneren ervan kunnen belemmeren. Het waterschap Rijn en IJssel heeft aangegeven dat de windturbines en de noodzakelijke weg in het waterbergingsgebied aangelegd kunnen worden, mits het waterbergend vermogen gecompenseerd wordt. In paragraaf 3.2 word ingegaan om deze watercompensatie.

In overleg met het waterschap wordt een Watervergunning aangevraagd omdat tegen de waterkering aangebouwd wordt.

Riolering en afvalwaterketen

Een toename van het afvalwater heeft effect op het functioneren van de afvalwaterketen. Het (gemeentelijk) rioolstelsel, de gemalen (overnamepunten) en de rioolwaterzuiveringsinstallatie dienen de toename te kunnen verwerken zonder daarmee het milieu zwaarder te belasten. In deze situatie vindt de afwatering van het schone hemelwater van turbines en verhardingen plaats via de bermen en naastgelegen gronden. Er wordt niet voorzien dat er afvalwater vrij komt op deze locaties, zodat er geen effect optreedt voor het functioneren van de afvalwaterketen.

Inrichting en beheer

Het beheer en onderhoud van het watersysteem moet met het reguliere onderhoudsmaterieel van het waterschap mogelijk zijn. Er vinden geen wijzigingen aan het watersysteem plaats, waardoor beheer en onderhoud van het watersysteem gewaarborgd blijft.