direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
Plan: Windturbines Kloosterlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D278-VG01

Artikel 10 Algemene aanduidingsregels

10.1 Veiligheidszone
10.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' geldt dat in aanvulling op dan wel in afwijking van de overige regels in dit plan geen beperkt kwetsbare dan wel kwetsbare objecten zijn toegestaan.

10.1.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijzigingen in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

10.2 geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" ligt de rond het betrokken bedrijventerrein gelegen zone, buiten welke zone de geluidbelasting vanwege het bedrijventerrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

10.3 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' gelden de volgende regels:

  • a. de gronden zijn bestemd voor functies die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening en de bescherming van de bodem- en de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van drinkwatervoorziening;
  • b. op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van ten hoogste 2 m;
    • 2. bebouwing ten behoeve van de waterleidingmaatschappij;
  • c. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b teneinde in grondwaterbeschermingsgebieden ook nieuwe niet-risicovolle en grote risicovolle functies toe te staan, mits daarbij wordt voldaan aan het stand still-principe;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c kunnen nieuwe grootschalige risicovolle functies in intrekgebieden alleen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het stap-vooruit-principe;
  • e. in afwijking van het bepaalde a onverlet het bepaalde onder c en d kunnen binnen intrekgebieden met stedelijke functies nieuwe grootschalige risicovolle functies worden toegestaan mits deze functie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en aan het stand still-principe;