direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke, aardkundige, cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van bos;
  • c. waterlopen en waterpartijen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. extensief agrarisch medegebruik;
  • e. extensieve dagrecreatie;

met de daarbij behorende:

  • f. verhardingen;
  • g. voet- en fietspaden;
  • h. toegangswegen naar agrarische of woonpercelen;
  • i. trappen ter ontsluiting gronden vanaf de spoor- of verkeersbrug voor extensieve dagrecreatie;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals dammen en taluds.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de tot "Natuur" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van de trappen ter ontsluiting van gronden vanaf de spoor- of verkeersbrug mag niet meer bedragen dan 2 m gerekend vanaf het wegdek van de brug;
  • c. straatmeubilair is niet toegestaan.
7.3 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het aanbrengen, verbouwen en behouden van opgaande beplanting en gewassen van hoger dan 0,30 meter.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Bevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.

7.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in lid 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits vooraf een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder is verkregen.

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
7.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op en in deze gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verharden van wegen, voet-, fiets-, ruiter- en andere paden, dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen, parkeervoorzieningen, en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen of verwijderen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en/of apparatuur;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem;
  • d. het bebossen van gronden;
  • e. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen daarvan ten gevolge kunnen hebben, met uitzondering van erfbeplanting en behoudens bij wijze van geïntegreerd bosbeheer en bij wijze van onderhoud en verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  • f. het wijzigen van de waterhuishouding zoals draineren, het uitdiepen, dempen, graven en/of verleggen van waterlopen;
  • g. het beplanten met lijnvorminge beplanting zoals singels, lanen, houtwallen e.d.;
  • h. het verrichten van exploitatieboringen en andere onderzoekingen naar bodemschatten, niet zijnde archeologische bodemschatten.
7.5.2 Uitzonderingen

Het in artikel 7.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee op grond van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden, waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, indien daarvoor geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist was;
  • d. werken en werkzaamheden in het kader van de maatregelen zoals voor het plangebied vermeld in de PKB Ruimte voor de Rivier deel 4, waaronder het graven van geulen en het verwijderen van dwarskades;
  • e. het vellen of rooien van houtopstanden en/of -gewassen in het kader van de doorstroomcapaciteit van de rivier en uiterwaarden.
7.5.3 Toepassingsvoorwaarden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in dit artikel bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.