direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - 3
Plan: Spijkvoorderenk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D126-VG01

Artikel 12 Wonen - 3

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf conform het gestelde in artikel 16.2;
  • b. een tijdelijke bouwweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-tijdelijke bouwweg';
  • c. met de daarbij behorende tuinen en erven.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de tot 'Wonen - 3' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

12.2.2 Aanvullende bouwregels hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. per bouwvlak is niet meer dan één woning toegestaan;
  • c. uitsluitend zijn vrijstaande woningen toegestaan;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m, met dien verstande dat de goothoogte voor ondergeschikte delen van de gevel van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 6 m. Een deel van de gevel is ondergeschikt indien dit deel niet breder is dan 3 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • f. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde van het hoofdgebouw niet minder bedragen dan 4 m.
12.2.3 Aanvullende bouwregels aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
a aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen

Voor aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • 1. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • 2. in afwijking van het bepaalde onder a is per hoofdgebouw één aan- of uitbouw buiten het bouwvlak toegestaan. Deze aan- of uitbouw moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • a. de diepte mag niet meer bedragen dan 3 m;
    • b. de breedte mag niet meer bedragen dan 35% van de zijgevelbreedte;
  • 3. de goothoogte mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
  • 4. de bouwhoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • 5. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • 6. de afstand tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens magniet minder dan 3,5 m bedragen;
  • 7. in afwijking van het bepaalde onder 1 en in aanvulling op het bepaalde onder 2, zijn aan- en uitbouwen in de vorm van erkers toegestaan, mits er voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
    • a. de diepte bedraagt niet meer dan 0,5 m;
    • b. de goothoogte mag niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
    • c. de oppervlakte niet meer dan 2 m2 bedraagt;
    • d. de breedte niet meer dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
b Vrijstaande bijgebouwen

Voor vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • 1. in afwijking van het bepaalde in 12.2.3 onder a sub 1 zijn vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak toegestaan;
  • 2. de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag per hoofdgebouw:
    • a. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m², niet meer dan 40 m² bedragen;
    • b. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m² tot 850 m², niet meer dan 70 m² bedragen;
    • c. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 850 m², niet meer dan 90 m² bedragen;
  • 3. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • 4. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • 5. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot het hoofdgebouw, bedraagt niet minder dan 2 m;
  • 6. de afstand tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens magniet minder dan 1 m bedragen;
12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, mag niet meer mag dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

12.2.5 Bouwvlakoverschrijding ondergeschikte bouwdelen

Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het bouwdeel ondergeschikt is en het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.

12.3 Ontheffing van de bouwregels
12.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 12.2.2 onder a en toestaan dat het bouwvlak met maximaal 0,5 m wordt overschreden;
  • b. artikel 12.2.3 onder a en l en toestaan dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • c. artikel 12.2.3 onder a en toestaan dat een overkapping mag worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • d. artikel 12.2.3 onder k en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrensmag worden verkleind tot 0 m.
12.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.
12.3.3 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een ontheffing is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

12.4 Sloopvergunning
12.4.1 Sloopvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning), het bestaande gebouw ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', te slopen.

12.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende sloopwerkzaamheden:

  • a. werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werkzaamheden, waarmee op grond van een aanlegvergunning is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding worden van het plan;
  • c. werkzaamheden, waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, indien daarvoor geen aanlegvergunning vereist was.
12.4.3 Toepassingsvoorwaarden

De sloopvergunning wordt uitsluitend verleend indien de bouwkundige staat van het gebouw zodanig is dat de sloop vanuit een oogpunt van veiligheid noodzakelijk is en / of renovatie redelijkerwijs niet meer mogelijk is.