direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied Deventer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D125-VG02

Artikel 15 Recreatie - Verblijfsrecreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kta': een kampeerterrein voor uitsluitend toeristische en seizoensstandplaatsen, zoals tenten, toercaravans, vouwwagens, kampeerauto's, trekkershutten en tenthuisjes en bijbehorende voorzieningen, zoals een kampwinkel, receptie, opslag en werkplaats, horeca-, dag- en verblijfsgebouwen, zwembaden en een uitkijktoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ktb': een kampeerterrein voor toeristische en seizoensstandplaatsen, zoals tenten, toercaravans, vouwwagens, kampeerauto's, trekkershutten en tenthuisjes alsmede voor stacaravans en bijbehorende voorzieningen, zoals een kampwinkel, receptie, opslag en werkplaats, horeca-, dag- en verblijfsgebouwen, zwembaden en een uitkijktoren;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ktc': uitsluitend een groepsaccommodatie;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': uitsluitend een solitaire recreatiewoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat sanitaire voorzieningen, stacaravans, trekkershutten en bijbehorende bergingen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  • c. de minimale afstand tussen stacaravans en bergingen en tussen bergingen onderling binnen een cluster dient minimaal 3 m te bedragen;
  • d. de minimale afstand tussen recreatiewoningen dient minimaal 5 m te bedragen;
  • e. het maximale aantal aaneengebouwde recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 4, met dien verstande dat de afstand tussen recreatiewoningen die niet aaneengebouwd zijn ten minste 5 m bedraagt;
  • f. verder geldt het volgende:
  max. aantal   max. inhoud   max. oppervlakte   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen)   1, tenzij middels een maatvoeringaan- duiding anders is aangegeven   750 m³   -   4,5 m   10 m  
sanitaire voorzieningen   -   -   500 m²     3,5 m  
overige bedrijfsgebouwen   -   bestaand*   -   3 m   6 m  
recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding; 'recreatiewoning'   1   300 m³   -   3,5 m   6 m  
groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ktc'   1   bestaand*   -   -   -  
stacaravans ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ktb'   zoals middels een maatvoerings- aanduiding is aangegeven   -   60 m²   -   3,75 m  
bergingen en overkappingen   1 per accommodatie   -   8 m²   -   3,5 m  
trekkershut   5 per bedrijf   -   32 m²     3,5 m  
tenthuisjes   -   -   40 m²     3,5 m  
erf- of terreinafscheidingen:- voor de voorgevel
- overige plaatsen  
-   -   -   -  

1 m
2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -   -   -   3 m  

- Niet van toepassing.

* Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Ten behoeve van het maximaal te bebouwen oppervlak

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het maximaal toegestane oppervlak aan bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het volgende:

  • a. het bestaande bebouwde oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • b. de verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig toenemen;
  • c. het bestaande bebouwde oppervlak voor groepsaccommodaties mag met ten hoogste 25% worden vergroot;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a, mag het bestaande oppervlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van reacreatie - ktc' met ten hoogste 25% worden vergroot;
  • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • f. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

15.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. kampeerterreinen dienen bedrijfsmatig geëxploiteerd te worden;
  • b. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • c. stacaravans mogen gedurende het gehele jaar worden gebruikt.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie en voorzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - ktb' of 'specifieke vorm van recreatie - kta' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • het verwijderen van beplantingen welke dienen voor de landschappelijke inpassing van het terrein.

15.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 15.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij de bouwregels in acht zijn genomen;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. binnen het bouwvlak plaatsvinden.

15.5.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 15.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de beoogde landschappelijke inpassing van het terrein niet onevenredig geschaad wordt.