direct naar inhoud van 6.2 Bestemmingen
Plan: Bedrijvenpark A1, 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D124a-VG01

6.2 Bestemmingen


Bedrijventerrein

Staat van Bedrijfsactiviteiten
In deze bestemming zijn, om te beginnen, bedrijven toegestaan die zijn vermeld in de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de voorschriften. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om afstanden van bedrijven tot woonbebouwing.

De bij een bepaald bedrijf aangegeven grootste afstand is bepalend voor de categorie-indeling:

categorie   grootste afstand  
1   10 m  
2   30 m  
3.1   50 m  
3.2   100 m  


Binnen een bestemmingsvlak in de directe nabijheid van woonbebouwing -afstand 0 tot 10 m- zijn bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in categorie 1 vallen. Op een afstand van 30 m zijn bedrijven in categorie 2 toegestaan. Op een afstand van 50 m tot 100 m zijn bedrijven in categorieën 3.1 of 3.2 toegestaan.
Door middel van aanduidingen is aangegeven welke categorie bedrijven, waar is toegestaan.
Als er zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 4.1, waar categorie 3.2 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats als recht zijn toegestaan.

Bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. De afwijkingsprocedure (artikel 2.12, lid 1, onder a.1° Wabo) zal in de praktijk gelijk oplopen met de milieubeoordeling in het kader van de Wet milieubeheer.

Bevi's
In deze bestemming zijn 'bevi's' -inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, met een bepaald veiligheidsrisico buiten de inrichting- uitgesloten.
Mocht de behoefte ontstaan aan vestiging van een bevi dan kan gebruikt worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid (in artikel 16 Algemene wijzigingsregels), waarmee vestiging (en uitbreiding of verplaatsing) van een dergelijke inrichting mogelijk kan worden gemaakt binnen de bestemming 'Bedrijventerrein'. Bij die wijziging wordt rond de nieuwe bevi tevens een 'veiligheidszone - bevi' aangeduid, waarbuiten de maatgevende plaatsgebonden risico-norm niet wordt overschreden.

Bepalend voor het situeren van een bevi en de bijbehorende veiligheidszone is, dat binnen die veiligheidszone geen kwetsbare objecten (m.n. woningen) of beperkt kwetsbare objecten (m.n. ruimten waar regelmatig grotere aantallen mensen aanwezig zijn) aanwezig mogen zijn. Een veiligheidszone kan dan ook niet worden gelegd over de bestemming 'Wonen'.

In het geval dat de bij een bevi behorende veiligheidszone wordt gepland op gronden waar (beperkt) kwetsbare objecten nog niet aanwezig zijn maar wel zijn toegestaan, kan die zone alleen worden aangegeven, indien de rechthebbenden op die gronden instemmen met het feit dat dergelijke objecten dan niet meer zijn toegestaan.

Kantoren
Als kantoren zijn in deze bestemming alleen toegestaan kantoren die horen bij en gebonden zijn aan een bedrijf. De oppervlakte van dergelijke kantoren is beperkt tot de helft van de brutovloeroppervlakte van het bedrijf waarbij ze horen.

Uitsluiting detailhandelsbedrijven en "zwaar geluidhinderlijke" bedrijven
In dit gebied wordt de vestiging van "pure"detailhandelsbedrijven niet gewenst geacht. Deze zijn dan ook expliciet uitgesloten.
De vestiging van "mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen", in de zin van de Wet geluidhinder, wordt eveneens niet gewenst geacht in dit gebied. De ruimtelijke uitstraling van dergelijke industriële bedrijven, met doorgaans omvangrijke, van buiten zichtbare technische installaties past niet op het hier beoogde "bedrijvenpark". Dergelijke bedrijven zouden bovendien een te groot beslag leggen op de milieuruimte in en buiten het plangebied. Het gaat dan enerzijds om de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven in het gebied en anderzijds om de woningen in en buiten het gebied.

Ondersteunende functies
Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast de hiervoor bedoelde bedrijfsvestigingen ook voorzieningen toegestaan die het functioneren van het bedrijfspark ondersteunen. Het gaat dan om facilitaire voorzieningen in de vorm van een bedrijventerrein ondersteunende kantoren en dienstverlening, waaronder begrepen ontvangst-, presentatie-, instructie- en vergaderaccommodatie, kinderopvang, fitness- en sportvoorzieningen en horeca, zoals hotels, restaurants, snackbars, broodjeszaken en soortgelijke gelegenheden.

Infrastructuur
De bestemming "Bedrijventerrein" houdt in dat daar, naast bedrijven, ook zijn toegestaan infrastructurele voorzieningen. Het gaat daarbij met name om ontsluitingswegen met bijbehorende voorzieningen. Tevens zijn fiets- en voetpaden, watergangen, waterpartijen, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwen e.d. toegestaan.

Bouwregels "verplichtende voorwaarden"
In de bouwregels is bepaald dat voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, eerst de nodige maatregelen betreffende natuurcompensatie en waterbergingscompensatie moeten zijn gerealiseerd of althans nagenoeg zijn gerealiseerd. Welke maatregelen dat zijn is aangegeven in de bij de regels opgenomen bijlage Compenserende en mitigerende maatregelen. Hiervoor in deze toelichting is daar verder op ingegaan.
Het opnemen van deze "verplichtende voorwaarden" in de regels van dit bestemmingsplan vloeit voort uit Europese regelgeving. Daarin is bepaald dat de realisering van maatregelen waarvan het MER (milieueffectrapport) bepaalt dat ze moeten worden gerealiseerd, als bindend voorschrift moeten worden opgenomen in het ruimtelijk plan, i.c. het bestemmingsplan.
Een soortgelijke "verplichtende voorwaarde bij vergunningverlening" is opgenomen om zeker te stellen dat per geval van omgevingsvergunning in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, op eigen terrein of elders binnen de bestemming "Bedrijventerrein". Daarbij moet worden voldaan aan de normering die in de bij de regels opgenomen bijlage Parkeernormen is aangegeven. Daarin worden voor bepaalde functies, aantallen parkeerplaatsen per eenheid (meestal aantal m² vloeroppervlakte) aangegeven, vaak met vermelding van het aandeel voor bezoekers.
Het opnemen van deze "verplichtende voorwaarden" in de regels van dit bestemmingsplan vloeit voort uit het feit dat op termijn het niet meer is toegestaan om parkeereisen te stellen via de bouwverordening.
In geval van het ontbreken van voldoende ruimte op eigen terrein of om andere, specifiek genoemde redenen, m.n. stedenbouwkundige, esthetische en verkeersveiligheid, kan via een afwijkingsbevoegdheid worden afgeweken van de gestelde parkeereisen. Eventueel kan ook in beperkte mate van de parkeernormering zelf worden afgeweken, indien die niet meer geheel in de pas loopt met het algemene gemeentelijke parkeerbeleid.

Buitenopslag
Ter voorkoming van verstoring van de gewenste beeldkwaliteit zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de situering en hoogtematen van opslag buiten gebouwen en andere bouwwerken (afdaken, luifels e.d.).

Wijziging toestaan kantoren en hotel- en congresaccommodatie
Deze wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast om in het noordoostelijk deel van het plangebied, binnen de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1', in bepaalde mate kantoren en hotel- en congresaccommodatie toe te staan, indien daaraan behoefte blijkt te bestaan. Die behoefte dient aan de hand van een financieel en economisch deugdelijk bedrijfsplan te worden aangetoond.
Ter bescherming van die nieuwe functies is de toegestane milieucategorie van de daar toegestane bedrijven teruggebracht van categorie 3.2 naar categorie 2. Als de kantoren en/of hotel- en congresaccommodatie zijn gerealiseerd, kan met een wijzigingsbevoegdheid de milieucategorie voor de aangrenzende gronden met een bedrijfsbestemming verhoogd worden, waarbij de gebruikelijke richtafstanden in acht genomen moeten worden.

Groen
De aan de noord- en oostzijde van het plangebied geplande "groene / natte zone" heeft deze bestemming gekregen. Ook elders hebben "groen-/water"-combinaties, zoals de Pessinkwatergang, deze bestemming gekregen. De kern van deze zones wordt gevormd door de ter plaatse reeds voorkomende dan wel nog te (her)ontwikkelen waterlopen en -partijen. Een belangrijk deel van de vereiste waterbergingscapaciteit in het gebied is in deze bestemming begrepen.
Het in dit plan begrepen deel van de "groene bufferzone" tussen het Bedrijvenpark en Epse, is bestemd als "Groen". Het gaat om een zone met bestaande en nog te ontwikkelen landschaps- en natuurwaarden.
In de hoofdzakelijk oost-west gerichte overgangsstroken naar de bestemming "Bedrijventerrein" zijn houtopstanden, op grondwallen, gepland. Deze stroken zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - houtsingel-grondwal".
Ook deze gronden spelen een belangrijke rol als waterbergings- en infiltratiegebied en zullen gaan dienen als ecologische verbindingszone.
Voor met name deze bestemming zijn de regels voorzien van een omgevingsvergunningstelsel voor werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, waarmee een wezenlijke, onaanvaardbare aantasting van de te beschermen waarden kan worden voorkomen.

Verkeer
De wegen die de hoofdontsluiting ván en ín het plangebied vormen zijn aangewezen als "Verkeer". Op de verbeelding zijn de diverse wegen in een hiërarchie weergegeven, door middel van een aangegeven categorienummer. Die nummering heeft met name betrekking op het aantal rijstroken/-banen, de breedte daarvan en het toestaan van paden.
De overige wegen in het plangebied, die toegankelijk zijn voor gemotoriseerd verkeer kunnen binnen de bestemming "Bedrijventerrein" worden gerealiseerd.

Verkeer - Railverkeer
Het in het plangebied begrepen deel van de spoorlijn Deventer-Zutphen heeft deze bestemming gekregen.
De strook waar de spoorlijn de hoofdontsluitingsweg respectievelijk de Dortherbeek via een viaduct (tunnel) of brug oversteekt, is aangeduid als "brug", zowel voor de kruisende weg en als over de Dortherbeek; ter plaatse is ook de bestemming "Verkeer" respectievelijk "Water", voor zover nodig, van toepassing. Ter plaatse van de spoorwegovergang Dortherweg is de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - spoorwegovergang', met een soortgelijke regeling als hiervoor bij "brug".

Water
De Dortherbeek met aanliggende "uiterwaarden" en waterkeringen is bestemd als "Water". Binnen deze strook en het aanliggende "Groen" kan de beek enigszins "meanderen" en "overstromen". De kruisende wegen steken de beek via een brug over.
Ook voor deze bestemming is in de regels een regeling opgenomen waarin voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. Hiermee kan wezenlijke, onaanvaardbare aantasting van de te beschermen waarden worden voorkomen.

Wonen
De bestaande, als zodanig te handhaven woningen, met bijbehorende bijgebouwen, tuinen en erven, hebben deze bestemming gekregen. De opgenomen bepalingen betreffende plaatsing en maatvoering van de woningen gaan uit van de bestaande plaats en maten.
Bij het aangeven van deze bestemmingen zijn de resultaten van het akoestisch onderzoek met name betreffende industrielawaai bepalend geweest.
In dat kader is op het perceel Molbergsteeg 2 voorzien in sloop van de huidige woning en nieuwbouw op een andere plaats.
Gezien de akoestische situatie voorziet het plan niet in uitbreidingsmogelijkheden van woningen door aan- of uitbouwen. Deze kunnen desgewenst 'omgevingsvergunningvrij' worden gebouwd op grond van het bepaalde in het Besluit omgevingsrecht.
Bij de bepaling van de plaatsing en maten van bijgebouwen en overkappingen en ook van erf- en perceelafscheidingen is rekening gehouden met het feit dat deze ook in zekere mate "vergunningvrij" kunnen worden gebouwd op grond van het bepaalde in het hiervoor bedoelde Besluit.
Binnen de woning en bijbehorende bijgebouwen zijn tot een nader bepaalde oppervlakte beroepsactiviteiten aan huis toegestaan.

Waarde - Archeologie en Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied
Op één plaats zijn archeologische waarden aanwezig. In enkele andere delen van het plangebied zijn naar verwachting archeologische waarden aanwezig. In deze dubbelbestemmingen zijn bijzondere bouwbepalingen en bepalingen voor het aanleggen van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden opgenomen, die dienen om die waarden, indien aanwezig, al of niet tijdelijk te kunnen beschermen en onderzoek daarnaar te kunnen verrichten. Indien blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn, zal meestal vrijgave voor bebouwing en ander gebruik volgen.
Via een wijzigingsbevoegdheid kan deze dubbelbestemming worden verwijderd op plaatsen waar geen waarden zijn aangetroffen of waar eventuele opgravingen hebben plaatsgevonden.