direct naar inhoud van 3.5 Regionaal beleid
Plan: Bedrijvenpark A1, 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D124a-VG01

3.5 Regionaal beleid

3.5.1 Economisch programmerings- en ontwikkelingsdocument

In het Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (EPO) document gaat de regio nader in op de uitvoering van de belangrijkste thema's waarop samenwerking plaatsvindt. Hier wordt ingezet op zorgvuldig ruimtegebruik, versterken van de kwaliteit en een versnelling van de uitvoering van de herstructureringsprojecten. Er zijn daarom vier centrale thema's geformuleerd die hieronder nader zijn uitgewerkt:

  • Reële ruimtebehoefte
    In het EPO (2009) wordt niet langer van het GE-scenario uitgegaan (zie kader). Omdat provincie en Rijk nadrukkelijk inzetten op het TM-scenario wordt daarom ook in deze regio gewerkt met dit scenario.
  • SER-ladder
    De Stedendriehoek omarmt het principe van de SER-ladder en continueert dit principe in de toekomst, onder andere door regionale afstemming over segmentering. De geboekte ruimtewinst, door herstructureringen in het verleden, toont dat de SER-ladder in het verleden ook succesvol werd toegepast.
  • Kwaliteit van de terreinen
    Kwaliteit is een belangrijk thema in de Stedendriehoek. Er wordt daarom sterk ingezet op landschappelijke inpassing, kwaliteit, parkmanagement en duurzaam beheer.
  • Instrumentarium en organisatie
    Onder het motto 'naar een economisch vitale Stedendriehoek' overweegt de Regio Stedendriehoek een regionaal revitaliseringsprogramma te starten. Kern hiervan zijn afspraken op het gebied van:
    • 1. herstructurering;
    • 2. transformatie;
    • 3. bedrijventerreinplanning;
    • 4. promotie en acquisitie.
TM-scenario
De ruimtebehoefte voor bedrijventerreinen is door het Rijk berekend aan de hand van een viertal groeiscenario's voor Nederland en de regio's daarbinnen. De belangrijkste scenario's waarmee de bedrijventerreinenbehoefte wordt bepaald zijn Global Economy (GE, oftewel het hoogste groeiscenario) en Transatlantic Markets (TM, oftewel het een na hoogste groeiscenario). Vanuit het Rijk en de provincie Overijssel (en Gelderland) wordt op dit moment geadviseerd te rekenen met het TM scenario.  


Het opstellen van het EPO heeft er toe geleid dat alle plannen van de gemeente onder de loep zijn genomen. Hierdoor is een aantal van deze plannen komen te vervallen.

De belangrijkste gevolgen van het EPO voor Deventer op dit moment zijn:

  • bijstelling van de behoeftenraming regionaal en lokaal;
  • er vindt inmiddels veelvuldig afstemming plaats over planning, programmering en uitgifte van bedrijventerreinen;
  • de terreinen Apeldoorn-Zuid, bestaande uit de uitbreiding van de Ecofactorij en het deelgebied Beekbergsehoek en Bedrijvenpark A1 krijgen een regionale opvangfunctie. Dit betekent dat de overige gemeenten de bedrijven met een regionaal karakter doorverwijzen naar deze terreinen. Dit zal in de praktijk een hogere ruimtebehoefte voor Deventer en Apeldoorn betekenen.
3.5.2 Regionaal Bestuursakkoord Water voor West-Overijssel (2005)

Het Regionaal Bestuursakkoord Water voor West- Overijssel borduurt voort op het mede door de provincie ondertekende Nationaal Bestuurakkoord Water (NBW). Het Regionaal Bestuursakkoord betreft een akkoord tussen de Provincie Overijssel, het waterschap Groot- Salland en de gemeenten Kampen, Zwolle, Olst-Wijhe, Deventer, Raalte, Dalfsen en Zwartewaterland. De tekst in het Regionaal Bestuursakkoord vertaalt de afspraken uit het NBW in de volgende concrete afspraken voor de regio West- Overijssel:

  • het versterken van de binding met het Nationaal Bestuursakkoord Water en het vastleggen van afspraken tussen betrokken partijen over de uitvoering daarvan;
  • het gemeenschappelijk voorbereiden van de aanpak van de wateropgaven en de uitvoering van noodzakelijke maatregelen in de periode 2007-2015;
  • het vergroten van de betrokkenheid van de maatschappij en haar bestuurlijke vertegenwoordigers bij het aanpakken van de wateropgaven;
  • het versterken van de onderlinge samenwerking tussen betrokken partijen.
3.5.3 Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 (2007)

De Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 is opgesteld door de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Lochem, Voorst en Zutphen. Het document geeft inzicht in de ruimtelijke mogelijkheden van de Stedendriehoek als stedelijk netwerk op de lange termijn. De nota biedt tevens een blik op de gemeenschappelijke ambities van de gemeenten binnen de Stedendriehoek en biedt een kader voor beleidsafstemming en coördinatie op regionaal niveau.

Onderdeel van deze structuurvisie is een behoefteraming van de verschillende ruimtevragers. In de regionale structuurvisie is Bedrijvenpark A1 aangewezen als regulier bedrijventerrein en deels als representatief bedrijventerrein.

Ook is in deze regionale structuurvisie de Dortherbeek aangewezen als ecologische verbindingszone.