direct naar inhoud van Artikel 19 Aanlegvergunning
Plan: Bedrijvenpark A1
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D124-OH01

Artikel 19 Aanlegvergunning

19.1 Aanlegvergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 19.2, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  werken en werkzaamheden*  
  gronden met de bestemming en aanduiding:   a   b   c   d   e   f   g    
  "Groen" ter plaatse van de aanduiding "natuur- en landschapswaarden"   +   +   +   +   +   +   +    
  "Groen" ter plaatse van de aanduiding "water"   +   +              
  "Groen" ter plaatse van de aanduiding "houtsingel/grondwal"     +       +        
  "Water"   +   +     +   +   +   +    
* de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = aanlegvergunning vereist  
a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m²;  
b   verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden;  
c   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
d   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij daarvoor een bouwvergunning is vereist;  
e   vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben, behoudens het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen  
f   diepploegen, zijnde het tot een diepte van 0,5 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;  
g   bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.  
19.2 Uitzonderingen aanlegvergunningplicht

Het in lid 19.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen aanlegvergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende aanlegvergunning.
19.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 19.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • b. demogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.