direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Bergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D119-VG04

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en voorzieningen, die hierna zijn aangegeven:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie:   ter plaatse van de aanduiding:  
1 of 2   bedrijf tot en met categorie 2  
1 t/m 3.1   bedrijf tot en met categorie 3.1  
1 t/m 3.2   bedrijf tot en met categorie 3.2  
1 t/m 4.1   bedrijf tot en met categorie 4.1  
1 t/m 4.2   bedrijf tot en met categorie 4.2  
1 t/m 5.1   bedrijf tot en met categorie 5.1  
   
bedrijven en voorzieningen:   ter plaatse van de aanduiding:  
autosloperij   specifieke vorm van bedrijf - autosloperij  
groothandel in afval en schroot   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in afval en schroot  
(diep)drukkerij in milieucategorie 3.1   specifieke vorm van bedrijf - drukkerij 1  
(diep)drukkerij in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - drukkerij 2  
timmerwerkfabriek, inclusief zagerij, in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek  
chemisch bedrijf in milieucategorie 5.2   specifieke vorm van bedrijf - chemische fabriek  
chemische productenfabriek in milieucategorie 4.2   specifieke vorm van bedrijf - chemische productenfabriek 1  
overige chemische productenfabriek in milieucategorie 4.2
organische chemische grondstoffenfabrieken: niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"
(als gevolg van uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van state d.d. 30 oktober 2013)  
specifieke vorm van bedrijf - chemische productenfabriek 2  
vuiloverslagstation met puinbreker in milieucategorie 4.2   specifieke vorm van bedrijf - vuiloverslagstation met puinbreker  
koffiebranderij in milieucategorie 5.1   specifieke vorm van bedrijf - koffiebranderij  
handel in vrachtwagens incl. import en reparatie in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vrachtwagens  
busstation en remise in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - remise  
groothandel in machines en technische benodigheden in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines  
meubelfabriek in milieucategorie 3.2   specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek  
wegvervoer verwant bedrijf in milieucategorie 3.1   specifieke vorm van bedrijf - wegvervoer verwant bedrijf  
mobiele verblijfsvoorzieningen en stalling voor kermis- en andere soortgelijke attracties   specifieke vorm van bedrijf - verblijf en stalling  
afvalscheidingsinstallatie in milieucategorie 4.2   specifieke vorm van bedrijf - afvalscheidingsinstallatie  
risicobron   specifieke vorm van bedrijf - risicobron  
vulpunt van lpg opslagtanks   vulpunt lpg  
verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg   verkooppunt motorbrandstoffen met lpg  
verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg   verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg  
detailhandelsbedrijven in de volgende branches:
wonen en woninginrichting, gericht op in en om de woning;
planten en dieren;
doe-het-zelf-artikelen;
sportartikelen, gericht op outdoor;
fietsen en bijbehorende artikelen;
bruin- en witgoed met, ter plaatse van de aanduidingen "detailhandel grootschalig" en "specifieke vorm van detailhandel - bijzonder concept" samen, een brutovloeroppervlakte van maximaal 3.500 m² ;
met dien verstande dat de brutovloeroppervlakte van de hierboven genoemde detailhandelsbedrijven niet minder dan 750 m2 bedraagt

afhaalcentra met een brutovloeroppervlakte van meer dan 500 m² en met een koop / verkoop en uitstallingsruimte ter plaatse voor de hiervoor genoemde branches;

facilitaire voorzieningen in de vorm van aan het bedrijventerrein ondersteunende dienstverlening, waaronder begrepen ontvangst-, presentatie-, instructie- en vergaderaccommodatie, fitness- en sportvoorzieningen en horeca categorie 2b en 3a  
detailhandel grootschalig  
één detailhandelsbedrijf in de volgende branches:
de branches als hiervoor aangegeven bij de aanduiding "detailhandel grootschalig", op een winkelvloeroppervlakte van minimaal 70% van de totale winkelvloeroppervlakte binnen deze aanduiding, met dien verstande dat de brutovloeroppervlakte van de branche bruin- en witgoed ter plaatse van de aanduidingen "detailhandel grootschalig" en "specifieke vorm van detailhandel - bijzonder concept" samen, niet meer dan 3.500 m² mag bedragen;

maximaal vier andere branches dan hiervoor aangegeven bij de aanduiding "detailhandel grootschalig", op een winkelvloeroppervlakte van maximaal 30% van de totale winkelvloeroppervlakte binnen deze aanduiding, elke branche op een winkelvloeroppervlakte van maximaal 500 m²  
specifieke vorm van detailhandel - bijzonder concept  
detailhandelsbedrijven in de volgende branches:
auto's, boten, caravans, keukens, badkamers, rolluiken, tuinartikelen e.d. met showrooms, uitgezonderd bouwmarkten;

groothandel, gericht op de zakelijke markt, maar waarbij ook verkoop aan particulieren plaatsvindt en waarvoor elders in Deventer binnen de detailhandelsstructuur geen ruimte is of inpassing niet mogelijk is;

afhaalcentra met een brutovloeroppervlakte van maximaal 500 m² en met een koop / verkoop en uitstallingsruimte tot 100m² ter plaatse, uitsluitend op gronden met de aanduiding "detailhandel volumineus" langs de Hanzeweg;

facilitaire voorzieningen in de vorm van aan het bedrijventerrein ondersteunende dienstverlening, waaronder begrepen ontvangst-, presentatie-, instructie- en vergaderaccommodatie, en fitness- en sportvoorzieningen;

horeca categorie 2b en 3a;

met dien verstande dat de hier bedoelde detailhandels- en andere vestigingen zijn georiënteerd op de weg waarlangs de desbetreffende aanduiding 'detailhandel volumineus' gelegen is  
detailhandel volumineus  
uitsluitend gebouwen ten behoeve van het bij het bedrijf behorende kantoren, toonzalen, ateliers en daarmee gelijk te stellen bedrijfsonderdelen met een representatieve, administratieve of artistieke functie   specifieke bouwaanduiding - representatief  
vrachtwagenparkeerplaats   specifieke vorm van verkeer - vrachtwagenparkeerplaats  
nutsvoorziening   nutsvoorziening  
antennemast   antennemast  

  • b. kantoren, met dien verstande dat uitsluitend kantoren zijn toegestaan, behorende bij en gebonden aan bedrijven:
    • 1. bij elk bedrijf tot een brutovloeroppervlakte van ten hoogste 30% van de brutovloeroppervlakte van het betreffende bedrijf, met een maximum van 1500 m²,
    • 2. bij bedrijven waar de bestaande brutovloeroppervlakte meer bedraagt dan 1500 m², tot maximaal de bestaande brutovloeroppervlakte;
  • c. brandweerkazerne en andere dienstverlening, zoals politie- en hulpdiensten;
  • d. grondwal met geluidwerende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "grondwal / geluidwering";
  • e. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen,
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen;
  • h. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. bij een en ander behorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen,


een en ander met uitzondering van:

  • 1. detailhandelsbedrijven, andere dan de in dit lid, onder a bedoelde;
  • 2. bedrijven die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage 3 Inrichtingen wet geluidhinder, tenzij het betreft bestemmingsvlakken met de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 4.1", "bedrijf tot en met categorie 4.2", en "bedrijf tot en met categorie 5.1";
  • 3. bedrijven, behoudens de bestaande, waarbij in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten voor het aspect "geur" een afstandsmaat van meer dan 100 m is aangegeven;
  • 4. inrichtingen die zijn genoemd in onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage;
  • 5. bevi's, behoudens de bestaande, zodanige bedrijven met de bestaande risicobronnen aangeduid op de verbeelding;
  • 6. kwetsbare objecten;
  • 7. beperkt kwetsbare objecten ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-gasstation'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde gebouwen,
  • b. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", met daarbij behorende bijgebouwen, en
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals luifels, erf- of perceelafscheidingen, technische installaties, lichtmasten en geluidwerende voorzieningen.
5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. op een afstand van ten minste 5 m tot wegen met bijbehorende paden en bermen,
    • 2. op een afstand van ten minste 3 m tot één zijdelingse perceelsgrens van de bij de betreffende bedrijfs- of andere vestiging behorende gronden, en
    • 3. binnen een bouwvlak, in bestemmingsvlakken waarin een bouwvlak is aangeduid;
    • 4. buiten de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten';
    • 5. buiten de aanduiding 'veiligheidszone-bevi';
  • b. het bebouwingspercentage mag op de bij eenzelfde bedrijfs- of andere vestiging behorende gronden boven peil ten hoogste 75% bedragen of ten hoogste zoveel als ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" of "minimale en maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" is aangegeven;
  • c. voor de toepassing van onderdelen a en b worden als bedrijfs- of andere vestiging tevens aangemerkt bedrijfsverzamelgebouwen en gebouwen of verzamelingen daarvan, ingedeeld in afzonderlijke, niet functioneel verbonden eenheden zonder gezamenlijke ingang, met dien verstande dat geen van de eenheden naar aard en omvang als belangrijkste bouwwerk kan worden aangemerkt;
  • d. de gezamenlijke inhoud van een bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 12 m bedragen of niet meer dan ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)", "minimale en maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" of "maximale bouwhoogte (m)" is aangegeven, behoudens bijgebouwen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
    bouwwerken    max. bouwhoogte  
    licht- en andere masten en technische installaties   15 m  
    antennemasten ter plaatse van de aanduiding antennemast   83 m  
    erf- of perceelafscheidingen   2,5 m  
    overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   5 m  
  • g. binnen het gebied gelegen tussen de Hunneperkade / Overijssels Kanaal, de Hanzeweg en de Schonenvaardersstraat gelden, in zoverre in afwijking van de voorgaande bepalingen in dit sublid, de volgende bepalingen:
    • 1. op gronden die zijn gelegen langs de Hunneperkade en het verlengde daarvan, mogen delen van gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met, buitenwerks gemeten:
      • een overschrijding van de bouwgrens van maximaal 5 m,
      • een breedte van maximaal 60% van de breedte van de voorgevel van het betreffende gebouw, en
      • een bouwhoogte van minimaal 5 m en maximaal 20 m;
    • 2. ter plaatse van de langs de Hunneperkade gelegen bouwgrens mogen de dichtst bij de aangrenzende weg gelegen gebouwen uitsluitend worden gebouwd met de voorgevel in die bouwgrens, bij eenzelfde bedrijfsvestiging over een lengte van ten minste 60% van de lengte van die bouwgrens op de bij de betreffende vestiging behorende gronden;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "minimale en maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" mag de bouwhoogte van de dichtst bij de weg gelegen gebouwen niet minder bedragen dan is aangeduid, doch mag per bedrijfsvestiging over maximaal 10% van de voorgevelbreedte die bouwhoogte niet minder dan 5 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, nadere eisen te stellen:

  • a. inhoudende het bepalen van de zijdelingse perceelsgrens als bedoeld in sublid 5.2.2, onder a.2, ter bewerkstelliging van een goede ruimtelijke inpassing en toegankelijkheid van de bebouwing op het perceel, ook in relatie tot de bebouwing en gebruiksmogelijkheden op aangrenzende percelen;
  • b. binnen het gebied gelegen tussen de Hunneperkade / Overijssels Kanaal, de Hanzeweg en de Schonenvaardersstraat, aan de situering en uitvoering van bouwwerken en werken, geen bouwwerk zijnde, zoals verhardingen, met betrekking tot het treffen van maatregelen ter beheersing van mogelijke gevaren bij vorming van gassen afkomstig van de ter plaatse aanwezige voormalige stortplaats.
5.4 Afwijking van de bouwregels
5.4.1 Afwijking ondergrondse bouwwerken

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in sublid 5.2.2, ten behoeve van het bouwen van ondergrondse bouwwerken voor stalling en opslag.

5.4.2 Afwijking situering voorgevel

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in sublid 5.2.2, onder g.2, ten behoeve van het bouwen van de voorgevel over een kortere lengte in de in dat sublid bedoelde bouwgrens of achter die bouwgrens, mits de noodzaak daarvan voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond.

5.4.3 Afwijking bouwhoogte

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in sublid 5.2.2, onder e en f, ten behoeve van het bouwen tot een bouwhoogte die maximaal 5 m meer bedraagt dan de onder e en f aangegeven maximale bouwhoogten, mits de noodzaak voor de bedrijfsvoering redelijkerwijs is aangetoond en de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden niet wezenlijk worden aangetast.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Omvang mobiele verblijfsvoorzieningen

Van een mobiele verblijfsvoorziening als bedoeld in lid 5.1, mag buitenwerks gemeten de inhoud niet meer dan 250 m³ bedragen en de hoogte vanaf peil tot het hoogste punt niet meer dan 5 m.

5.5.2 Opslag buiten bouwwerken

Een verboden gebruik is in ieder geval het gebruik van gronden als bedoeld in lid 5.1:

  • a. voor opslag buiten bouwwerken, voorzover die gronden zijn gelegen binnen een afstand van 5 m tot wegen met bijbehorende paden en bermen. Dit verboden gebruik geldt niet ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - opslag toegestaan";
  • b. onverminderd het bepaalde onder a, voor opslag, buiten bouwwerken, met een vanaf peil gemeten hoogte die meer bedraagt dan de bouwhoogte van het hoogste bij het betreffende bedrijf behorende gebouw, en ieder geval meer dan 10 m.
5.6 Afwijking van de gebruiksregels
5.6.1 Afwijking andere soorten detailhandel

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 5.1 omtrent toegelaten detailhandelsbedrijven ter plaatse van de aanduiding "detailhandel volumineus", ten behoeve van het vestigen van andere detailhandelsbedrijven, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. toegelaten kunnen worden detailhandelsbedrijven in branches die nu nog niet bekend zijn, maar die vanwege schaal, soort en omvang van de vestiging en de daarin verhandelde artikelen vergelijkbaar zijn met de als recht toegestane bedrijven en niet passen in een regulier winkelcentrum;
  • b. per geval dient te zijn aangetoond dat de vestiging van detailhandel geen duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur in de gemeente Deventer tot gevolg heeft;
  • c. voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
5.6.2 Afwijking ander soort bedrijf

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 5.1 omtrent krachtens dat lid toegestane bedrijven, ten behoeve van het vestigen van andere bedrijven, mits:

  • a. het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de plaats ten aanzien waarvan de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, zijn toegestaan krachtens lid 5.1;
  • b. de geluidbelasting vanwege het desbetreffende andere bedrijf niet groter is dan die vanwege het bedrijf dat is gevestigd op de plaats ten aanzien waarvan de omgevingsvergunning wordt aangevraagd.
5.6.3 Afwijking kinderopvang

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het vestigen van een kinderopvang ter plaatse van de aanduiding "detailhandel volumineus" met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het gebouw, waarin de kinderopvang zich vestigt moet buiten een bij op de verbeelding opgenomen risicobron behorende 10-6 PR contour wordt gesitueerd;
  • b. het vestigen van een kinderopvang mag geen wezenlijke nadelige milieu-effecten ondervinden van omliggende bedrijven
  • c. de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden mogen niet wezenlijk worden aangetast.
5.6.4 Afwijking auto- en vrachtwagenparkeren

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het vestigen van

  • een vrachtwagenparkeerplaats als bedoeld in artikel 1.41;
  • autoparkeer- en -stallingsbedrijven.
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.7.1 Vergunningplicht gebied Schonenvaardersstraat e.o.

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, gelegen tussen de Hunneperkade / Overijssels Kanaal, de Hanzeweg en de Schonenvaardersstraat, is het ter bescherming van de voorzieningen ten behoeve van de afvoer van gassen afkomstig van de voormalige stortplaats, verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, behoudens het bepaalde in sublid 5.7.3, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verrichten van activiteiten dieper dan 1 m beneden maaiveld;
  • b. het bebossen of beplanten van gronden met bomen en planten die dieper wortelen dan 1 m beneden maaiveld;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden onder bestaande bebouwing;
  • d. het slopen van bebouwing dieper dan 1 m beneden maaiveld.
5.7.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in sublid 5.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen vergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  • c. werken en werkzaamheden, die gelet op de beoogde bodemkwaliteit van de gronden binnen het plangebied van geringe betekenis moeten worden geacht;
  • d. werken en werkzaamheden, die inhouden het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
5.7.3 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 5.7.1, zijn slechts toelaatbaar, voor zover die werken of werkzaamheden nodig zijn ter realisering of ter handhaving van de aan de gronden toegekende bestemmingen of functies, met dien verstande dat indien door die werken of werkzaamheden danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de werking van de voorzieningen ten behoeve van de afvoer van gassen afkomstig van de voormalige stortplaats onevenredig wordt of kan worden aangetast danwel de mogelijkheden voor het herstel daarvan onevenredig worden of kunnen worden verkleind, de vergunning niet wordt verleend.
Alvorens een vergunning te verlenen als bedoeld in sublid 5.7.1, onder a en d, horen burgemeester en wethouders het bevoegd gezag in het kader van de Wet Bodembescherming.

5.8 Wijzigingsbevoegdheid
5.8.1 Wijziging aantal en oppervlakte branches binnen "bijzonder concept"

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de behoefte daaraan is aangetoond, het plan te wijzigen zodanig dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van detailhandel - bijzonder concept" meer dan vier andere branches dan bedoeld in lid 5.1 zijn toegestaan en de winkelvloeroppervlakte per branche op een hoger maximum wordt bepaald dan 500 m².

5.8.2 Wijziging bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de behoefte daaraan is aangetoond, het plan te wijzigen zodanig dat op de bij een bedrijf behorende gronden de aanduiding "bedrijfswoning" wordt aangegeven, mits

  • a. per geval de permanente noodzaak voor de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf is aangetoond,
  • b. per geval de bedrijfswoning als zodanig en naar situering de bedrijfsvoering van aangrenzende bedrijven niet wezenlijk aantast,
  • c. op geen van de gevels van de woning, bij voltooiing, de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en het railverkeer de ter plaatse toegestane grenswaarden krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
  • d. de aanduiding niet wordt aangegeven ter plaatse van bij een op de verbeelding opgenomen risicobron behorende 10-6 PR contour.
5.8.3 Wijziging autosloperijen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 5.1 de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij' aan te geven, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de parkeersituatie,

en

  • a. het een bedrijf betreft dat gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de plaats waarvoor de wijziging plaatsvindt, zijn toegestaan krachtens lid 5.1;
  • b. de geluidbelasting vanwege het desbetreffende bedrijf niet groter is dan die vanwege het bedrijf dat is gevestigd op de plaats waarvoor de wijziging plaatsvindt.

Burgemeester en wethouders zijn tevens bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij' in omvang te verkleinen of geheel te verwijderen, wanneer en voor zover ter plaatse van die aanduiding geen autosloperij meer gevestigd is.

5.8.4 Wijziging overige groothandels in afval en schroot

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 5.1 de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in afval en schroot' aan te geven, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de parkeersituatie,

en

  • a. het een bedrijf betreft dat gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de plaats waarvoor de wijziging plaatsvindt, zijn toegestaan krachtens lid 5.1;
  • b. de geluidbelasting vanwege het desbetreffende bedrijf niet groter is dan die vanwege het bedrijf dat is gevestigd op de plaats waarvoor de wijziging plaatsvindt.

Burgemeester en wethouders zijn tevens bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in afval en schroot' in omvang te verkleinen of geheel te verwijderen, wanneer en voor zover ter plaatse van die aanduiding geen groothandel in afval en schroot meer gevestigd is.

5.8.5 Wijziging bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 5.1 een bouwhoogte tot maximaal 60 meter toe te staan, mits

  • a. per geval de permanente noodzaak voor de bedrijfsvoering van het betreffende bedrijf is aangetoond;
  • b. de bouwlocatie aan een weg met categorie 1 of 2 of aan het water is gesitueerd;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;
  • de sociale veiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • de parkeersituatie.
5.8.6 Wijziging specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten in omvang te verkleinen of geheel te verwijderen, wanneer en voor zover ter plaatse van die aanduiding de noodzakelijkheid langer ontbreekt om gebouwen uit te sluiten.