direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Vijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D118-VG01

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  • b. voet- en rijwielpaden, verhardingen;
  • c. parkeervoorzieningen, uitsluitend na toepassing van het bepaalde in artikel 7.4;
  • d. in- en uitritten ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - Waterland', 'specifieke vorm van groen - Hoogland' en 'specifieke vorm van groen - Hagenland';
  • e. speelvoorzieningen, waaronder begrepen (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen;
  • f. waterlopen en waterpartijen, met de daarbij behorende bruggen, dammen, duikers, kades, taluds, beschoeiingen e.d.;
  • g. nutsvoorzieningen, uitsluitend na toepassing van het bepaalde in artikel 7.3;
  • h. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden - in de vorm van waterpartijen en drassige gronden - en extensieve dagrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Waterland';
  • i. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke waarden - in de vorm van reliëf - extensieve dagrecreatie, verbouwen van gewassen en weiden van dieren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Hoogland';
  • j. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden en intensieve dagrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Hagenland';
  • k. een stallingsruimte voor dieren ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - zone stal'.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m2 mag bedragen;
    • 3. gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - Waterland' en 'specifieke vorm van groen - Hoogland' niet zijn toegestaan.
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - zone stal' tevens een stallingsruimte voor dieren is toegestaan, met een maximale goothoogte van 3 m en een maximale bouwhoogte van 5 m.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de oppervlakte van een speelvoorziening mag niet meer dan 15 m2 bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in artikel 7.2.2, in die zin dat een ondergeschikt gebouw mag worden gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:
  • b. in artikel 7.2.2, in die zin dat ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - Waterland', 'specifieke vorm van groen - Hoogland' en 'specifieke vorm van groen - Hagenland' gebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud van het park kunnen worden gebouwd, met een inhoud van maximaal 100 m³.
7.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.3.1 kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de ter plaatse aanwezige landschaps- en natuurwaarden;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat:

  • a. gronden die niet zijn aangeduid met 'specifieke vorm van groen - Waterland' of 'specifieke vorm van groen - Hoogland' kunnen worden gebruikt ten behoeve van parkeervoorzieningen.
7.4.2 Toepassingsvoorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.4.1 kan slechts worden verleend:

  • a. indien de noodzaak hiervan is aangetoond;
  • b. mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de groenstructuur.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Groen, ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - Waterland', 'specifieke vorm van groen - Hoogland' en 'specifieke vorm van groen - Hagenland', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleg van groenvoorzieningen, die bepalend zijn voor de structuur van het parklandschap;
  • b. afgraven, ophogen en egaliseren van gronden, alsmede het aanbrengen van groeven en drainage;
  • c. het rooien of verwijderen van houtopstanden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 50 m²;
  • e. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of telecommunicatieleidingen;
7.5.2 Uitzonderingen

Het in artikel 7.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee op grond van een omgevingsvergunning is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, indien daarvoor geen omgevingsvergunning vereist was.
7.5.3 Toepassingsvoorwaarden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien die werken of werkzaamheden, dan wel de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen ernstige afbreuk doen aan:

  • a. het behoud, beheer en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden die eigen zijn aan de verschillende gebiedstypen;
  • b. de laanbeplanting langs de Colmschaterstraatweg, Gooikersdijk, Nulandsweg en de Maatmansweg;
  • c. het bosje aan de noordzijde van de enk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - Hoogland';
  • d. de ruige bermen;
  • e. de waterhuishoudkundige situatie van het gebied.