direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: De Hoven 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D115-OH01

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten;
  • b. verblijfsvoorzieningen, waaronder pleinen;
  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. kunstwerken;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen, waaronder begrepen (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen, uitsluitend conform het gestelde in artikel 13.3.1;
  • i. watergangen en andere waterpartijen;
  • j. bruggen, duikers en faunapassages.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Op de tot 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

13.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m2 mag bedragen.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige gebouwen, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

  • a. artikel 13.2.2 onder a en toestaan dat een ondergeschikt gebouw wordt gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt;
    • 2. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt.
13.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid.
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen.