direct naar inhoud van 7.3 Resultaten inspraak
Plan: Buitengracht-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D114-OH01

7.3 Resultaten inspraak

Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerp bestemmingsplan 'Buitengracht-Oost' met ingang van 27 mei tot en met 7 juli 2010 voor iedereen ter inzage gelegen met de mogelijkheid een inspraakreactie in te dienen. Op 8 juni 2010 heeft een inloopavond plaatsgevonden. Tijdens deze periode bestond de mogelijk om een inspraakreactie in te dienen. Er zijn 12 inspraakreacties ingediend.

Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van een inspraak een eindverslag gemaakt worden. Dit eindverslag bevat in elk geval:

  • een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
  • een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
  • een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.

Inspreker 1

Samenvatting

Woonwijk de Groene Oever is gelegen tussen de Bergsingel, Bergpoort-, Raamdwars- en Raamstraat. De woningen omsluiten een binnenplaats waarop een mandeligheid rust. Een deel van de bepalingen uit de bij deze mandeligheid behorende akte komen niet voor in uw bestemmingsplan. Om die reden wordt verzocht het bestemmingsplan te wijzigen op de volgende punten:

  • a. Verzocht wordt de tuin naast Bergsingel 67 op de plankaart de bestemming tuin of groen te geven in plaats van verkeer- en verblijfsgebied.
  • b. De strook ter plaatse van de doorgang Raamstraat naar de Bergsingel heeft terecht de bestemming verkeer- verblijfsgebied gekregen. Wel wordt verzocht in deze bestemming op te nemen dat deze alleen mag worden gebruikt voor voetgangers.
  • c. Verzocht wordt de binnenplaats een bestemming te geven waaruit blijkt dat deze niet openbaar toegankelijk is.

Beantwoording

  • a. De bestemming van het perceel naast de Bergsingel 67 wordt gewijzigd naar Wonen overeenkomstig het geldende bestemmingsplan Raambuurt.
  • b. Een bestemmingsplan regelt de bouw- en gebruiksmogelijkheden van een perceel en bepaalt niet of een perceel wel of niet openbaar toegankelijk is. Dit hangt samen met het eigendom van het perceel en eventuele verkeersbesluiten die voor een bepaalde weg zijn genomen. In dit geval zullen de gezamenlijke eigenaars maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat de doorgang gebruikt wordt door auto's en scooters. Het is niet mogelijk dit met het bestemmingsplan af te dwingen.
  • c. De bestemming van de binnenplaats wordt gewijzigd naar Wonen. Zoals onder b. al aangegeven kan hiermee niet worden geregeld dat de binnenplaats niet-openbaar toegankelijk is.

Conclusie

De bestemming Verkeer- en Verblijfsgebied van het perceel naast de Bergsingel 67 en de binnenplaats (DVT sectie E nr 12889 ged.) te wijzigen in Wonen.

Inspreker 2

Samenvatting

  • a. De geluidszone van het industrieterrein lijkt in het voorontwerp vergroot ten opzichte van de zone zoals vastgelegd in het nu geldende bestemmingsplan, waardoor mijn woning in die geluidszone komt te liggen. Mijn verzoek is om de geluidszone uit het geldende bestemmingsplan aan te houden zodat geen extra geluidsbelasting op mijn woning wordt toegestaan.
  • b. In het geldende bestemmingsplan is aan de voorzijde van mijn woning een groenbestemming opgenomen met daarin een aanduiding op basis waarvan een langzaamverkeersroute is toegestaan. Het voorontwerp bevat ter plaatse deels een verkeersbestemming, waarmee onder andere woonstraten en parkeervoorzieningen worden toegestaan. Hiermee wordt naar mijn mening zonder onderbouwing een ingrijpende wijziging ten opzichte van de ruimtelijke opzet van het gebied mogelijk gemaakt die de inrichting en het beeld van de omgeving aantast. Verzoek is dan ook om de nu geldende regels over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.
  • c. Naast Bergsingel 69 is een monument gerestaureerd en verbouwd tot kantoor. Sinds ruim een jaar is het gebouw in gebruik als kantoor. In het voorontwerp is echter een woonbestemming (gestapeld) opgenomen, wat waarschijnlijk overeenkomt met het geldende bestemmingsplan. Omdat de woonbestemming niet is gerealiseerd en er voor zover ik weet ook geen plannen bestaan hiervoor verzoek ik een kantoorbestemming op te nemen voor het gebouw.
  • d. Mijn perceel ligt in een gebied waarvoor een dubbelbestemming Waarde-Archeologisch verwachtingsgebied is opgenomen met daaraan gekoppeld verschillende verplichtingen bij (bouw)werkzaamheden dieper dan een halve meter. Bij de bouw van het bouwblok waar mijn woning deel van uitmaakt is vanwege een bodemverontreiniging de grond tot 7 meter diep afgegraven. De verwachting dat er dan nog archeologische waarden aanwezig kunnen zijn is mijn inziens niet reëel en rechtvaardigt geen regeling zoals nu opgenomen in het voorontwerp. Ik wil u dan ook verzoeken deze dubbelbestemming niet op te nemen ter plaatse van mijn perceel.
  • e. De in het voorontwerp voor het bouwblok waar mijn woning deel van uitmaakt opgenomen woonbestemming laat aan/uitbouwen en bijgebouwen toe over een oppervlak van 75 m² en een hoogte van 6 meter tot op de zijdelingse perceelsgrens. Het maximale bebouwingspercentage van 60% zorgt wat betreft het oppervlak voor een zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing en afstemming op de omgeving. Voor de hoogte en situering van de aan/uitbouwen en bijgebouwen ontbreekt deze echter volledig. Gelet op de stedenbouwkundige opzet van genoemd bouwblok leidt het toestaan van aan/uitbouwen en bijgebouwen tot 6 meter hoog (2 bouwlagen) tot een afbreuk van die opzet, waardoor de ruimtelijke kwaliteit wordt aangetast en er onevenredige hinder kan ontstaan voor naastgelegen percelen (schaduwwerking, privacyverlies). Mijn verzoek is om de hoogtemaat te beperken tot maximaal één bouwlaag en te onderbouwen waarom het bouwen tot op de zijdelingse perceelsgrens aanvaardbaar wordt geacht.
  • f. Voor verschillende locaties is de bestemming Gemengd opgenomen. Binnen deze bestemming worden verschillende functies toegestaan. Zo worden ter plaatse van de locatie met de aanduiding specifieke vorm van gemengd 3 (in gebruik als archeologisch depot) nu niet aanwezige functies toegestaan als: dienstverlening, sport, cultuur en ontspanning, ambachtelijke bedrijven en wonen. Het betreft waarschijnlijk grotendeels functies die ook volgens het geldende bestemmingsplan zijn toegestaan. Dat rechtvaardigt naar mijn mening echter niet dat deze feitelijk niet aanwezige functies ook in het nieuwe bestemmingsplan worden opgenomen. Het betreft functies die een zekere ruimtelijke invloed op de omgeving hebben, onder andere op het gebied van milieu en verkeer/parkeren. Een onderbouwing (volgens de actuele inzichten en regelgeving) dat al deze functies ruimtelijk passend en uitvoerbaar zijn ontbreekt. Verzoek is om deze onderbouwing alsnog te geven of de bestemmingsregeling te beperken tot uitsluitend de feitelijk aanwezige functies.

Beantwoording

  • a. De geluidszone is aangepast aan het geldende bestemmingsplan Raambuurt. De woning van inspreker komt er nu weer buiten te liggen.
  • b. In het ontwerpbestemmingsplan is vóór de woningen aan de Bergsingel 51-77 weer een Groenbestemming opgenomen waarbinnen voet- en rijwielpaden zijn toegestaan.
  • c. Het perceel Bergsingel 67 wordt inderdaad gebruikt als kantoor. In 2008 is hiervoor een bouwvergunning verleend met vrijstelling op grond van artikel 19 lid 3 WRO. De bestemming Wonen-Gestapeld wordt gewijzigd in Kantoor.
  • d. In de Raambuurt is voorafgaand aan de nieuwbouw op veel locaties gesaneerd. Op de meeste plaatsen is de verontreiniging afgegraven tot een diepte van ongeveer 1 tot 2 meter onder maaiveld. Op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Gieterijstraat/Sluisstraat zijn vijf gastanks verwijderd die ongeveer 5 m diep waren ingegraven. De saneringen die tot een ongeveer 2 meter diepe verstoring hebben geleid, hebben waarschijnlijk vooral de vestingwerken aangetast. Oudere archeologische resten, die mogelijk onder de resten van de vestingwerken aanwezig zijn, zijn waarschijnlijk niet door de saneringen aangetast, omdat ze dieper liggen. De gastanks zijn zo diep ingegraven dat het plaatsen en verwijderen van deze tanks waarschijnlijk wel voor verstoring van de eventuele diepere resten heeft gezorgd. De archeologische verwachting op deze plaatsen wordt dan ook aangepast: op deze locaties geldt geen archeologische verwachting meer. Op de betreffende locaties zal de dubbelbestemming archeologisch verwachtingsgebied worden verwijderd.
    Uit een recent historisch milieu onderzoek uitgevoerd door CSO Adviesbureau blijkt dat op de locatie van het bouwblok Bergsingel-Bergpoortstraat waarin Bergsingel 71 ligt, bodemsanering is uitgevoerd. Hierbij is de verontreiniging afgegraven tot een diepte van 1,2 m tot 2,2 m onder het maaiveld. Daarom wordt uitgegaan van een maximale ontgraving van 2,5 m diepte. Deze diepte is niet verstorend voor de eventuele archeologische resten onder de vestingwerken. De hoge verwachting en het archeologisch verwachtingsgebied blijven daarom op deze locatie gehandhaafd.
  • e. De goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m danwel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen, daarop is een kap toegestaan tot een maximale bouwhoogte van maximaal 6 m met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw. Het bouwen van een aan-, uit- of bijgebouw dat bestaat uit 2 bouwlagen is dus niet mogelijk. Bouwen tot op de zijdelingse perceelsgrens is toegestaan op kleine percelen omdat de percelen anders niet optimaal benut kunnen worden.
  • f. De functies die in de bestemming Gemengd worden toegestaan zijn reeds toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan Raambuurt. Omdat deze bestemming puur wordt geactualiseerd is een onderbouwing of deze functies ruimtelijk passend zijn niet noodzakelijk. Deze afweging heeft plaatsgevonden in het kader van het geldende bestemmingsplan Raambuurt.

Conclusie

  • De aanduiding Geluidzone-Industrie ter hoogte van de Raambuurt op de verbeelding te verkleinen.
  • De bestemming Verkeer-Verblijfsgebied van het perceel voor de woningen Bergsingel 51-77 (DVT sectie E nr 12712 ged.) te wijzigen in Groen.
  • De bestemming Wonen-Gestapeld van het perceel Bergsingels 67 (DVT sectie E nr. 12637 ) te wijzigen in Kantoor.
  • De dubbelbestemming Waarde-Archeologische verwachtingsgebied ter plaatse van voormalige gastanks nabij de Sluisstraat/Gieterijstraat van de verbeelding te verwijderen.

Inspreker 3

Samenvatting

  • a. In de bestemming voor de fabriek van Senzora wordt een correctie gemaakt in de loop van de Buitengracht. Gevreesd wordt dat de karakteristieke bomen en beplanting in deze bocht in de Buitengracht zullen verdwijnen. Op de kaart bij de uitnodiging voor de inloopavond staat dit stukje wel als groen aangegeven.
  • b. Inspreker is zonder enige informatie geconfronteerd met een drijvende villa. Verzocht wordt om verdere uitbreiding van dit soort woonschepen onmogelijk te maken.

Beantwoording

  • a. De bestemming van het perceel van Senzora sluit aan bij het geldende bestemmingsplan Raambuurt voor deze locatie. De 'bocht' in de Buitengracht heeft op grond van dit bestemmingsplan al een Bedrijfsbestemming. De bomen op deze hoek maken geen deel uit van de hoofdbomenstructuur en zijn ook geen beschermwaardige bomen of accentbomen. Er is dan ook geen reden om op deze locatie een dubbelbestemming Waarde- groeiplaats boom op te nemen.
    Het is echter niet gezegd dat bij de herontwikkeling dit deel van het terrein van Senzora bebouwd zal worden. Dit zullen de plannen die hier in de toekomst voor worden gemaakt uitwijzen.
    Bij de uitnodiging voor de inloopavond is een kopie van de stadsplattegrond gevoegd met daarop de begrenzing van het nieuwe bestemmingsplan. Een stadsplattegrond geeft feitelijke informatie. Hierin worden niet de bestemmingen van gronden bepaald.
  • b. In dit bestemmingsplan hebben de bestaande woonschepen de aanduiding 'woonschepenligplaats' gekregen. Hierin zijn tevens specifieke gebruiksregels voor de omvang van de woonschepen opgenomen.

Conclusie


De inspraakreactie vormt geen aanleiding tot bijstelling van het plan.

Inspreker 4

Samenvatting

  • a. Tussen het water van de Buitengracht en de woning van inspreker loopt nog een pad;
  • b. Inspreker vraagt om meer parkeerruimte. Mensen die in de Binnenstad werken zetten hun auto in de wijk Knutteldorp of Buitengracht neer.
  • c. Inspreker vraagt of hij zijn woning kan uitbreiden door zijn woning door te trekken aan de schuur en een dakkapel op zolder te plaatsen aan de voor- en achterzijde.

Beantwoording

  • a. Het pad zal alsnog worden aangegeven en de bestemming Verkeer- en verblijfsgebied krijgen.
  • b. Het klopt dat er veel 'wijkvreemd' parkeren plaatsvindt in de wijken Knutteldorp en Buitengracht. Dit ontstaat omdat bewoners/bezoekers van de binnenstad elders moeten betalen voor parkeren. We begrijpen dat dit voor bewoners in deze wijken erg vervelend en lastig is. Het probleem is helaas niet op te lossen door extra parkeerplaatsen aan te leggen. Dit zorgt er immers alleen voor dat er nog meer 'wijkvreemde' mensen zullen gaan parkeren. Daarnaast gaat dit te koste van groen of spelen. Een mogelijke oplossing zou vergunningparkeren kunnen zijn. Dit wordt echter pas ingevoerd op aanvraag van bewoners zelf, waarbij aangetoond moet worden dat er voldoende draagvlak is in de gehele wijk.
  • c. Het perceel mag op grond van het bestemmingsplan tot maximaal 60% worden bebouwd. Met de huidige bebouwing is dit percentage bijna bereikt. Geadviseerd wordt om een pre-advies in te dienen met een schetsplan welke uitbreiding gewenst is. Op basis hiervan kan beoordeeld worden of het gewenste plan nog kan worden gebouwd op grond van het bestemmingsplan.


Conclusie

De bestemming Water van het perceel naast de Twijgstraat 28 (DVT sectie E nr. 12832 ged.) te wijzigen in Verkeer- en Verblijfsgebied.

Inspreker 5

Samenvatting

In het vorige bestemmingsplan zat op het perceel Sluisstraat 19-21 de bestemming Wonen en Bedrijf. Verzocht dit ook in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen.

Beantwoording

In het geldende bestemmingsplan is dit perceel inderdaad tevens bestemd voor categorie 1 bedrijven. Op de verbeelding krijgt het perceel dan ook de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1'.

Conclusie

Het perceel Sluistraat 19 (DVT sectie E nr. 12506) te voorzien in de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1'.

Inspreker 6

Samenvatting

  • a. In het bestemmingsplan ontbreekt informatie over de plannen om de Veenweg als hoofdverkeersweg af te waarderen, de Veentunnel eenrichtingsverkeer te maken en sluipverkeer door de woonstraat tegen te gaan. Inspreker vraagt hoe het op dit moment met deze kwestie staat;
  • b. Regels omtrent het al dan niet toestaan en reguleren van kamerverhuur ontbreken. In artikel 24.1 zou kamerverhuur als strijdig gebruik moeten worden opgenomen;
  • c. De grove dennen op de hoek Berkelweg/rangeerterrein/parkeerplaats Saxion zouden als groeiplaats boom moeten worden aangeduid, mede gelet op het schaars aanwezige groen;
  • d. Het grasveld achter ROC wordt niet enkel gebruikt door scholieren van Saxion. Ook gezinnen die aan de Veenweg/Snipperlingsdijk wonen gebruiken dit groen;
  • e. Ik verzoek u de 4-tal mogelijk toekomstige ontwikkelingen in het plangebied, zolang deze niet zeker zijn, niet in het bestemmingsplan te noemen.
  • f. De driehoekige strook grond tussen het ROC en de woning aan de Snipperlingsdijk 5 heeft de bestemming Gemengd-2 gekregen. Verzocht wordt de bestemming Groen op te nemen conform het geldende bestemmingsplan en het feitelijk gebruik.

Beantwoording

  • a. In 2008 is het verkeersbesluit genomen om de Veenweg éénrichtingsverkeer te maken. In het verkeersbesluit is ook opgenomen dat dit pas plaats gaat vinden na de verdubbeling van de Amstellaan en de opwaardering van het kruispunt Amstellaan- Snipperlingsdijk. Voor het veranderen van een weg in éénrichtingsverkeer is geen bestemmingsplanwijziging nodig. Dit kan binnen de huidige bestemming Verkeersdoeleinden.
  • b. Kamerverhuur wordt geregeld via de Huisvestingswet en niet via het bestemmingsplan. Op grond van de Huisvestingsverordening Deventer is voor het gebied Rivierenbuurt, waar de woning van inspreker in ligt, een vergunning nodig voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte (kamerverhuur), de zogenoemde omzettingsvergunning. Het belangrijkste doel van de omzettingsvergunning / kamerverhuurvergunning is grip te krijgen op het aantal kamerverhuurpanden en de situering daarvan met het oog op het behoud  van de woningvoorraad en/of het bevorderen van de leefbaarheid.
  • c. De dennen maken geen deel uit van de hoofdbomenstructuur en zijn ook geen beschermwaardige bomen of accentbomen. Deze bomen hoeven niet de bestemming groeiplaats boom te krijgen. Bescherming van deze bomen is geregeld in de APV artikel bescherming van houtopstanden.
  • d. De tekst is hierop aangepast.
  • e. De 4-tal projecten zijn in de toelichting beschreven om inzicht te geven in welke ontwikkelingen wel en welke niet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. De gemeente is wettelijke verplicht haar bestemmingsplan te actualiseren. Voor omwonenden is het dan vaak vreemd dat ontwikkelingen waar zij al wel van gehoord hebben niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Met het opnemen van deze paragraaf wordt het duidelijk dat de projecten in de toekomst wel gaan spelen maar nog onvoldoende zijn uitgewerkt om meegenomen te kunnen worden in het actualiseringsbestemmingsplan. Het weglaten van deze paragraaf is dan ook niet gewenst.
  • f. Deze driehoek had in het geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost de bestemming Verblijfsdoeleinden en zal de bestemming Verkeer- en Verblijfsgebied krijgen.

Conclusie

De bestemming Gemengd-2 van het perceel tussen het ROC en de Snipperlingsdijk 5 (DVT sectie B nr. 16434 ged.) te wijzigen in Verkeer- en Verblijfsgebied.

Inspreker 7

Samenvatting

In artikel 19 archeologisch verwachtingsgebied bevindt zich een inconsistentie. In artikel 19.2.1 wordt aangegeven dat bij bouwwerken groter dan 100 m² en waarbij benodigde graafwerkzaamheden dieper zijn dan een 0,5 m onder maaiveld B&W een rapport kan verlangen. Daarentegen wordt in artikel 19.3.1 een aanlegvergunning verplicht voor diverse werkzaamheden die dieper dan 0,5 m beneden maaiveld gaan. Bij dit artikel wordt echter geen oppervlaktegrens gehanteerd. Een bouwwerk met een oppervlak kleiner dan 100 m² bouwen mag dus wel, maar een vijver aanleggen van 4 m² dieper dan 0,5 m mag niet. Verzocht wordt om ook in artikel 19.3.1 een ondergrens van 100m² op te nemen hetgeen ook gemeentelijk archeologisch beleid is.

Beantwoording

Het is inderdaad zo dat er ook bij graafwerkzaamheden een oppervlaktegrens van 100 m² had moeten worden opgenomen. Deze ondergrens zal aan het artikel Archeologisch verwachtingsgebied worden toegevoegd. Inmiddels door toevoeging van een ander artikel is dit artikel 20.

Conclusie

Aan artikel 20.3.1 is een ondergrens van 100m² toegevoegd.

Inspreker 8

Samenvatting

  • a. Het schema onder artikel 9.1 bestemming Gemengd is niet duidelijk. Ook is onduidelijk wat er wordt bedoeld met de Wro-zone wijzigingsgebied.
  • b. Verzocht wordt om eventuele nieuwe ontwikkelingen in het gebied zoals het Kenniscentrum Saxion niet te vermelden, omdat deze projecten gelet op de huidige economische situatie voorbarig zijn.
  • c. Verzocht wordt de oude dennenbomen aan de Berkelweg een beschermwaardige status toe te kennen.
  • d. Verzocht wordt om alles te doen om in dit bestemmingsplan een schoonmaakstation voor een slijptrein onmogelijk te maken. Deze voorziening zorgt voor geluidsoverlast en fijn stof.


Beantwoording

  • a. Het bestemmingsplan kent twee Gemengde bestemmingen: Gemengd -1 en Gemengd-2. Daarbinnen hebben de diverse locaties een aanduidingen met een cijfer van 1 t/m 11 gekregen. Deze cijfers zijn gekoppeld aan de tabel in de regels. De tabel in de regels geeft aan welke functies toegestaan zijn.
    De aanduiding Wro-zone wijzigingsgebied ligt op het gebied van Senzora aan de Sluisstraat. Op het moment dat Senzora besluit haar bedrijfsactiviteiten niet meer op deze plek uit te oefenen, kan de bestemming van dit perceel gewijzigd worden naar Wonen.
  • b. De 4-tal projecten zijn in de toelichting beschreven om inzicht te geven in welke ontwikkelingen wel en welke niet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. De gemeente is wettelijke verplicht haar bestemmingsplan te actualiseren. Voor omwonenden is het dan vaak vreemd dat ontwikkelingen waar zij al wel van gehoord hebben niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Met het opnemen van deze paragraaf wordt het duidelijk dat de projecten in de toekomst wel gaan spelen maar nog onvoldoende zijn uitgewerkt om meegenomen te kunnen worden in het actualiseringsbestemmingsplan. Het weglaten van deze ontwikkeling is dan ook niet gewenst.
  • c. De dennen maken geen deel uit van de hoofdbomenstructuur en zijn ook geen beschermwaardige bomen of accentbomen. Deze bomen hoeven niet de bestemming groeiplaats boom te krijgen. Bescherming van deze bomen is geregeld in de APV artikel bescherming van houtopstanden.
  • d. Prorail heeft de gemeente verzocht om een milieuvergunning in het kader van de Wet milieubeheer. De gemeente heeft deze geweigerd, echter de gemeente is in een beroepzaak bij de Raad van State in het ongelijk gesteld en zal op basis van een revisie-aanvraag alsnog een beschikking moeten afgeven. In het bestemmingsplan wordt voor de gronden van ProRail weer een bestemming Verkeer-Railverkeer opgenomen. Binnen deze bestemming is het mogelijk de gronden te gebruiken voor het railverkeer, waaronder een slijptrein. In de milieuvergunning moeten zaken als geluidsoverlast en fijn stof worden vastgelegd.

Conclusie

De inspraakreactie vormt geen aanleiding tot bijstelling van het plan.

Inspreker 9

Samenvatting

  • a. De verzetsboom staat niet ingemeten en aangegeven op de plankaart en ook de plaats van het verzetsmonument ontbreekt;
  • b. Het Twentolplein dient te worden behouden en dient niet worden bestemd voor verkeer- en verblijfsgebied maar voor verblijfsgebied. Het gevaar is hierdoor te groot dat dit de weg opent naar ongewenst parkeren. Slechts de toegang naar de ondergrondse parkeergarage van Le Coin dient gewaarborgd te blijven;
  • c. Nu de Verlengde Kazernestraat geen onderdeel meer is van dit bestemmingsplan dient er op gelet te worden dat de gebouwen op het voormalige slachthuisterrein wel ontsluitingsmogelijkheden blijven houden vanaf deze zijde. Hetzelfde geldt voor de bebouwing aan de oostzijde van de Veenweg;
  • d. De binnenruimte bij de Sociale Verzekeringsbank had de status van verblijfsgebied en heeft nu de bestemming gemengde doeleinden-2 gekregen. Hierdoor bestaat het gevaar dat zich hier ongewenste ontwikkelingen voordoen;
  • e. De strook grond voor de Bottawoningen had de bestemming groen in plaats van de bestemming verkeer. Ook geldt dit bij de Sociale Verzekeringsbank aan de kant van de Mr de Boerlaan. Hierdoor kunnen er ongewenste parkeerhavens ontstaan;
  • f. De ruimte tussen het ROC en de woningen op de Snipperlingsdijk en de ruimte voor de entree van het ROC hadden de bestemming Verblijfsgebied. Dit is nu Gemengd-2 geworden. Dit is nu juist, omdat hier platanen staan die niet zouden mogen verdwijnen en beschermd zouden moeten worden;
  • g. Saxion en het gebied Handelskade zijn bij de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan 10 jaar geleden uitvoerig in beeld geweest en toen al voorzien van uitbreidingsruimte. Door de omwonenden is toen veel inspanning geleverd om hun woonfunctie voldoende gewaarborgd te krijgen. Het handhaven van het overgrote deel van de bebouwing zou consequenties hebben voor de verdere ontwikkeling van de rest van de omgeving werd door het bestuur geconcludeerd. Het is dan ook ronduit onacceptabel dat de gemeente in dit bestemmingsplan stelt voor de Saxionlocatie weer van voren af aan te kunnen beginnen;
  • h. Gevraagd wordt of het gestelde dat het bestemmingsplan Buitengracht-Oost het bestemmingsplan Boreelkazerneterrein vervangt wel juist is;
  • i. In hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie (2.2 en 2.3.2.1) wordt het gebied Grachtengordel Oost gemist;
  • j. Jeugd- en jongerenontmoetingsplaatsen zouden binnen de bestemmingen specifieker aangeduid moeten worden;
  • k. De aanduidingen Gemengd 1 en Gemengd2 zijn onduidelijk.

Beantwoording

  • a. Voor de verzetsboom is een aanduiding 'Groeiplaats boom' op de plankaart opgenomen. Via de APV (Artikel Bescherming Houtopstanden) wordt de boom beschermd. De ligging van bouwwerken (zoals het verzetsmonumenten) voor zover niet kadastraal aangegeven worden niet in een bestemmingsplan aangegeven.
  • b. De bestemming Gemengd-2 is voor een deel gewijzigd in de bestemming Verkeer- Verblijfsgebied. Hierbinnen is een aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' opgenomen waardoor parkeren op maaiveld niet is toegestaan.
  • c. De gebouwen op het voormalige slachthuisterrein zullen ontsloten blijven vanaf de Verlengde Kazernestraat. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is ontsluiten vanaf de Snippelringsdijk geen optie.
  • d. Deze binnenruimte is wederom bestemd tot Verkeer-Verblijfsgebied.
  • e. Het is inderdaad juist dat de strook grond voor de Bottawoningen de bestemming Groen had. Hierbinnen waren echter ook paden mogelijk. De directe strook voor woningen zal alsnog de Groenbestemming krijgen. Voor het plein richting de Boreel en de toegang tot de garage onder de Bottawoningen is de bestemming Verkeer- en Verbljfsgebied, gezien de huidige inrichting, meer passend. De strook grond voor de SVB zal weer worden bestemd tot Verkeer- en Verblijfsgebied. Parkeren op maaiveldniveau zal hier worden uitgesloten.
  • f. Dit is terecht opgemerkt. Deze beide gebieden hadden in het voorheen geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost de bestemming Verblijfsgebied. Deze gebieden worden alsnog bestemd tot Verkeer-Verblijfsgebied.
    De platanen komen in aanmerking voor de bestemming groeiplaats boom, gelet op het bomenbeleidsplan. De bomen hebben de beschermwaardige status en zijn accentbomen nabij de entree van het ROC. De bomen krijgen alsnog de dubbelbestemming Waarde Groeiplaats-Boom.
  • g. In dit bestemmingsplan wordt voor de Saxionlocatie geen nieuwe uitbreidingsruimte opgenomen. Alleen de huidige uitbreidingsruimte die Saxion al heeft op grond van het geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost is overgenomen. In paragraaf 4.3 is aangegeven welke ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk de komende jaren gaan spelen. Voor deze ontwikkeling zal dan een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure moeten worden doorlopen.
  • h. Het geldende bestemmingsplan Boreelkazerneterrein omvat ook een deel van de Buitengracht. Dit wordt nu meegenomen in het bestemmingsplan Buitengracht-Oost.
  • i. Binnen het plangebied vormen de woningen een heel zelfstandig gebiedje en zijn niet echt onder een wijk of buurtnaam te vangen. In paragraaf 2.3.2.1 zijn de woningen alsnog opgenomen.
  • j. Vanuit het speelbeleid is het wenselijk om flexibel in te kunnen spelen op de vraag naar speelvoorzieningen en informele ontmoetingsplaatsen voor jongeren. Om deze reden is dan ook niet gekozen voor specifieke aanduidingen binnen de bestemmingen.
  • k. Het bestemmingsplan kent twee Gemengde bestemmingen: Gemengd -1 en Gemengd -2. Daarbinnen hebben de diverse locaties een aanduidingen met een cijfer van 1 t/m 11 gekregen. Deze cijfers zijn gekoppeld aan de tabel in de regels. De tabel in de regels geeft aan welke functies toegestaan zijn.

Conclusie

  • De bestemming Gemengd-2 van het perceel gelegen tussen de bebouwing van de SVB en de Fortis bank (DVT sectie B nr. 16434 ged.) te wijzigen in Verkeer- en Verblijfsgebied met daarop de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten'. Ter plaatse van de bestaande ondergrondse parkeergarages de aanduiding 'parkeergarage' op te nemen.
  • De bestemming Verkeer-Verblijfsgebied van de percelen voor de woningen Mr HF de Boerlaan 2 t/m 20 en 42 t/m 60 (DVT sectie E nrs. 12787 ged.,12791 ged., 12790 ged.) te wijzigen in Groen.
  • Op het perceel aan de Snipperlingsdijk (DVT sectie B nr 16432 ged.) ter plaatse van de platanen de dubbelbestemming Waarde-Groeiplaats boom op te nemen.

Inspreker 10

Samenvatting

  • a. Voorgesteld wordt de wijzigingsbevoegdheid functioneel te verbreden in die zin dat ook gemengde functies worden toegestaan.
  • b. Voorgesteld wordt ook de voorwaarden waaronder kan worden gewijzigd uit te breiden door een aanduiding op de plankaart op te nemen voor panden die behoudenswaardig zijn. Ook zou het wenselijk zijn een voorwaarde toe te voegen die ingaan op de relatie met de bestaande bebouwing en een voorwaarde die het aantal bouwlagen specifieker maakt.


Beantwoording

  • a. Het bestemmingsplan Buitengracht-Oost heeft tot doel om de geldende bestemmingsplannen te actualiseren. Nieuwe ontwikkelingen worden in principe niet mogelijk gemaakt. Op het moment dat Senzora besluit op deze locatie haar bedrijfsactiviteiten te staken wordt de woonfunctie de meest gewenste functie geacht. De functies genoemd onder de Gemengde bestemmingen hebben een andere ruimtelijke uitstraling op de omgeving dan Wonen. In het kader van dit actualiseringsplan worden deze functies dan ook niet mogelijk gemaakt.
  • b. In de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dat rekening wordt gehouden met de instandhouding van de in het gebied aanwezige waardevolle bebouwing. Het opnemen van een aanduiding op de verbeelding voor panden die mogelijk behoudenswaardig zijn is niet meer mogelijk op grond van de voorgeschreven wettelijke standaard voor bestemmingsplan. Daarbij is het bestemmingsplan niet het instrument dat de bescherming en het behoud van panden regelt. Dit gebeurt op basis van de Monumentenwet. De panden van Senzora hebben overigens geen monumentale status.
    Zoals de naam al zegt is het gebruik maken van de wijziging een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het college zal dus op het moment dat er een aanvraag ligt een ruimtelijke afweging maken of zij medewerking verleend aan het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan.

Conclusie

De inspraakreactie vormt geen aanleiding tot bijstelling van het plan.

Inspreker 11

Samenvatting

  • a. De woonomgeving Veenweg/Berkelweg kent momenteel een te hoge milieubelasting. Het is de taak van de gemeente een gezond woon- en leefmilieu te realiseren voor de bewoners;
  • b. Verzocht wordt om de passage in de toelichting met betrekking tot de ontwikkeling project Spoorzone Saxion e.o. te verwijderen. De huidige tekst wekt de suggestie tot een realisatie van intensievere bedrijvigheid ten kosten van het woon- en leefmilieu rondom het woongebied Veenweg.
  • c. Verzocht wordt de bestemming Verkeer-Railverkeer voor het emplacement aan te passen. De bestemmingsomschrijving is te ruim en dien ingeperkt te worden tot uitsluitend parkeervoorzieningen ten behoeve van het railverkeer en niet in algemene zin. Immers wanneer bedrijven in de omgeving gebruik willen maken van de parkeergelegenheid voor hun medewerkers zal de belasting op de Berkelweg alleen maar toenemen. Bij uitbreiding van het gebruik van de parkeervoorzieningen dien onderzoek plaats te vinden naar andere aan- en afvoerroutes, omdat de huidige belasting van de Berkelweg maximaal is.
  • d. Het gebruik van de Berkelweg moet begrensd worden tot een maximaal transportgewicht. Het zware transport dat nu gebruik maakt van de weg heeft negatieve gevolgen voor de woningen aan de Veenweg;
  • e. De bestemmingen van de gebouwen Saxion en ROC zijn te ruim genomen. Alleen het huidige gebruik zou moeten worden toegestaan;
  • f. Verzocht wordt om de grove dennen in het gebied achter de Veenweg ook de aanduiding Groeiplaats boom te geven;
  • g. Verzocht wordt de strook grond tussen ROC en de woningen aan de Snipperlingsdijk weer een groenbestemming te geven.

Beantwoording

  • a. Het bestemmingsplan Buitengracht-Oost is een actualiseringsplan. Dit betekent dat er geen nieuwe bouw- en gebruiksmogelijkheden worden mogelijk gemaakt. De milieubelasting zal met dit bestemmingsplan dan ook niet wijzigen.
  • b. De ontwikkelingsprojecten zijn in de toelichting beschreven om inzicht te geven in welke ontwikkelingen wel en welke niet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. De gemeente is wettelijke verplicht haar bestemmingsplan te actualiseren. Voor omwonenden is het dan vaak vreemd dat ontwikkelingen waar zij al wel van gehoord hebben niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Met het opnemen van deze paragraaf wordt het duidelijk dat de projecten in de toekomst wel gaan spelen maar nog onvoldoende zijn uitgewerkt om meegenomen te kunnen worden in het actualiseringsbestemmingsplan. Het weglaten van deze ontwikkeling is dan ook niet gewenst. Voor deze ontwikkeling zal dan een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure moeten worden doorlopen.
  • c. Op basis van het geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost heeft de zone langs het spoor reeds de bestemming Spoorwegdoeleinden waarbinnen parkeervoorzieningen zijn toegestaan. Daarbij worden de percelen ook ruimer gebruikt dan alleen parkeren en behoeve van het railverkeer. Het beperken van de bestemming is dan ook niet wenselijk.
  • d. De Berkelweg is een belangrijke route voor het transport richting het rangeerterrein van het spoor, alsmede de bevoorrading van de voorzieningen die hier gevestigd zijn. Daarbij is het geen doorgaande weg, zodoende komt er alleen bestemmingsverkeer. Een afsluiting voor vrachtverkeer of een maximum transportgewicht kan hier dus niet plaatsvinden.
  • e. Voor de functiemogelijkheden van de gebouwen van Saxion en ROC Aventus is aangesloten bij de mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost. Gezien de locatiekwaliteiten van dit gebied is het wenselijk deze ruime functiemogelijkheden te behouden.
  • f. De dennen maken geen deel uit van de hoofdbomenstructuur en zijn ook geen beschermwaardige bomen of accentbomen. Deze bomen hoeven niet de bestemming groeiplaatsboom te krijgen. Bescherming van deze bomen is geregeld in de APV artikel bescherming van houtopstanden.
  • g. Deze driehoek had in het geldende bestemmingsplan Grachtengordel-Oost de bestemming Verblijfsdoeleinden en zal de bestemming Verkeer- en Verblijfsgebied krijgen.

Conclusie

De bestemming Gemengd-2 van het perceel tussen het ROC en de Snipperlingsdijk 5 (DVT sectie B nr. 16434 ged.) te wijzigen in Verkeer- en Verblijfsgebied.

Inspreker 12

Samenvatting

  • a. In paragraaf 2.3.2.6 ontbreekt een verwijzing naar het groen dat gelegen is in de strook tussen de Buitengracht en de Mr HF de Boerlaan 2t/m 60. Aan deze groenstrook worden door de gemeente Deventer hoge eisen gesteld qua onderhoud en beheer. Daarom besteden de gemeente en de eigenaren veel zorg aan deze ruimte. Het is van belang dat deze aandacht hiervoor er blijft. Verzocht wordt dat ook dit kwaliteitsniveau in dit bestemmingsplan op te nemen;
  • b. Verzocht wordt om in het bestemmingsplan paragraaf 5.3.3 meer informatie op te nemen over de op het terrein aanwezige grondwatervervuiling. Er is sprake van een eeuwigdurende bemaling en reiniging bij Tauw/Deventer.

Beantwoording

  • a. In het bestemmingsplan is voor deze percelen de bestemming Groen opgenomen. Het bestemmingsplan is een publiekrechtelijk instrument. Privaatrechtelijke afspraken die de gemeente met grondeigenaren maakt over het onderhoudsniveau van bepaalde gronden kunnen niet in een bestemmingsplan worden opgenomen. Dit zijn namelijk afspraken die buiten een bestemmingsplan om gemaakt kunnen worden en een ander juridisch spoor kennen.
  • b. In paragraaf 5.3.3 is aandacht besteed aan de gebruiksbeperkingen van de locaties “Raambuurt” en “Handelskade 75”. Bij de toelichting ontbrak echter de bijlage met betrekking tot Handelskade 11-75. Deze wordt alsnog als bijlage 2 bij de toelichting ingevoegd.

Conclusie

Bijlage 2 Bodembeschikking Handelskade 11-75 aan de toelichting toe te voegen.