direct naar inhoud van 7.3 Resultaten inspraak
Plan: Looërmark 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D113d-OH01

7.3 Resultaten inspraak

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 9 februari 2010 het voorontwerp-bestemmingsplan 'Looërmark 2009' vastgesteld.

Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerp bestemmingsplan 'Looërmark 2009' van 18 maart tot en met 28 april 2010 voor een ieder ter inzage gelegen bij Publiekszaken, Leeuwenbrug 81 te Deventer, in de Openbare Bibliotheek, Brink 70 te Deventer en in de Bibliotheek Bathmen, Schoolstraat 13 te Bathmen. Op 31 maart 2010 heeft een inloopavond plaatsgevonden.

Tegen het plan zijn 4 inspraakreacties ingediend.

Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van een inspraak een eindverslag gemaakt worden. Dit eindverslag bevat in elk geval:

  • een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
  • een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
  • een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.

Het verslag van de inspraak is vastgesteld voor 1 oktober 2010. Na deze datum is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) in werking getreden. Het bestemmingsplan is aangepast op de wijzigingen naar aanleiding van deze wet, onderstaand inspraakverslag is hierop niet aangepast. Daar waar wordt verwezen naar bouwvergunningen of andere vergunningen, kan, in die gevallen waar dit van toepassing zou zijn, gelezen worden omgevingsvergunning.

7.3.1 Inspreker 1

Samenvatting:

  • a. In Looërmark staan nu circa 8 lantaarnpalen. De wens van inspreker is dat dit er niet meer worden. Kan dit in het bestemmingsplan geregeld worden?
  • b. Op de Veenweg moet uitgesloten worden dat hier verlichting gerealiseerd kan worden, in verband met lichthinder en een aantrekkende werking vanuit de A1.

Beantwoording:

  • a. Voor het oprichten van lantaarnpalen (voor zover te plaatsen bij een weg) is geen bouwvergunning benodigd. Dat betekent dat er bij het oprichten van lantaarnpalen geen toetsing plaats hoeft te vinden aan het bestemmingsplan.
    De gemeente plaatst openbare verlichting vanwege de verkeersveiligheid en ten behoeve van de sociale veiligheid. Vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen brengt de gemeente in ieder geval verlichting aan bij obstakels in de weg.
    De openbare verlichting dient te voldoen aan de Uitgangspunten die zijn vastgesteld in het gemeentelijke 'Uitvoeringskader Openbare Verlichting, sociaal veilig en energie zuinig' uit 2007. De openbare verlichting in de Looërmark is op verzoek van de bewoners in het verleden niet op het niveau gebracht waarop de verlichting volgens de uitgangspunten zou moeten zijn. De afgelopen jaren zijn er over de openbare verlichting klachten binnengekomen met name naar aanleiding van inbraken in dit gebied.
    Indien door alle bewoners wordt aangegeven dat het verlichtingsniveau voldoende is, dan kan er besloten worden het niveau zo te laten. Hiertoe kan een verzoek ingediend worden bij het college van burgemeester en wethouders. Dit traject zal buiten de bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden, aangezien de openbare verlichting niet geregeld wordt in het bestemmingsplan.
  • b. De Veenweg is niet opgenomen in het bestemmingsplan Looërmark 2009, maar valt in het bestemmingsplan Buitengebied. Voor het buitengebied gelden eveneens de uitgangspunten uit het Uitvoeringskader Openbare Verlichting, sociaal veilig en energie zuinig' uit 2007. Ook voor deze verlichting geldt dat deze niet aan het bestemmingsplan getoetst hoeft te worden.

Conclusie:

De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het wijzigen van het bestemmingsplan. Indien alle bewoners het met elkaar eens zijn dat het verlichtingsniveau in de Looërmark en op de Veenweg voldoende is en op deze manier in stand gelaten moet worden, dan kan hiertoe een verzoek bij het college van burgemeester en wethouders ingediend worden.

7.3.2 Inspreker 2

Samenvatting:

Inspreker heeft verzocht de kadastrale ondergrond van het bestemmingsplan aan te passen. Hierop staat huisnummer 75, het perceel is echter Looërmark 62.

Beantwoording:

De gemeente heeft niet de bevoegdheid om de kadastrale kaart aan te passen, deze bevoegdheid ligt bij het Kadaster. Inspreker kan bij het Kadaster een verzoek indienen om het huisnummer te laten aanpassen. Via www.kadaster.nl kan via particulieren/service/klachten en bezwaren een formulier ingevuld worden 'Verzoek tot herstel met DigiD' om aanpassingen in de Basisregistratie Kadaster door te geven.

Het bestemmingsplan wordt vastgesteld voor een periode van maximaal 10 jaar. Om tijdens deze periode geen misverstanden te laten ontstaan, is op de verbeelding het huisnummer visueel aangepast. Formeel dient echter nog wel een verzoek tot herstel bij het Kadaster gedaan te worden.

Conclusie:

Op de verbeelding is het huisnummer aangepast, inspreker dient zelf nog een verzoek in te dienen bij het Kadaster om de Basisregistratie Kadaster aan te passen.

7.3.3 Inspreker 3

Samenvatting:

In 2005 is onder de bewoners van Looërmark een enquête gehouden door de 'Werkgroep Groene Looërmark' . De uitkomsten van deze enquête dient inspreker nu in als reactie op het voorontwerp bestemmingsplan. De enquête geeft een algemeen beeld van de ideeën van de bewoners omtrent de groene omgeving.

Het verzoek is om de resultaten uit de enquête zo veel mogelijk over te nemen in het bestemmingsplan.

Tevens heeft inspreker een rapport 'Bomenbestand Looërmark' bijgevoegd uit maart 2006. In dit rapport zijn een aantal aanbevelingen gedaan over de instandhouding van de groene omgeving van Looërmark.

Beantwoording:

In de toelichting van het bestemmingsplan is in paragraaf 4.1.4 een tekst opgenomen waarin de enquete kort wordt toegelicht.

De gemeente hecht er veel waarde aan dat de Looërmark een gebied blijft dat aan te merken is als groene leefomgeving. De aanwezige bomen zijn voor dit karakter zeer van belang.

Het omgaan met bomen kan helaas in het bestemmingsplan niet worden geregeld. De gemeente heeft een groenbeleidsplan en een kapvergunningstelsel (geregeld in de Algemeen Plaatselijke Verordening, hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente, Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden) waarmee gestuurd kan worden op het al dan niet handhaven van bomen of groenstructuren.

Wat in het bestemmingsplan wel geregeld kan worden is voor welke functie (s) gronden gebruikt mogen worden en waar wel of niet gebouwd mag worden. Als er strikte regels zijn omtrent het bebouwen van een kavel, kunnen daarbij eisen gesteld worden aan de locatie waar gebouwd wordt. Bijvoorbeeld kan de eis gesteld worden dat er niet mag worden gebouwd binnen de kroonprojectie van een boom. Dat betekent dat we op die manier kunnen proberen het bestaande bomenbestand in stand te houden.

In het huidige bestemmingsplan Looërmark 1985 is de bestemming 'Bostuin' van toepassing. Binnen deze bestemming is het met vrijstelling van burgemeester en wethouders mogelijk bijgebouwen bij de woning op te richten. In het nieuwe bestemmingsplan Looërmark 2010 is de bestemming Bostuin dan wel verdwenen, de regels zijn hetzelfde gebleven. Bijgebouwen mogen alleen gebouwd worden met een ontheffing van burgemeester en wethouders.

De percelen die grenzen aan de openbare weg en/of aan het buitengebied hebben een strook van 5 meter waar de bestemming 'Tuin' aan gegeven is. Hiermee wordt gezorgd voor een zone van 5 meter waar in ieder geval geen bebouwing is toegestaan.

In de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' is toegevoegd dat deze gronden ook zijn bestemd voor het behoud van het bosachtige karakter.

Conclusie:

De inspraakreactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan op bepaalde punten. In de regels is opgenomen dat de gronden met de bestemming 'Tuin' en 'Wonen' tevens zijn bestemd voor het behoud van het bosachtige karakter. De bestemming 'Tuin' is op de verbeelding niet alleen langs de openbare weg, maar ook langs de rand van het plangebied opgenomen, om een bebouwingsvrije zone te garanderen. De toelichting is ten slotte op bepaalde punten aangepast en aangevuld met een beschrijving van het groene karakter van Looërmark. In paragraaf 4.1.4. is kort een alinea gewijd aan de door inspreker aangeleverde enquête.

7.3.4 Inspreker 4

Samenvatting:

  • a. Insprekers verzoeken om ook de buitenranden van de percelen die grenzen aan de bestemmingsplangrens de bestemming 'Tuin' te geven. De buitenranden zijn beeldbepalend en door deze maatregel wordt voorkomen dat binnen 5 meter vanaf de buitenranden gebouwd wordt.
  • b. Insprekers verzoeken binnen de bijgebouwenregeling in artikel 8.3.1 een extra categorie toe te voegen, namelijk toe te staan dat percelen groter dan 1250 m2 niet meer dan 175 m2 bij- aan of uitbouwen op mogen richten. Hierbij zou dan wel een bebouwingspercentage van 30% niet overschreden mogen worden.
  • c. Is het mogelijk dat de bestemmingsomschrijving zoals die gold bij de bestemming 'Bostuin' ook in de huidige bestemming 'Wonen' gebruikt wordt? Met name gaat het er om dat de kwaliteit van het wonen in een bosachtige omgeving gewaarborgd wordt.
  • d. In de toelichting wordt gesproken van de bebouwde kom van Looërmark. Is het juist dat het gebied in juridische zin niet behoort tot de bebouwde kom?

Beantwoording:

  • a. Het gebied Looërmark is een gebied dat zich kenmerkt door onder andere de uitstraling naar de omgeving, in een landelijk gebied vormt de Looërmark een bosachtig gebied. De grenzen van het gebied bestaan voornamelijk uit de grenzen van de percelen. Stedenbouwkundig gezien is het, zoals inspreker aangeeft, inderdaad beter als de grenzen van het gebied herkenbaar blijven als groenzone. Door een strook op te nemen waaraan de bestemming 'Tuin' gegeven wordt, wordt voorkomen dat de mogelijkheid bestaat om deze zone te bebouwen met bijgebouwen of erfafscheidingen. De uitstraling naar het buitengebied en het bosrijke beeld blijven hierdoor meer behouden. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden.
  • b. Met de bijgebouwenregeling wordt aangesloten op de algemene regeling zoals deze geldt in de hele gemeente. Ook op andere locaties komen percelen groter dan 1250 m2 voor. Ook op deze locaties zal geen aangepaste bijgebouwenregeling vastgesteld worden. Het verhogen van het aantal toegestane m2 leidt daarbij tot meer verstening van het gebied. Buiten de oppervlakte die op basis van het bestemmingsplan is toegestaan gelden overigens ook nog regels voor het bouwvergunningsvrij bouwen van bijgebouwen.
  • c. Het karakter van Looërmark is bijzonder. Om dit karakter zoveel mogelijk te behouden zal in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Wonen' toegevoegd worden dat het bosachtige karakter van het gebied niet aangetast mag worden. Hiermee wordt getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige bestemming 'Bostuin'.
  • d. Het begrip 'bebouwde kom' is op twee manieren uit te leggen, vanuit de ruimtelijke ordening en vanuit de Wegenwet. De Wegenwet verstaat onder de bebouwde kom: aaneengesloten bebouwing van enige omvang in de vorm van een stad of een dorp. Visueel wordt de bebouwde kom zichtbaar gemaakt door de plaatsing van de verkeersborden met de naam van de stad of het dorp. In de ruimtelijke ordening geldt dat de grens van de bebouwde kom wordt bepaald door de aard van de omgeving. De 'bebouwde kom' is de op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing geconcentreerd tot een samenhangende structuur.
    Daar waar in het bestemmingsplan Looërmark wordt gesproken over de bebouwde kom, wordt de bebouwde kom in de zin van de ruimtelijke ordening bedoeld.

Conclusie:

De inspraakreactie heeft ertoe geleid dat het bestemmingsplan op een aantal punten wordt aangepast. In de regels is opgenomen dat de gronden met de bestemming 'Tuin' en 'Wonen' tevens zijn bestemd voor het behoud van het bosachtige karakter. De bestemming 'Tuin' is op de verbeelding niet alleen langs de openbare weg, maar ook langs de rand van het plangebied opgenomen, om een bebouwingsvrije zone te garanderen.