direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Okkenbroek 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D113b-OH01

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 19.2;
  • b. zorgwoningen, uitsluitend conform het gestelde in artikel 6.4;
  • c. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn aangeduid als categorie 3b, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. sociaal-culturele doeleinden en openbare dienstverlening, waaronder begrepen kinderopvang, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. een praktijkruimte ten behoeve van medische en/of therapeutische doeleinden, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;

en de daarbij behorende

  • h. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, e.d.;
  • i. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevel-bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. het hoofdgebouw dient te worden afgedekt met ten minste 2 hellende dakvlakken, waarvan de helling niet minder dan 200 en niet meer dan 600 mag bedragen;
6.2.3 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
  • c. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • f. de afstand van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens mag
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 300 m2 0 m bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte vanaf 300 m2 niet minder dan 1 m bedragen.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m mag bedragen.
6.3 Afwijking van de bouwregels
6.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 6.2.2 onder c en worden toegestaan dat de goothoogte aan de achterzijde van het hoofdgebouw mag worden verhoogd met ten hoogste 2 m, ten behoeve van de realisering van een dakopbouw;
  • b. artikel 6.2.3 onder a en worden toegestaan dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • c. artikel 6.2.3 onder f en worden toegestaan dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag worden verkleind tot 0 m;
  • d. artikel 6.2.4 onder a en worden toegestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak mag worden verhoogd tot 2 m.
  • e. artikel 6.2.4 onder a en worden toegestaan dat een overkapping mag worden gebouwd met dien verstande dat
    • 1. de overkapping ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn wordt gebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt.

6.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
6.4 Afwijking van de gebruiksregels
6.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 en worden toegestaan dat gronden worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.

6.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.