direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Borgele
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D112-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurplan Deventer 2025 (2004)

In het structuurplan Deventer 2025 (april 2004) zijn de toekomstige ruimtelijke opgaven voor Deventer en de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld gebracht. Deventer wil ruimte bieden aan voldoende en kwalitatief goede woningen in de nieuwbouw en het bevorderen van de aantrekkelijkheid en gevarieerdheid van de bestaande wijken.

In Deventer Stad is stedelijke herstructurering, zowel voor wonen als werken (kantoren en overige bedrijvigheid), één van de belangrijkste opgaven, samen met de ontwikkeling van de verschillende inbreidingslocaties. Inbreiding en stedelijke herstructurering worden zoveel mogelijk gekoppeld aan het versterken van de stedelijke groen- en waterstructuur en het verbeteren van de openbare ruimte. De totale woningbouwcapaciteit op inbreidingslocaties is geschat op circa 100-150 woningen per jaar. Veel inbreidingslocaties zijn particuliere locaties waardoor gemeentelijke sturing beperkt is. Toch kan de gemeente belangrijke stedenbouwkundige randvoorwaarden stellen indien er sprake is van een bestemmingsplanherziening.

Daarnaast is het streven de stedelijke groenstructuur te versterken en te laten aansluiten op de structuur van het landelijk gebied. Om aansluiting te vinden en te houden met het omringende landschap wordt ingezet op het realiseren en versterken van zogenaamde 'groene vingers'. Als tegenhangers van de 'rode vingers', reiken de groene vingers vanuit het omringende landschap tot diep in de stad. Op deze wijze wordt het landschap als het ware de stad in getrokken.

3.4.2 Gemeentelijk waterbeleid (2007)

Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in het Waterplan Deventer (2007-2010) en Gemeentelijk Rioleringsplan (2005 - 2010).

Het Waterplan is een gezamenlijk plan van de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Er staat in welke knelpunten deze organisaties zien in de waterhuishouding en hoe ze die denken op te lossen. In het Waterplan staan de belangrijkste maatregelen die de waterorganisaties de komende jaren samen willen treffen. Ieder jaar wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld.

Eén van de te nemen maatregelen is bijvoorbeeld: indien mogelijk schoon regenwater niet af te voeren naar de riolering, maar te infiltreren, dan te bergen en vervolgens pas af te voeren naar het oppervlaktewater door middel van een bodempassage. Om mogelijkheden tot afkoppeling en infiltratie ter plaatse van het plangebied te onderzoeken moet een infiltratieonderzoek worden uitgevoerd.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer (GRP) 2005-2010 wordt het gemeentelijk beleid, de uit te voeren programma's in de planperiode en de investeringen beschreven. Het plan staat niet op zichzelf. Zowel letterlijk als figuurlijk worden grenzen overschreden. De wetgeving waarmee men in het Gemeentelijk Rioleringsplan te maken heeft speelt op Europees, rijks-, provinciaal- en lokaalniveau. Eenmaal per vijf jaar wordt het GRP geactualiseerd.

3.4.3 Nota herijking Hoofdwegenstructuur (2006)

Binnen het vastgestelde beleid in de Nota herijking Hoofdwegenstructuur Deventer is de keuze gemaakt voor een evenwichtige benadering van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Rondom en door het plangebied liggen verschillende hoofdwegen. Dit zijn onder andere de Havezatelaan, de Laan van Borgele en de Overstichtlaan. Al deze wegen zijn gebiedsontsluitingswegen waarop een maximumsnelheid van 50 km/u geldt. Bij gebiedsontsluitingswegen dienen er aparte fietsvoorzieningen aanwezig te zijn, een voorwaarde waar deze wegen aan voldoen. De gebieden naast de gebiedsontsluitingswegen zijn verblijfsgebieden. Hierin zijn alle wegen erftoegangswegen met een bijbehorende maximumsnelheid van 30 km/u. In 2009 en 2010 wordt een deel van het gebied in het kader van het Meerjaren Ontwikkelingsplan (MJOP) aangepast, zodat het gebied voldoet aan de richtlijnen die het CROW stelt aan verblijfsgebieden. Hierdoor is ook handhaving, bijvoorbeeld op snelheid beter mogelijk.

3.4.4 Fietsbeleidsplan 2000+ (2000)

Door het gebied lopen verschillende fietsverbindingen. Een deel van deze fietsverbindingen maakt deel uit van het hoofdfietsroutenetwerk van de gemeente Deventer. Zo loopt langs de Havezatelaan sterroute 2. Deze sterroute verbindt Diepenveen met de binnenstad van Deventer. De bedoeling van sterroutes is dat de fietsroute zo direct mogelijk is, zonder veel conflictpunten met gemotoriseerd verkeer.

3.4.5 Openbaar Vervoervisie Deventer (2008)

Er is zowel een stadsdienst als een streekdienst die de wijk Borgele ontsluit per openbaar vervoer. De stadsdienst is aangemerkt in de openbaar vervoersvisie als Lijn B. Deze lijn gaat via Keizerslanden naar het Centraal Station om te eindigen in de Vijfhoek. Doordat de stadsbussen in kwartiersdiensten rijden, is er een goede ontsluiting mogelijk met de dienstregeling van de NS.

Er rijdt een streeklijn door Diepenveen, deze rijdt vanaf het station, via de Laan van Borgele en de Havezatelaan naar Diepenveen, om vanaf daar richting Olst, Wijhe en Zwolle te rijden. Deze bus heeft een halfuursdienst. De gemeente heeft als ambitie om 151 haltes toegankelijk te maken. Dit houdt in dat de haltes in de stad verhoogd worden zodat het instappen gemakkelijker wordt, voor mindervaliden worden voorzieningen getroffen. In Borgele worden alle 8 halteplaatsen van de stadsbus toegankelijk gemaakt. Deze aanpassing valt samen met het MJOP.

3.4.6 Omgevingsvisie externe veiligheid (2007)

Op 4 juli 2007 is door de Raad de "Omgevingsvisie externe veiligheid" vastgesteld. In die nota is de ambitie vastgelegd wat betreft het veiligheidniveau wat moet worden nagestreefd per deelgebied in Deventer. Voor woonwijken is vastgelegd dat overschrijding van het plaatsgebonden risico voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten niet acceptabel is en dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet mag worden overschreden. Binnen dit plangebied wordt aan dit ambitieniveau voldaan.

3.4.7 Milieubeleidsplan 2003-2008 (2003)

In het Milieubeleidsplan 2003-2008, dat op 20 oktober 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld, staat een integrale benadering van milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en wonen en verkeers- en vervoersbeleid centraal. Het plan is daarom gebaseerd op de drie pijlers van het gemeentelijke beleid, zoals vastgelegd in de Stadsvisie. Vanuit milieuperspectief zijn per pijler de volgende milieu-uitgangspunten opgesteld:

  • ruimtelijke ontwikkeling en milieu: behoud van bestaande milieukwaliteiten, verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  • economische ontwikkeling en milieu: een duurzame ontwikkeling en betrokkenheid en verantwoordelijkheid van ondernemers staat centraal;
  • maatschappelijke ontwikkeling en milieu: de betrokkenheid van de burger.

Met name de eerste twee uitgangspunten zijn van belang bij het opstellen van bestemmingsplannen.

Het gemeentelijk Milieubeleidsplan kent de speerpunten veiligheid, handhaving, klimaatverandering en flora en fauna. Verder is voor de verschillende beleidsterreinen een aantal milieuambities vastgelegd. Er wordt onder meer ingezet op een verbetering van de veiligheid en het veiligheidsgevoel van burgers, het behoud en versterken van natuur in de buurt en het benutten van kansen voor natuurontwikkeling, energiebesparing, duurzame energie en een efficiënte inzet van fossiele energie, minder geluidhinder voor burgers en het voorkomen van hindersituaties, een acceptabele luchtkwaliteit, een duurzaam gebruik van de bodem en het voorkomen van verdere bodemverontreiniging. Waar nodig zijn met name geluids-, veiligheids- en ecologie-aspecten zoveel mogelijk vertaald in het onderhavige bestemmingsplan.

De gemeente is begonnen met de voorbereidingen voor een nieuw Milieubeleidsplan 2009-2014. In de binnenkort door de gemeenteraad vast te stellen "Visie Duurzaam Deventer - Koersdocument voor het nieuwe Milieubeleidsplan Deventer 2009-2014" wordt gesteld dat "bij wijziging van bestemmingsplannen ecologische waarden als zodanig bestemd worden". De vraag is of dat ook bij een consolidering aan de orde is en of er, vanuit de ecologie gezien, dusdanige waarden voorkomen dat dat een wijziging rechtvaardigt. In het bestemmingsplan Borgele zijn de natuurwaarden van dien aard, dat deze niet als zodanig worden bestemd maar opgenomen binnen de diverse bestemmingen.

3.4.8 Sociale Structuurvisie (2004) en Sociaal Programma (2005)

De ambitie van de gemeente is om binnen het sociale domein met bewoners en instellingen te bouwen aan wijken en dorpen waar het prettig leven is.

In 2004 en 2005 zijn respectievelijk de Sociale Structuurvisie en het Sociaal Programma vastgesteld. Een van de uitwerkingspunten van het sociaal programma is het ontwikkelen van beleid voor voorzieningen en accommodaties is Deventer. Centraal daarin staat de vraag welke voorzieningen we voor onze burgers nodig hebben in de toekomst. Dan gaat het bijvoorbeeld om voorzieningen voor de jeugd, brede scholen, voorzieningen voor wonen, zorg en welzijn en ruimten voor burgerinitiatief. Dit beleid is beschreven in de 'Uitvoeringsschetsen voorzieningen en accommodaties in Deventer' vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2007.

Er zijn wel uitgangspunten bekend die meegenomen moeten worden in bestemmingsplannen.

Het gaat om de volgende zaken:

  • meer ruimte voor jongeren (Te gek een eigen plek; zie paragraaf 3.4.11);
  • de kracht van de stad centraal: het bestaande accommodatie-aanbod is sterk versnipperd; er is veel maar er wordt niet optimaal gebruik van gemaakt. Bij het vormgeven van haar regierol op accommodaties wil de gemeente nadrukkelijk alle bestaande accommodaties betrekken (denk aan verzorgingshuizen, sportkantines, speeltuingebouwen, zalen van kerken, scouting e.d.);
  • multifunctionaliteit: het bundelen van functies op het terrein van wonen, zorg en welzijn, en functies ten behoeve van spitsuurgezinnen (school, kinderopvang, winkels, bibliotheek e.d.). In accommodatietermen wordt bijvoorbeeld gedacht in de volgende concepten: brede scholen, scholen, jongerenruimtes, een gezondheidscentrum, een zorgknooppunt, een wijkvoorzieningencentrum, een Kulturhus.

Daarnaast is het gewenst dat gebouwen in buurten en wijken 'levensloopbestendig' zijn. Dit betekent dat gebouwen mee kunnen groeien met de bevolkingsontwikkeling in een wijk. In nieuwbouwwijken is eerst vaak veel behoefte aan bijvoorbeeld onderwijs, kinderopvang e.d. Later moeten die functies omgevormd kunnen worden in bijvoorbeeld zorg en dienstverlening. Dit betekent dat een brede maatschappelijke bestemming gewenst is om slagvaardig en snel in te kunnen spelen op de behoefte van een buurt of wijk.

In dit bestemmingsplan is met voornoemde uitgangspunten rekening gehouden. In februari 2009 is het nieuwe gezondheidscentrum geopend, waar verschillende zorginstellingen onder één dak gehuisvest zijn. Daarnaast bestaat de wens om de basisscholen in de wijk te clusteren.

3.4.9 Masterplan Onderwijshuisvesting (2008-2013)

Het Masterplan Onderwijshuisvesting is een vervolg op het Integraal Huisvestingplan uit 2001. In het Masterplan zijn voorstellen uitgewerkt voor alle schoolgebouwen in Deventer met betrekking tot basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en gymnastiekonderwijs. In het Masterplan is een vertaling gemaakt van beleidsuitgangspunten uit de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs naar concrete huisvesting. Een voorbeeld hiervan is het clusteren van voorzieningen in één accommodatie of in een netwerk van accommodaties, de zogenaamde Brede School. De brede school is een samenwerkingsverband op buurt/wijk niveau tussen een basisschool en verschillende sociale instellingen zoals peterspeelzalen, GGD, kinderopvang etc. De gemeente Deventer streeft er naar dat in elke buurt zo'n samenwerkingsverband tot stand komt.

De technische staat van de basisonderwijsgebouwen in Borgele is slecht. De gemeente staat voor de keuze tussen renoveren of herstructureren. Gezien de ontwikkelingen in borgele en het beleid van de gemeente is het gewenst dat drie van de vier aanwezige basisscholen samengevoegd worden in één gebouw na 2010. Het uitgangspunt is op dit moment om de multifunctionele voorziening op de Groenewold te realiseren. De basisschool aan de Wittenstein 128 heeft per 1 augustus 2009 haar deuren gesloten.

3.4.10 Speelbeleidsplan Deventer 'Kiezen voor kwaliteit'

De gemeente Deventer onderstreept het belang van voldoende én veilige kinderspeelruimte in de directe woonomgeving. Het budget voor het beheer, het onderhoud en het tijdig vervangen (revisie) van álle huidige speelvoorzieningen was echter niet meer toereikend om een veilig gebruik te kunnen garanderen. In samenspraak met de toenmalige raadscommissie RFO en de 6 wijkteams is daarom besloten te kiezen voor minder, maar gegarandeerd veilige, beter ingerichte, zorgvuldig over de wijken verdeelde speelplekken in buurten, wijkparken, in speeltuinen en op schoolpleinen.

De opgave voor de komende jaren is:

  • biedt speelruimte op maat; voldoende, toegankelijke en veilige speelruimte afgestemd op de aard / omvang van de behoefte in de wijk;
  • kies voor een integrale benadering;
  • haal het maximale uit beschikbare budgetten.

Voor wijk 4 waar Borgele onder valt stelt het beleidsplan dat naast de 56 huidige formele speelruimten er 15 nieuwe speelruimten moeten worden gerealiseerd. Ook dienen 20 huidige formele speelruimten te worden omgevormd naar informele speelruimten.

Door in het bestemmingsplan binnen de bestemmingen 'Groen', 'Verkeer' en 'Verkeer en verblijf' de mogelijkheid op te nemen speelvoorzieningen te realiseren, wordt voldoende ruimte geboden de opgave uit het Speelbeleidsplan te realiseren.

3.4.11 Adviesnota Te gek een eigen plek - Informele ontmoetingsplekken voor jongeren

In oktober 2005 heeft de stedelijke themagroep Jongeren de adviesnota 'Te gek een eigen plek' aangeboden aan het college van Burgemeester en Wethouders. De nota geeft een advies over een evenwichtig over de stad verspreid aanbod van informele ontmoetingsplekken voor jongeren.

De nota geeft een indeling in verschillende categorieën van plekken waar jongeren elkaar informeel ontmoeten. De categorieën zijn:

  • What's Up (Kleine plekken voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en bijpraten. Slechts enkele voorzieningen als bankjes e.d.);
  • Stay Around (Iets grotere plekken voor 10 tot 40 jongeren waar jongeren afspreken en activiteiten kunnen ontplooien. Voorbeelden: trapveldje, basketbalveldje);
  • No Problem (Grotere plekken op afstand van de bebouwing om overlast voor omwonenden te beperken. Vaak grotere voorzieningen aanwezig. Voorbeelden: overkapping, skatebaan, verharding).

De adviesnota is gekoppeld aan de uitvoering van het speelbeleidsplan. Per wijk wordt bij de realisatie van het speelbeleidsplan gestreefd naar de realisatie van minimaal één 'No problem' plek en wordt bij de inrichting van overige speelplekken gestreefd deze te laten voldoen aan een 'What's up' of 'Stay Around' voorziening.

Bij het opstellen van bestemmingsplannen zal worden gestreefd naar zo veel mogelijk flexibiliteit om bij een verzoek van de jongeren over te kunnen gaan tot realisatie van een informele ontmoetingsplek.

Bij de adviesnota is een kaart gevoegd met een advies over locaties voor informele ontmoetingsplekken. Bij verzoeken vanuit de jongeren dient deze kaart als uitgangspunt voor het zoeken naar een geschikte locatie.

Algemeen gesproken levert het bestemmingsplan Borgele, afhankelijk van de omvang van de locatie en de voorzieningen, geen problemen op voor het realiseren van kleinere  ontmoetingsplekken en speelvoorzieningen, ook voor jongeren (What's Up of Stay Around). Om tot een goede locatie te komen voor een 'No Problem' plek, waarbij ook op zorgvuldige wijze met de belangen van omwonenden, de jongeren zelf en andere belanghebbenden rekening kan worden gehouden, zijn mogelijkheden opgenomen binnen de planregels 'Groen', 'Verkeer' en 'Verkeer en verblijf' van het bestemmingsplan.

3.4.12 Woonvisie 2008+ (2009)

De wijk Borgele bestaat vooral uit naoorlogse woningbouw met veel etageflats, tot maximaal 11 hoog. Het is een buitencentrum milieu met rondom het winkelcentrum een centrumstedelijk milieu. Een geliefde wijk met kwalitatief goed woningbezit, maar een overaanbod aan portieketageflats.

Borgele is een mix van hoog-, gestapelde en laagbouwwoningen, vooral in de sociale huursector, met "gouden rand (luxe woningen)". Sociale problemen op complexniveau. Voor het centrumgebied bestaat een vernieuwingsplan. Het centrumplan Borgele sluit in hoofdlijn aan op de ambities. Het plan gaat uit van meer differentiatie in woonmilieus, met name middeldure huur- en koopappartementen, versterken van het voorzieningenniveau, herstructureren van bestaande zorginfrastructuur richting woonservicezone en er is een belangrijke rol voor gemeente in aanpak openbare ruimte.

Aangezien het centrumplan voor Borgele nog in voorbereiding is, zal dit plan niet in het bestemmingsplan Borgele worden opgenomen. Hiervoor zal ter zijner tijd een apart bestemmingsplan opgesteld worden.

3.4.13 Structuurvisie Detailhandel

In het voorjaar van 2004 is de structuurvisie Detailhandel vastgesteld. Deze structuurvisie brengt in beeld welk beleid de gemeente voert en wanneer maatregelen te verwachten zijn zodat ondernemers en gemeente samen kunnen bijdragen aan een krachtig detailhandelsapparaat. Deventer kent een hiërarchische opbouw van de winkelstructuur, verzorgend op regionaal en stedelijk niveau, verzorgend op wijkniveau en verzorgend op buurtniveau. Het behoud en versterken van deze opbouw vormt het uitgangspunt van de Structuurvisie.

Om het functioneren van de hiërarchische detailhandelsstructuur in de stad te waarborgen zijn de ontwikkelingen gericht op het behouden en versterken van deze structuur. Dit betekent onder meer dat verspreide bewinkeling, zoals solitaire supermarkten en perifere detailhandelsvestigingen, wordt tegengegaan. Winkelcentrum Borgele is een buurtcentrum die zich primair richten op het boodschappen doen (dagelijkse artikelen).

3.4.14 Horecabeleid 'Ruimte voor kwaliteit' (2009)

Het doel van het nieuwe horecabeleid is: groei van de horeca en minder negatieve effecten. In de horeca moet sprake zijn van groei die leidt tot kwaliteitsontwikkeling. Om de groeiambitie van de horeca mogelijk te maken en tegelijkertijd te werken aan een verdere verbetering van veiligheid en leefbaarheid is in de uitwerking van visie en horecabeleid een overzicht gegeven van locaties en is een geïntegreerde aanpak van de belangrijkste sturingsvariabelen uitgewerkt.

Het bestemmingsplan is het belangrijkste instrument voor het regelen van de gewenste ruimtelijke structuur. In de gemeente Deventer is de werking van het bestemmingsplan voor de horeca binnenstad al sinds 1986 nadrukkelijk gekoppeld aan het sectorenbeleid, een categorie-indeling en een maximumstelsel sluitingstijden voor horecavestigingen.

Per deelgebied worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor horeca aangegeven. Uitbreiding van de horecagelegenheden in de woonwijken is mogelijk in de verschillende buurtcentra waaronder ook Borgele valt. Het gaat hier om de categorie II en III bedrijven. Onder categorie II vallen vormen van horeca die zich qua exploitatie richten op drankenverstrekking (café, bars, besloten feestzaal) en waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt (restaurants, hotels, pensions, bodega's). Categorie III bedrijven zijn vormen van horeca-activiteiten waarvan de exploitatie normaliter geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en geen druk op de openbare orde met zich mee brengt omdat ze zich op de openingstijden van de winkelactiviteiten richten of omdat het gaat om horeca ter ondersteuning aan een andere hoofdfunctie.

3.4.15 Nota Prostitutiebeleid (2000)

Het integrale prostitutiebeleid, dat in verband met de opheffing van het bordeelverbod op 1 oktober 2000, is ontwikkeld, is verwoord in de Nota Prostitutiebeleid (juli 2000). De nota bevat een omschrijving van de doelstellingen van het beleid en er wordt ingegaan op een aantal aspecten zoals: bestrijding van de criminaliteit, het vestigingsbeleid met betrekking tot seksinrichtingen en gezondheidszorg.

Ten aanzien van het vestigingsbeleid behoren onder andere de volgende punten tot het ruimtelijk kader:

  • de bestaande seksinrichtingen kunnen in principe gehandhaafd blijven voor zover zij op een geschikte locatie zijn gesitueerd en voor de omgeving geen onevenredige overlast tot gevolg hebben;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in woonwijken is uitgesloten;
  • nieuwvestiging van prostitutiebedrijven in het buitengebied (met uitzondering van stadsrandzones) is uitgesloten;
  • sekswinkels met uitsluitend een detailhandelsfunctie kunnen worden toegelaten op percelen met een winkelbestemming;
  • de nieuwvestiging van prostitutiebedrijven zal uitsluitend gerealiseerd kunnen worden via een ruimtelijke ordeningsprocedure.

Het prostitutiebeleid is er op gericht dat seksinrichtingen in overwegende mate in het centrum zijn gesitueerd. In Borgele zijn, zover bekend, geen bestaande seksinrichtingen of prostitutiebedrijven aanwezig. Gezien het woonkarakter van de wijk is nieuwvestiging niet mogelijk. Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming.

3.4.16 Groenbeleidsplan (2007)

Het groenbeleidsplan (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken is in het groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

De groenvisie is: "De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerpbewust beheren".

De ambities uit het Groenbeleidsplan zijn:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor de toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • inspringen op nieuwe stedelijke ontwikkelingen;
  • een handleiding bieden voor de praktische invoering van de groenvisie in de praktijk.

In het voorliggende beheersgerichte bestemmingsplan Borgele wordt de huidige situatie min of meer vastgelegd. De groenstructuur zal door vaststelling van dit bestemmingsplan niet ingrijpend wijzigen. Door de kleinere openbare groengebieden op te nemen in de verkeersbestemming kan beter ingespeeld worden op de beheersbaarheid, de beleving en het gebruiksgemak van het groen. De bomen in het plangebied worden beschermd via het kapvergunningstelsel uit de Bomenverordening.

Geconcludeerd kan worden dat het bestemmingsplan past binnen het Groenbeleidsplan.

3.4.17 Beleidsnota Beroep en bedrijf aan huis (2007)

De beleidsnota 'Beroep en Bedrijf' aan huis biedt duidelijkheid over wanneer het wel en wanneer het niet mogelijk is een bedrijf of beroep aan huis te hebben. Het uitoefenen van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten thuis kan een positieve uitstraling hebben op de woonomgeving; het kan de wijk of buurt verlevendigen. In sommige gevallen kan het echter ook ongewenste situaties met zich meebrengen. Zo kan een bepaalde activiteit bijvoorbeeld een ongewenste verkeersaantrekkende werking hebben of voor anderen overlast met zich mee brengen. Onderstaande criteria zijn ter voorkoming van deze ongewenste situaties.

Een beroep of bedrijf aan huis is toegestaan indien:

  • het ondergeschikt is aan de woonfunctie: max. 35 % van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt tot een maximum van 50 m2;
  • er mag geen onevenredige hinder en overlast worden veroorzaakt;
  • de persoon die de activiteit uitoefent moet tevens bewoner van het huis zijn;
  • er mag geen horeca, detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  • uitsluitend categorie 1 bedrijven (volgens VNG-brochure "bedrijf en milieuzonering") zijn toegestaan;
  • er mag geen duidelijk waarneembare nadelige invloed zijn op de verkeerssituatie.

In afwijking van het verbod op horeca mag binnen de woonbestemming onder bepaalde voorwaarden wel een Bed & Breakfast voorziening worden gerealiseerd. Naast bovenstaande criteria geldt dat er sprake moet zijn van een toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid, waarbij het zelfstandig functioneren als wooneenheid dient te worden uitgesloten, het authentieke uiterlijke of de verschijningsvorm van de woningen dient te worden gehandhaafd en het maximaal aantal bedden ten dienste van de toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid is 4.

In Borgele is een aantal woonbestemmingen die gebruik maakt van de mogelijkheid om een beroep of bedrijf aan huis te hebben.

3.4.18 Welstandsnota gemeente Deventer (2004)

De herziening van de Woningwet, die op 1 januari 2003 in werking is getreden, heeft ondermeer als doel het inzichtelijk maken van de beoordeling van de aanvragen voor bouwplannen door de welstandscommissie. Sinds 1 juli 2004 is het niet meer mogelijk, zonder vooraf bekend gemaakte criteria, welstandseisen aan bouwplannen te stellen. De gemeente Deventer heeft deze criteria vastgelegd in de Welstandsnota gemeente Deventer. De nota is een beheers- en verbeteringsinstrument voor de uiterlijke verschijningsvorm in bestaande gebieden. Er is onderscheid in vier soorten criteria: de algemene welstandscriteria, de gebiedscriteria, de criteria voor bepaalde typen bouwwerken en de objectcriteria. Hoe er naar de plannen gekeken wordt hangt af van de waarde die aan het gebied, gebouw of object wordt gehecht. De gemeente hanteert hierin een viertal niveaus, namelijk:

  • niveau 1, bijzondere toetsing: de gemeente wil de bijzondere kwaliteiten van het gebied behouden en/of verbeteren, ofwel een gebied met een bijzondere kwaliteit realiseren;
  • niveau 2, reguliere toetsing: deze toetsing beoogt handhaving en continuering van de huidige kwaliteit van het gebied;
  • niveau 3, soepele toetsing: deze toetsing beoogt de basiskwaliteit van het gebied te behouden;
  • niveau 4, welstandsvrij: er worden geen eisen gesteld.

De bebouwing in de wijk Borgele heeft een rustige en niet opdringende architectonische uitstraling. Dit kan worden gezien als een kwaliteit, maar de combinatie met de massaliteit waar de groene ruimte minder aanwezig is, kan ook een aandachtspunt zijn. Het toetsingsniveau voor Borgele is niveau 2. Voor de hoofdroutes door de wijk geldt echter toetsingsniveau 1, in verband met het publieke belang van deze routes.

Op korte termijn zal de gemeente Deventer starten met een herziening van de Welstandsnota. Indien deze nota is vastgesteld voordat dit bestemmingsplan is vastgesteld, wordt dit bestemmingsplan hierop aangepast.

3.4.19 De Kroon van Deventer (2005)

De Kroon van Deventer is een ontwikkelingsvisie voor wijk 4, waar ook Borgele onder valt. In deze visie wordt een ontwikkelingsbeeld voor de wijk geschetst. Voor het centrumgebied is een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden vastgesteld:

  • aanpassing en vernieuwing van de winkelvoorzieningen voor betere structuur en uitstraling;
  • concentratie van commerciële en maatschappelijke voorzieningen rond een centrale ruimte;
  • opheffen van de barrière die de Dreef nu vormt door wegomlegging en hiermee centraal plein realiseren;
  • sloop en nieuwbouw aan het winkelcentrum grenzende flats;
  • Betere oriëntatie van De Bloemendal op het winkelcentrum.

Daarnaast geeft de Kroon van Deventer aan dat het gebied tussen Het Vlier, de Dreef en de Groenewold aangemerkt moet worden als "woonpark". De randvoorwaarden die voor de ontwikkeling van dit gebied worden gesteld, zijn de volgende:

  • Afwijkend woonmilieu t.o.v. de overige woonbebouwing in Borgele;
  • Transformatie basisscholen naar wijkvoorzieningencentra;
  • heldere (langzaam verkeer) relatie richting centrum Borgele.