direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Borgele
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D112-OH01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. uitsluitend een garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'ga';
  • b. uitsluitend een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatsen van de aanduiding 'vm';

met de daarbij behorende

  • c. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken e.d.;
  • d. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. op de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan bedragen dan is aangeduid;
  • c. het bebouwingspercentage mag per bouwvlak niet meer bedragen dan is aangeduid, met dien verstande dat als er geen bebouwingspercentage is aangegeven het 100% mag bedragen.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in 5.2.3 onder a mag de bouwhoogte ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping' niet meer dan 5 m zijn.
  • c. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 8 m;
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.2.3 onder a en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak mag worden verhoogd tot 2 m.
5.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.
5.3.3 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een ontheffing is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. detailhandel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan;