direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd
Plan: Rivierenwijk en Snippeling
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D110-OH01

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen (w), al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 27.2;
  • b. detailhandel (dh), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • c. horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn aangeduid als categorie 3a, 3b of 2b (h), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. kantoren (k);
  • e. praktijkruimte ten behoeve van medische en/of therapeutische doeleinden (pk);

een en ander inachtneming van het hierna bepaalde:

  w   dh   h   k   pk  
GD=1 Oude Bathmenseweg 22   x   x        
GD=2 Scheldeplein 7   x     x      
GD=3 Scheldeplein 12   x   x        
GD=4 Hunneperweg 2, 4, 6         x   x  

en de daarbij behorende

  • f. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, e.d.;
  • g. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gesitueerd binnen het aangeduide bouwvlak;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevel-bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. het hoofdgebouw dient te worden afgedekt met ten minste 2 hellende dakvlakken, waarvan de helling niet minder dan 200 en niet meer dan 600 mag bedragen;
  • e. in afwijking van het gestelde in lid e mag het hoofdgebouw plat worden afgedekt indien de aangeduide goothoogte gelijk is aan de aangeduide bouwhoogte.
6.2.3 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
  • b. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • e. de afstand van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens mag
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 300 m2 0 m bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte vanaf 300 m2 niet minder dan 1 m bedragen.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m mag bedragen.
6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.3.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 6.2.3 onder f en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag worden verkleind tot 0 m;
  • b. artikel 6.2.4 onder a en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak mag worden verhoogd tot 2 m.
6.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
6.3.3 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit omtrent een ontheffing is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.