direct naar inhoud van 4.2 Uitwerking in deelgebieden
vastgesteld
NL.IMRO.0148.SBgemDalfsen-vs01

4.2 Uitwerking in deelgebieden

De gemeente realiseert zich dat er in het buitengebied een spanningsveld aanwezig is tussen behouden en ontwikkelen, tussen het overeind houden en versterken van landschappelijke kwaliteiten en het bestaansrecht van functies. Immers, zonder functies als landbouw of natuurbeheer, staat de karakteristiek van het landelijk gebied onder druk. Maar zonder aantrekkelijk buitengebied, zijn er weinig mensen die er willen wonen of recreëren.

Landschap en landgebruik maken samen het buitengebied tot wat het nu is en wat het over 20 jaar zal zijn. Maar omdat het landschap door de gemeente heen verschillend is en daarmee ook de functies variëren, is het niet mogelijk om de ambitie van de gemeente uit te werken tot één universeel plan van aanpak. In het vervolg zal daarom aan de hand van verschillende landschappelijke deelgebieden de ambitie op hoofdlijnen van de gemeente worden geconcretiseerd.

De verschillende landschapstypen vormen dus het vertrekpunt voor het uitwerken van de gemeentelijke ambitie. Daarbij is de landschappelijke kwaliteit in eerste instantie leidend. Dat wil zeggen dat is gekeken welke mate van ontwikkeling het landschap kan dragen zonder dat dit afbreuk doet aan de essentiële kenmerken van dat landschap.

Afhankelijk van de landschappelijke kwaliteiten en de kwetsbaarheid van het landschap zal in het ene deelgebied meer het accent worden gelegd op economische ontwikkeling en draagkracht van het landelijk gebied, waar in een ander deelgebied juist de natuur en het behoud en de ontwikkeling van landschapskwaliteiten voorop staan. Dit betekent niet dat landschap in die gebieden economische ontwikkelingen in de weg zal staan. Wel zal in die gebieden zorgvuldig worden gekeken naar inpassing en landschappelijke kwaliteiten en wordt van een economische ontwikkeling meer gevraagd op het vlak van landschapsontwikkeling.