direct naar inhoud van Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Buitengebied Gemeente Dalfsen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0148.BgemDalfsen-vs01

Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  • b. bos;
  • c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;

waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;

met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.

20.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

20.2.1 Recreatiewoningen

Voor een recreatiewoning gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één recreatiewoning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • b. de inhoud van een recreatiewoning inclusief onderkeldering en bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 300 m³ bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 30º bedragen.
  • f. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan mogen gehandhaafd worden.
20.2.2 Vrijstaande bijbehorende bouwwerken

Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij recreatiewoningen zijn niet toegestaan.

20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dak gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
20.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. een goede woonsituatie;
    • 3. landschappelijke inpassing
    • 4. de milieusituatie
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
    • 6. de verkeersveiligheid;
    • 7. de sociale veiligheid.
    • 8. de externe veiligheid
  • b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 onder b en ten behoeve van een duurzame recreatiewoning de inhoud te vergroten tot maximaal 330 m³.

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 5; .