direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Bestemmingsplan Wensink Noord/Wensink Zuid, herziening Fietssnelweg 1e fase
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNWZhz001-ow02

4.9 Externe veiligheid

4.9.1 Beleidskader

Bij ruimtelijke projecten dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en / of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

  • Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas.
  • Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Het bestemmingsplan is getoetst aan de wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid en de eisen van een goede ruimtelijke ordening. Bij de toetsing zijn ondermeer de volgende documenten betrokken:

  • Het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (Bevi) en de 'Regeling externe veiligheid inrichtingen' (Revi) voor bedrijven die gevaarlijke stoffen op-, overslaan en/of be-/verwerken, gewijzigd in 2009;
  • Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb);
  • De 'circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen' (cRNVGS) voor transportroutes van gevaarlijke stoffen over de weg, water en het spoor, gewijzigd en verlengd in 2008;
  • Het 'Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999' (BRZO).
4.9.2 Situatie plangebied

Bevi-inrichtingen

Er zijn geen inrichtingen binnen het plangebied aanwezig die onder het Bevi vallen. Ook zijn er geen Bevi-inrichtingen buiten het plangebied aanwezig die van invloed zijn op het plangebied.

Buisleiding

In het plangebied is een hoge druk aardgasleiding aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpWNWZhz001-ow02_0008.png"

Figuur 4.2 Uitsnede risicokaart (Bron www.risicokaart.nl)

Het betreft een 6" inch leiding met een werkdruk van 40 bar. Deze leiding kent, overeenkomstig het Bevb, een inventarisatieafstand van 70 meter, aan weerszijden van de leiding. Deze leiding is opgenomen op de planverbeelding. De belemmeringenstrook bedraagt 4 meter aan weerszijden.

De aardgasleiding heeft een plaatsgebonden risico van 10-6. Binnen de contour van 10-6 mogen in principe geen kwetsbare objecten staan. Dit geldt voor situaties die (zijn) ontstaan na het moment waarop de betreffende norm is uitgebracht, te weten 1989 voor inrichtingen en 1996 voor transport. Binnen het plangebied staan er geen kwetsbare objecten en worden geen kwetsbare objecten mogelijk gemaakt.
De Gasunie heeft aangegeven akkoord te kunnen gaan met de aanleg van de fietssnelweg.

De Gasunie heeft op 30 mei 2012 de gemeente Borne per brief laten weten dat er een aantal knelpunten zijn ten aanzien van het plaatsgebonden risico in verband met de aanwezigheid van de leiding. De Gasunie heeft aangegeven dat bestaande bouwwerken binnen de belemmeringenstrook van de gasleiding onder voorwaarden worden gedoogd. Op grond van Bevb artikel 14 heeft de Gasunie aangegeven dat zij tegen toekomstige ruimtelijke plannnen die het oprichten van nieuwe bouwwerken binnen de belemmeringenstrook mogelijk bezwaar zal aantekenen. Dit opdat de situatie er qua beheersmogelijkheden niet verder op achteruit gaat (standstill principe). Het bestemmingsplan maakt slechts beperkt bebouwing, onder strikte voorwaarden ter bescherming van de leiding, mogelijk.

De Gasunie heeft voor de genoemde PR knelpunten per 1 januari 2012 de maatregel "Strikte begeleiding van werkzaamheden", als beschreven in de Handleiding risicoberekeningen Bevb, toegepast. Hiermee wordt het plaatsgebonden risico met een factor 2,5 verlaagd. Op locaties waar de bestaande PR knelpunten met de maatregel 'Strikte begeleiding van werkzaamheden' nog niet geheel zijn opgelost, zal Gasunie er naar streven om uiterlijk 31 december 2013 aanvullende risicoreducerende maatregelen te treffen. Nadat de maatregelen zijn toegepast zullen deze worden verwerkt in het leidingenbestand van Gasunie. Bij nieuwe CAROLA berekeningen wordt dan rekening gehouden met de toegepaste maatregelen. De maatregelen zullen na enige tijd indirect via het Risicoregister zichtbaar worden doordat de 10-6 per jaar contouren van het plaatsgebonden risico bij de voormalige PR knelpunten kleiner zullen worden of zullen verdwijnen.

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten, wordt tevens het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding verantwoord. In dit geval wordt geen van voornoemde gevallen toegelaten. Er worden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegelaten. Verantwoording van het groepsrisico kan derhalve achterwege blijven.

De grootste kans op een beschadiging aan een buisleiding ontstaat door graafwerkzaamheden. In het kader van de aanleg van de fietssnelweg en het riool zullen graafwerkzaamheden worden uitgevoerd. De regels van onderhavig bestemmingsplan geven een nader toetsingskader voor bouwwerken en werkzaamheden nabij de leiding.

Vervoer gevaarlijke stoffen

De spoorlijn Almelo-Enschede, die naast het plangebied is gelegen, wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij ruimtelijke plannen die geheel of deels binnen de 200 meter van de transportbron zijn gelegen dient aandacht gegeven te worden aan de verantwoordingsplicht groepsrisico. Uit de externe veiligheidsvisie van de gemeente Borne blijkt dat de spoorlijn geen plaatsgebonden risicocontour kent, waardoor nadere verantwoording van het plaatsgebonden risico niet noodzakelijk is. Het aspect groepsrisico is wel van belang. Bij ruimtelijke plannen die geheel of deels binnen de 200 meter van de transportbron zijn gelegen dient aandacht gegeven te worden aan de verantwoordingsplicht groepsrisico. Bij de berekening van het groepsrisico is het van belang dat de ontwikkeling niet leidt tot een onevenredige toename van het groepsrisico ter plaatse.

Er vindt in dit geval geen onevenredige toename van het groepsrisico plaats, Er worden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten gerealiseerd. Door de aanleg van de fietssnelweg zullen wel meer mensen (verkeersdeelnemers) ter plaatse aanwezig zijn. In verband met een beperkte verblijfsduur hoeft deze groep niet bij het groepsrisico te worden betrokken. Tenslotte wordt opgemerkt dat de fietssnelweg toegankelijk is voor hulpdiensten. Bij eventuele calamiteiten kunnen slachtoffers worden bereikt met voertuigen van de hulpdiensten.

4.9.3 Conclusie

Ten aanzien van externe veiligheid is het bestemmingsplan uitvoerbaar.