direct naar inhoud van 4.4 Bodem
Plan: Bestemmingsplan Wensink Noord/Wensink Zuid, herziening Fietssnelweg 1e fase
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNWZhz001-ow02

4.4 Bodem

4.4.1 Wettelijk kader

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

4.4.2 Situatie plangebied

Door Envita Almelo B.V. is in december 2012 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het voorkeurstracé (bijlage 3). De locatie is onderzocht conform de strategie voor een 'onverdachte locatie'. Vanwege de ligging van één of meerdere onderzoekspunten in een gebied dat verdacht is op de aanwezigheid van niet gesprongen (conventionele) explosieven is voorafgaand aan de boorwerkzaamheden een vrijgavemeting uitgevoerd waarbij geen verstoringen zijn waargenomen.

Samengevat kan op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek het volgende geconcludeerd worden:

- De zwak puinhoudende bovengrond licht verontreinigd is met PAK. In de bovengrond met sporen puin en zonder bodemvreemde bijmengingen zijn geen verontreinigende stoffen aangetoond;

- de sporen puinhoudende ondergrond licht verontreinigd is met lood. In de ondergrond zonder bodemvreemde bijmengingen zijn geen verontreinigende stoffen aangetoond;

- de in 2010 aangetoonde matig tot sterk verhoogde gehalten aan verontreinigde stoffen in onderhavig onderzoek zijn niet aangetoond in de grond. Er wordt dan ook uitgegaan van mogelijke incidentele verhogingen, maar gezien de huidige spreiding van boringen en analyses wordt het huidige onderzoek als representatief beschouwd.

Er zijn geen stoffen in gehalten boven de tussenwaarde aangetoond. Dit houdt in dat er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding is voor het uitvoeren van nader onderzoek en/of sanerende maatregelen.

De bodemkwaliteit, zoals aangetoond op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek, levert geen belemmeringen op voor de geplande aanleg van de fietssnelweg.

4.4.3 Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat er in het plangebied geen bodemverontreinigingen bekend zijn die een belemmering vormen voor de geplande werkzaamheden. Op het gebied van bodem is het bestemmingsplan uitvoerbaar.