direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Bestemmingsplan Wensink Noord/Wensink Zuid, herziening Fietssnelweg 1e fase
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNWZhz001-ow02

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Ontstaansgeschiedenis

Borne maakt deel uit van de dekzandgebieden, bestaande uit een afwisseling van hoog gelegen stuwwallen en dekzandkoppen en lager gelegen beekdalen van de Bornse beek en de Azelerbeek. De kern Borne ligt op zo'n uitloper van de stuwwal. De oudste vondsten dateren uit de periode tussen 6000 en 2000 voor Chr., de Midden en de Jonge Steentijd. De eerste bewoners van de streek waren jagers/ verzamelaars die in het gebied rondtrokken. Van deze groepen zijn alleen vuurstenen gebruiksvoorwerpen teruggevonden. Rond 400 voor Chr. doet de landbouw zijn intrede. Van de landbouwers zijn naast vuurstenen gebruiksvoorwerpen, ook resten van aardewerk teruggevonden. Ook in de daarop volgende perioden heeft de mens in het gebied gewoond; er is dan ook sprake van een continue bewoning. Ten westen van Borne is een urnenveld bekend, een grafveld uit de Bronstijd en Ijzertijd. Op de Zuid Esch zijn sporen aangetroffen van een Germaanse nederzetting uit de Romeinse tijd (2e/3e eeuw na Chr.) En bij opgravingen op de Stroom Esch zijn resten van een archeologische nederzetting gevonden uit de tijd van Karel de Grote (Karolingische tijd), circa 750-800 na Chr.

In de late middeleeuwen ontstaan er grote en kleine akkerbouwcomplexen, de essen. Doordat de mens de gronden door middel van plaggenbemesting verrijkte, zijn deze gronden in de loop der tijd opgehoogd. De mensen bouwden hun huizen aan de rand van de es. Op een aantal plaatsen is dit nog zichtbaar. In de late middeleeuwen lieten de lokale machthebbers versterkte huizen en kastelen bouwen. In Borne is daarvan nog een aantal bekend, zoals de Hondeborg ten westen van Borne, de havezate Weleveld en het Grotenhuis.

2.2.2 Landschappelijke karakteristiek

Het landschap rondom Borne behoort tot het voor Twente karakteristieke coulissenachtig samengestelde landschap van het oude kleinschalige essen- en oude hoevenlandschap en het jongere ontginningslandschap. Het oorspronkelijke onderscheid in het landschapsbeeld van de verschillende landschapstypen is ten gevolge van de ruilverkaveling, de ontwikkeling van de grootschalige infrastructuur en de uitbreiding van dorps- en bedrijfsgebieden weliswaar grootschaliger geworden, en in zekere zin ook genivelleerd, maar de oorspronkelijke karakteristieke structuur en het coulissenachtige beeld zijn herkenbaar gebleven.

Het essenlandschap kenmerkt zich door de relatief meer aaneengesloten sterk opgehoogde en bol gelegen bouwlanden, de weidegronden in de beekdalen, de bosgebieden en door de aan de rand van een groter complex van bouwlanden gelegen boerenhoeven. De bouwlandcomplexen zijn nauwelijks doorsneden door houtwallen en de wegen tussen de dorpen slingeren zich op de overgang van droog en nat door het landschap. Kenmerkend is het open karakter op de es. De beekdalen daarentegen kennen een groen en kleinschalig karakter door herhaling van kavelbeplanting middels houtwallen, bomen en hagen. De esgronden werden door houtwallen omzoomd. Deze houtwallen dienden als afscheiding voor het vee en als geriefhout.

Het oude hoevenlandschap is het meest kleinschalige landschap en bevindt zich tussen het essenlandschap en het ontginningslandschap. Typerend zijn de steilranden en het reliëf op korte afstand (mede door het ophogen van de individuele akkers, de zogeheten éénmansesjes), de van oorsprong sterk kronkelende weggetjes en beken, de sterke afwisseling van door houtwallen omzoomde akkers en weilanden en de in het landschap verspreid aan de rand van de essen gelegen individuele of soms geclusterde oude boerenhoeven. Plaatselijk komen nog groot uitgegroeide bomen voor.

De weide- en hooilanden lagen doorgaans in de lagere gronden van de beekdalen. Deze beekdalen vormden door hun lengten belangrijke structurerende lijnen in het landschap. Veel van deze beekdalen, waaronder dat van de Bornsebeek, zijn nog duidelijk herkenbaar in het landschap, mede doordat de haaks op de waterloop gelegen kavelgrenzen zijn voorzien van houtwallen en andere vormen van kavelbeplanting.

Het ontginningslandschap is met name gevormd door het in cultuur brengen van de heidegebieden. Dit landschapstype kenmerkt zich door het duidelijk meer open landschapsbeeld van de velden, de meer besloten complexen met bosgebieden, het meer rechte wegenpatroon en de meer grootschalig opgezette boerderijen. De beplantingen bestaan vaak uit wegbeplantingen en bospercelen. Het ontginningslandschap heeft een overwegend agrarisch karakter en is grootschaliger dan het oude hoevenlandschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpWNWZhz001-ow02_0002.png"

Figuur 2.1 Topografische kaart 1955-1965

2.2.3 Bebouwingsstructuren en -typologieën

Het plangebied betreft een strook grond langs de spoorlijn Almelo-Enschede. Aan de kant van de spoorlijn zijn voor een gedeelte geluidschermen ten behoeve van de spoorlijn gelegen. Het plangebied zelf bestaat in hoofdzaak uit groenstroken met bomen en heesters. Ook is er een klein complex volkstuinen gevestigd. Een gedeelte van het plangebied grenst direct aan tuinen van woningen.

2.2.4 Wegenstructuur

De fietssnelweg betreft een nieuw element in het fietsnetwerk van Borne en de regio en sluit aan op de bestaande wegenstructuur. Meerdere wegen binnen Borne zijn belangrijke schakels binnen het fietsnetwerk, zoals de Amerikalaan en de Oude Hengeloseweg. Door aanleg van de fietssnelweg worden fietsafstanden gereduceerd en veranderen de fietsstromen. Fietsstromen zullen zich verplaatsen van de woonstraten naar de fietssnelweg.

2.2.5 Groen en ecologie

Langs de spoorlijn Almelo-Enschede is een groenstructuur aanwezig. Deze groenstructuur in het plangebied zal voor een deel verwijderd worden. Dit in verband met de aanleg van het fietspad en de gewenste sociale veiligheid. Daar waar mogelijk blijven solitaire bomen behouden. Heesters worden wel verwijderd. De groenstructuur die wordt verwijderd zal worden gecompenseerd middels nieuwe aanplant. Daarnaast is een klein complex volkstuinen aanwezig.

2.2.6 Waterstructuur en -systeem

In het plangebied zijn een greppel en zaksloot aanwezig. Deze zullen verdwijnen of worden verlegd bij aanleg van de fietssnelweg. Borne wil wateroverlast bij extreme waterval beperken. Hiervoor wil de gemeente afdoende en doelmatige maatregelen treffen. Berekend is dat om wateroverlast te beperken -op een duurzame manier- 15 hectare verhard oppervlak van het gemengde rioleringssysteem afgekoppeld te worden. Aangeraden is om af te koppelen in de omgeving van de Planetenbuurt. Het Wensink Zuid is een laag gelegen gebied, met hoge grondwaterstanden. Door de hoge grondwaterstanden en het niet aanwezig zijn van oppervlaktewater is afkoppeling in bestaand stedelijk gebied vaak niet uitvoerbaar. Er ligt een voorstel om het water via een blauwe ader naar de rand van het stedelijk gebied te brengen. Een mogelijkheid die zich daarbij voor doet is het aanleggen van een hemelwaterafvoer langs het spoor in combinatie met de aanleg van de fietssnelweg. Daarmee komt er een voorziening te liggen die past binnen doelstellingen van duurzaam waterbeheer.

2.2.7 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie

In het plangebied komen verschillende archeologische verwachtingswaarden voor. In het grootste deel van het plangebied komen dekzandwelvingen en -vlakten voor. Hiervoor geldt een relatief lage kans op archeologische resten, vanwege de vaak vochtige omstandigheden. In de hogere delen van het gebied en de zones nabij de dekzandruggen, is de kans op archeologische resten iets hoger. Hier kunnen bijvoorbeeld jachtkampen uit de Steentijd voorkomen. Direct ten noorden van de Jupiterstraat en ten zuiden van de Van Galenstraat komen dekzandruggen met een plaggendek voor. Deze dekzandruggen zijn vanaf de Steentijd gunstige vestigingslocaties geweest, waardoor archeologische resten vanaf het laat Paleolithicum kunnen voorkomen die varieren van kleine kampementen, nederzettingen, begraafplaatsen tot agrarische sporen. Tussen de Woolderweg en Jupiterstraat ligt een beekdal, waar de kans op het aantreffen van archeologische resten laag is.

Cultuurhistorie

In het plangebied zijn geen gemeentelijke monumenten of rijksmonumenten aanwezig.