direct naar inhoud van 5.4 Bodem
Plan: Woongebied Borne Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWBM2012-vg01

5.4 Bodem

5.4.1 Wettelijk kader

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

5.4.2 Bodemkwaliteitskaart

In mei 2011 is de bodemkwaliteitskaart voor de gemeente Borne vastgesteld. Hiermee is een actueel en dekkend beeld verkregen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Borne. Het plangebied van dit bestemmingsplan valt in het gebied dat aangeduid wordt als "Borne Centrum". De bodemkwaliteitsklasse voor voor zowel de bovengrond (0,0-0,5 m-mv) als de ondergrond (0,5-2,0 m-mv) "wonen met tuin".

5.4.3 Situatie plangebied

In het plangebied is een aantal bedrijven aanwezig die de milieuhygiënische bodemkwaliteit kunnen beïnvloeden.

Op het perceel Grotestraat 58/66 (Velthof Veevoeders) is bij verkennend bodemonderzoek in 1995 en 2001 geconstateerd dat er sprake is van een licht verhoogd gehalte aan PAK en minerale olie in de bovengrond voorkomt. In het grondwater zijn zink en lichte verontreinigingen met chroom aangetroffen. Dit vormde echter geen belemmering voorhet verlenen van de bouwvergunning.

Voor het bedrijf aan de Grotestraat 68 (Nieuwkamp Natuursteen) is geen bodemonderzoek bekend.

Op het perceel Grotestraat 12, bij Autobedrijf Diepenmaat, zijn in het verleden verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken is gebleken dat het grondwater op verschillende plaatsen op het perceel verontreinigd was. Het grondwater was onder andere verontreinigd met minerale olieën, xyleen, zink en nikkel en een benzineverontreiniging. In 2006 is nader onderzoek gedaan ter plaatse van de HBO-tank op het terrein en nabij de werkplaats. Daaruit kon geconcludeerd worden dat er sprake is van een niet ernstige grond- en grondwaterverontreiniging, deze is afgeperkt. Vervolgens is er in 2006 een grondsanering uitgevoerd en vervolgens is het grondwater gesaneerd. Gebleken is dat er geen verhoogde concentraties in het grondwater meer werden aangetroffen. De sanering is voldoende uitgevoerd.

Voor het perceel Watertorenstraat 26-28, Vitens, is geen bodemonderzoek bekend.

5.4.4 Ontwikkellocaties
5.4.4.1 Oude Hengeloseweg 87b

Voor de ontwikkeling aan de Oude Hengeloseweg 87b is verkennend bodemonderzoek verricht. Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de bovengrond licht verontreinigd is met lood, PAK en PCB. In de ondergrond zijn geen lichtverontreinigde stoffen aangetoond. Het grondwater is lichtverontreinigd met barium. Ter plaats van het voormalige gasdrukregelstation zijn geen stoffen aangetoond die duiden op een verontreiniging als gevolg van die activiteiten. Er zijn geen stoffen in gehalten en/ of concentraties boven de tussenwaarde aangetoond. Dit houdt in dat er conform de Wet bodembescherming geen aanleiding is voor het uitvoeren van nader onderzoek en/ of sanerende maatregelen. De bodemkwaliteit van het perceel levert geen belemmeringen op voor het oprichten van een woning.

5.4.4.2 Morseltdijk 2b

Voor de ontwikkeling aan de Morseltdijk 2b is eveneens een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Op basis van de chemische analyses kan worden geconcludeerd dat de bovengrond (zeer) licht verontreinigd is met zware metalen en PAK. De ondergrond is niet verontreinigd. Uit één boring blijkt dat de bodem (zeer) licht is verontreinigd met zware metalen en PAK en het grondwater is licht verontreinigd met barium. De locatie is niet asbestverdacht. Er zijn op basis van de resultaten uit het verkennend bodemonderzoek geen bezwaren tegen de voorgenomen woningbouwplannen.

5.4.4.3 Casimirlocatie

Door Tebodin Consultants & Engineers is op 7 maart 2008 verkennend bodemonderzoek ten behoeve van de Casimirlocatie uitgevoerd. Het rapport "Verkennend bodemonderzoek van Heemskerkstraat 75 (Casimirschool)", met rapportnummer 345001 is opgenomen in bijlage 4.

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat er in de bovengrond lichte bijmengingen aan puin en kolenresten waargenomen zijn. Op de locatie is geen asbestverdacht materiaal in of op de bodem aangetroffen. De bovengrond is verontreinigd met PAK boven de streefwaarde. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aan onderzochte stoffen aangetoond. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte met chroom aangetoond. dergelijke gehalten worden vaker in de regio aangetroffen en worden derhavle niet als verontreiniging gezien.

Geconcludeerd kan worden dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de ontwikkeling.

5.4.5 Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat er in het plangebied geen bodemverontreinigingen bekend zijn die een belemmering vormen voor de actualisatie van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. Voor de ontwikkellocaties geldt dat er voor alle ontwikkelingen op basis van de verkennende bodemonderzoeken geen bezwaren zijn tegen de woningbouwplannen. Verder bodemonderzoek kan achterwege blijven. Op het gebied van bodem is het bestemmingsplan uitvoerbaar.