direct naar inhoud van 6.3 Beschermd dorpsgezicht en beschermingswaardige gebouwen
Plan: Bestemmingsplan Oud Borne 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpOB2012-ow01

6.3 Beschermd dorpsgezicht en beschermingswaardige gebouwen

6.3.1 Beschermd dorpsgezicht

Het doel van de aanwijzing tot 'Beschermd Dorpsgezicht' van Oud Borne is "de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. De aanwijzing beoogt op die wijze een basis te geven voor een ruimtelijke ontwikkeling, die inspeelt op de aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maakt en daarop voortbouwt".

Het onderhavige bestemmingsplan is gericht op:

  • het beschermen van de aanwezige kwaliteiten;
  • het aangeven van randvoorwaarden bij veranderingen;
  • het scheppen van voorwaarden voor verwijdering van nu nog aanwezige verstorende elementen en voor het creëren van nieuwe het beschermde dorpsgezicht ondersteunende gebouwen, voorzieningen en functies.

De plangrens van het onderhavige bestemmingsplan is gelijk aan de grens van het beschermd dorpsgezicht.

6.3.2 Beschermingswaardig gebouw

Uitgangspunt van de bestemmingsplanmethodiek is het begrip 'beschermingswaardig gebouw'. Hieronder vallen de rijksmonumenten, de beeldbepalende en de beeldondersteunende panden, die binnen het 'beschermd dorpsgezicht' zijn gelegen. Voor deze gebouwen is een stringente regeling opgenomen. Zo mag slechts marginaal afgeweken worden (alleen via de algemene afwijkingsbevoegdheid) van de vastgelegde goot- en bouwhoogten, kapvormen en kaprichtingen, terwijl ook altijd gebouwd dient te worden in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrenzen. Dit in tegenstelling tot de overige gebouwen. Voor deze gebouwen is een ruimere (afwijkings)regeling opgenomen, die betrekking heeft op:

  • goot- en bouwhoogten;
  • bouwgrenzen;
  • de wijze van afdekking van gebouwen.

Wel dient binnen het beschermd dorpsgezicht natuurlijk altijd bij verbouw of nieuwbouw het bestaande beeld verbeterd te worden.

Volgens de huidige jurisprudentie is het alleen toegestaan regels met betrekking tot materiaalgebruik en kleurstelling op te nemen, indien de gebouwen gelegen zijn binnen een 'beschermd dorpsgezicht'. Bij KB 17 oktober 1988, nr. 32 Leeuwarden, BR, 1989 werd bijvoorbeeld ingestemd met een vrijstellingsbepaling voor het gebruik van metaal en kunststof. Het betrof ook hier een beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet. Volgens de Kroon "biedt het zonder enige restrictie toelaten van metaal en kunststof de mogelijkheid, dat de te beschermen karakteristiek van de gevels wordt aangetast. Het door de gemeente geformuleerde vrijstellingsbeleid heeft uitsluitend ten doel om de visuele effecten van eigentijds materiaal te beheersen, zodat deze regeling niet als een onnodige vrijheidsbeperking kan worden aangemerkt".

Voor alle gebouwen binnen het 'beschermd dorpsgezicht' geldt het bepaalde in artikel 2.1 lid 1 sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op grond van dit artikel is het binnen een 'beschermd dorpsgezicht' niet toegestaan bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag. Voor deze bouwwerken behoeft dus geen aparte sloopregeling in het bestemmingsplan te worden opgenomen.

Tenslotte dient voor het hele plangebied een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen te worden met betrekking tot beschermingswaardige groenelementen. De omgevingsvergunning ten behoeve van het slopen krachtens artikel 2.1 lid 1 sub h Wabo geldt namelijk niet voor werkzaamheden als het rooien en planten van bomen.

Op grond van het bovenstaande zijn in de regels dan ook enkele bepalingen opgenomen over:

  • kleurstelling en materiaalgebruik voor het gebied, gelegen binnen het beschermd dorpsgezicht;
  • het rooien of vellen van groenelementen voor het gehele plangebied.

Om tot een leesbaar en gemakkelijk hanteerbaar plan te komen is het noodzakelijk, dat in één oogopslag duidelijk is:

  • om welk type gebouw het gaat: wel of niet beschermingswaardig;
  • waar beschermingswaardige (groen)elementen zijn gelegen;
  • welke voorschriften van toepassing zijn (welke bestemming geldt).

De verbeelding geeft deze zaken duidelijk weer: op de verbeelding is zowel het karakter van de bebouwing (beschermingswaardig versus niet-beschermingswaardig), de beschermingswaardige (groen)elementen en de diverse bestemmingen duidelijk aangegeven. Daarnaast zijn op de verbeelding opgenomen:

  • de bouwvlakken;
  • de maximale goothoogte van (delen van) panden, voorzover zij niet-beschermingswaardig zijn.

Naast de verbeelding maakt ook het 'Inventarisatierapport' deel uit van de regels. In dit rapport staan van alle beschermingswaardige panden genoteerd:

  • de kaprichtingen;
  • de precieze goot- en bouwhoogten;
  • de indeling van de naar de openbare weg gelegen gevels (via foto's);
  • soort, vorm en kleur van de materialen, die worden gebruikt voor zowel de muren als de daken (via foto's).

Binnen elke bestemming is het van belang of het betreffende bouwwerk beschermingswaardig dan wel niet-beschermingswaardig is. In de regels is in de meeste gevallen een tweedeling gemaakt tussen beschermingswaardige en niet-beschermingswaardige hoofd- en bijgebouwen. Voor de eerste type bebouwing geldt een stringente regeling:

  • de voorgevels en zijgevels, indien deze naar de weg zijn gekeerd, dienen in de voor- en/of zijgevelrooilijn te worden opgericht;
  • de goot- en bouwhoogte van gebouwen dient de in het Inventarisatierapport aangegeven hoogte te bedragen;
  • de kapvormen en kaprichtingen dienen te zijn gevormd en te zijn georiënteerd, zoals in het Inventarisatierapport is aangegeven;
  • Van bovenstaande bepalingen kan alleen via de algemene afwijkingsbevoegdheid worden afgeweken.

Voor alle niet-beschermingswaardige panden is een minder stringente regeling opgenomen:

  • er is alleen bepaald, dat binnen het bouwvlak moet worden gebouwd; de verplichting om in de bouwgrens te bouwen is niet vastgelegd;
  • op de verbeelding zijn alleen maximale goothoogten opgenomen; er is gekozen voor twee maten: 3,5 dan wel 5,5 meter; alleen wanneer gebouwen hoger zijn dan 6 meter (5,5 meter + 0,55 meter) (10%- afwijkingsregeling is uitgegaan van de feitelijke goothoogte);
  • de hoofdgebouwen moeten zijn voorzien van een kap met een helling van ten minste 45°, met dien verstande, dat de op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp-plan bestaande afdekkingen, die hiervan afwijken, zijn toegestaan.

Daarnaast is voor de niet-beschermingswaardige panden de afwijkingsbevoegdheid opgenomen, dat ook buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, onder de voorwaarden, dat:

  • de ruimtelijke karakteristiek en de stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied, wordt versterkt; dit betekent in ieder geval, dat de nieuwe bebouwing qua maat en schaal dient te passen in het stedenbouwkundig beeld van het plangebied;
  • geen afbreuk wordt gedaan aan de samenhang van het gevelbeeld langs de betreffende straatwand;
  • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en zich daarop bevindende bouwwerken.

Na eventuele sloop kan het gewenst zijn ter versterking van het stedenbouwkundige beeld c.q. de ruimtelijke karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht de nieuwbouw buiten het bouwvlak plaats te laten vinden. Eén van die karakteristieken is immers de schijnbaar willekeurig ligging van panden in gebogen straatwanden met wisselende straatbreedtes. Waar in de huidige situatie sprake is van een strakke voorgevelrooilijn zou na eventuele sloop weer een aantrekkelijke wisselende, schijnbaar willekeurige, voorgevelrooilijn gecreëerd kunnen worden.

6.3.3 Openheid Noordelijke entree Oud Borne

Ter bescherming van het beschermd dorpsgezicht alsmede naar aanleiding van de door gemeenteraad op 7 februari 2012 vastgestelde 'Integrale stedenbouwkundige visie Oud Borne' is het tevens van belang in onderhavig bestemmingsplan te waarborgen dat een bepaalde zone aan de zogenaamde Noordelijke entree Oud Borne voor zover mogelijk open blijft. Voor deze zone is op de verbeelding de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vergunningsvrij' opgenomen. In de regels is vervolgens vastgelegd dat ter plaatse van deze aanduiding uitsluitend vergunningsvrije bouwwerken zijn toegestaan.