direct naar inhoud van Artikel 6 Sport
Plan: Letterveld Noord, Herziening, Sportpark 't Wooldrik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpLNhz001-vg01

Artikel 6 Sport

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport, sportactiviteiten, sportvelden en sportverenigingen;
  • b. dagrecreatieve voorzieningen;
  • c. evenementen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport-bergbezinkbassin', uitsluitend voor een bergbezinkbassin;

met de daarbij behorende:

  • e. ondergeschikte horeca;
  • f. voorzieningen van algemeen nut;
  • g. afvalcontainers;
  • h. verhardingen, wegen, langzaamverkeersroutes en parkeervoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder een bergbezinkbassin, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9.1.2 sub d;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. overige bij de bestemming behorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de aanduidingen en de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met uitzondering van het bepaalde in sub d en sub f;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een maximum bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bouwhoogte' mag de hoogte van het hoofdgebouwniet meer bedragen dan aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub a mogen gebouwen ten dienste van de bestemming ook buiten de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat het oppervlak maximaal 1% van de gronden behorende bij een sportvereniging mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van de in sub d bedoelde gebouwen bedraagt maximaal 6 meter;
  • f. in afwijking van het bepaalde in sub a en in aanvulling op het bepaalde in sub d geldt dat buiten de bouwvlakken gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 15 m².

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. per bouwperceel zijn maximaal 2 vrijstaande reclameobjecten toegestaan met een maximale hoogte van 2,5 meter, een maximale breedte van 2 meter en een maximale oppervlakte van 1 m² per reclameobject. Er is maximaal 1 reclameobject toegestaan aan de voorgevel van het hoofdgebouw met een maximale oppervlakte van 5% van de geveloppervlakte met een maximum van 4 m². Deze bepaling is niet van toepassing op reclameuitingen die gericht zijn op het complex, waar in ieder geval reclameborden langs sportvelden mee worden bedoeld;
  • c. de hoogte van sporttoestellen, speeltoestellen en kunstwerken mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. de hoogte van een afvalcontainer, mag maximaal 2 meter bedragen en de oppervlakte maximaal 4 m² (bij bovengronds plaatsen);
  • e. de hoogte van ballenvangers, vlaggenmasten en reclamemasten mag maximaal 10 meter bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale hoogte lichtmasten' mag de hoogte van de lichtmasten niet meer bedragen dan aangegeven.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en/of beplanting:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter bescherming en ontwikkeling van de landschapswaarden.

6.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing verlenen voor het oprichten van een antenne-installatie, mits:

  • a. de oppervlakte van de bij de antenne-installatie behorende bebouwing niet meer gaat bedragen dan 50 m2, dan wel zoveel meer als noodzakelijk is voor de plaatsing van een antenne-installatie met bijbehorende apparatuur en installaties;
  • b. de antenne-installatie wordt geplaatst binnen een bouwvlak dan wel in de directe nabijheid van een bestaand groter infrastructureel element, zoals een rijks- of provinciale weg dan wel een spoorlijn;
  • c. de plaatsing van de antenne-installatie op de betreffende locatie noodzakelijk is voor een vlakdekkend (inter)nationaal netwerk voor mobiele-telecommunicatie, in verband waarmee in elk geval dient te worden aangetoond dat gebruik van een andere antennemast elders (site-sharing) niet tot de mogelijkheden behoort;
  • d. de hoogte van de antenne-installatie niet meer gaat bedragen dan 20 meter, dan wel zoveel meer aantoonbaar noodzakelijk is voor het onder c genoemde vlakdekkend (inter)nationaal netwerk, met een maximum tot 40 meter;
  • e. de in het plan aan de omliggende gronden toegekende functies en waarden alsmede de belangen van de gebruikers daarvan niet onevenredig worden geschaad.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: