direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Letterveld Noord, Herziening, Sportpark 't Wooldrik
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpLNhz001-ow03

3.2 Provinciaal beleid

In de inleiding van de omgevingsvisie Overijssel van juli 2009 staat de hoofdlijn van de provinciale visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving in de provincie. Dit beleid is primair in dienst van de sociaaleconomische ontwikkelingen van Overijssel. Om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen het aan het provinciale beleid, gebruikt de provincie een uitvoeringsmodel. Met dit uitvoeringsmodel kunnen gemeenten op overzichtelijke wijze zorgen dat hun structuurvisies en andere ruimtelijke plannen adequaat rekening houden met het provinciaal belang. De drie vragen in dit model zijn OF, HOE en WAAR; in de navolgende alinea's worden deze toegelicht.

Binnen de OF-vraag is het de vraag of de gebiedsontwikkeling voldoet aan de SER-ladder.

Voor gebiedsontwikkelingen op het gebied van woningbouw, bedrijfslocaties en (toeristische en recreatieve) voorzieningen moet eerst de zogenaamde SER-ladder doorlopen worden. De SER-ladder is ontwikkeld voor gebiedsontwikkeling in de Stedelijke omgeving. In de Groene omgeving spreekt de provincie over het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. De denklijn is hetzelfde, maar bij de kleinschaligheid van ontwikkelingen in de Groene omgeving kan de SER-ladder, zoals deze bedoeld is, eigenlijk niet toepassen. De principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik zijn naar analogie als volgt samen te vatten:

  • (Her)benutting van bestaande bebouwing
  • Combinatie van functies conform gebiedskenmerken
  • Uitbreiding in aansluiting op bestaande bebouwing, rekening houden met ontsluiting, conform gebiedskenmerken.

Binnen de HOE-vraag spelen gebiedskenmerken een rol. Om het spectrum aan verschillende gebiedskenmerken inzichtelijk te maken, heeft de provincie ze gegroepeerd in vier 'lagen', elk met een eigen logica. Zo is er de natuurlijke laag, de laag van het agrarisch cultuurlandschap, een stedelijke laag en een 'lust- en leisure'laag. Binnen de natuurlijke laag bevindt het plangebied zich op een dekzandkvlakte, binnen de laag van het agrarisch cultuurlandschap bevindt het plangebied zich in het jong heide- en broekontginningslandschap. De stedelijke laag is voor het plangebied niet van toepassing, met de aantekening dat het gebied grenst aan een woonwijk. Binnen de 'Lust en leisure'laag ligt het plangebied in een stadsrandgebied. De opgaven voor stadsrandgebieden zijn heel divers in schaalgrootte en soort. Naast recreatiemogelijkheden, reguliere - en infrastructurele uitbreidingen kan gedacht worden aan verknoping en uitbreiding van verschillende routenetwerken, nieuwe sociaal-culturele concepten en bijzondere economische activiteiten zoals stadslandbouw of zorglandgoederen.

Binnen de WAAR-vraag speelt het ontwikkelingsperspectief een rol. Hiermee schept de provincie de ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven om de beleidsambities en de kwaliteitsambities te realiseren. De ontwikkelingsperspectieven zijn ingedeeld in de Groene en de Stedelijke omgeving. Bij deze ontwikkelingperspectieven is het plangebied ingedeeld in de Groene omgeving. De Groene omgeving is weer ingedeeld in drie verschillende perspectieven namelijk 'Realisatie groene en blauwe hoofdstructuur', 'Buitengebied, accent productie' en 'Buitengebied, accent veelzijdige gebruiksruimte.' Het plangebied bevindt zich in 'Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte'. In dit ontwikkelingsperspectief is sprake van verweving van functies: aan de ene kant melkveehouderij en akkerbouw als belangrijke vorm van landgebruik, aan de andere kant gebruik voor landschap, natuur, milieubescherming, cultuurhistorie, recreatie, wonen en andere bedrijvigheid.

Doorwerking in dit bestemmingsplan

De herstructurering van het sportpark 't Wooldrik past binnen het principe zuinig en zorgvuldig ruimte gebruik, omdat het aansluit op de bestaande bebouwing. Het past binnen de gebiedskenmerken omdat er wordt voorzien in een vorm van recreatie, die past binnen de opgaven zoals gesteld voor stadrandgebieden. Daarnaast past het binnen het ontwikkelingsperspectief 'Buitengebied, accent veelzijdige gebruiksruimte' omdat er wordt voorzien in een vorm van recreatie.