direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpCT2011-vg01

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1': tevens een fietsenstalling;
  • c. wandel- en fietspaden;
  • d. speeltoestellen, straatmeubilair en kunstwerken;
  • e. waterpartijen en watergangen;
  • f. perceelsontsluitingswegen, inritten en uitwegen;
  • g. voorzieningen van algemeen nut;
  • h. afvalcontainers;
  • i. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • j. transport, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater.

8.2 Bouwregels

Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1' is ten hoogste één fietsenstalling toegestaan;
  • b. de hoogte van fietsenstallingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de hoogte van speeltoestellen en kunstwerken mag maximaal 5 m bedragen;
  • d. de hoogte van een afvalcontainer mag maximaal 2 m bedragen en de oppervlakte maximaal 4 m² (bij bovengronds plaatsen).
  • e. de hoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en de rampenbestrijding.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1 voor de realisatie van parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. de noodzaak hiervoor is aangetoond;
  • b. de verkeersveiligheid niet in het geding is;
  • c. de bestaande groenstructuur niet onevenredig wordt aangetast.