direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpCT2011-vg01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, met dien verstande dat een functiewijziging naar een geluidsgevoelige functie niet toegestaan is;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'religie', uitsluitend religieuze voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens een dienstwoning;

met de daarbij behorende:

  • d. ondergeschikte horeca;
  • e. groenvoorzieningen en tuinen;
  • f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. wandel- en fietspaden;
  • j. verhardingen;
  • k. speelvoorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 meter en ten hoogste 2 meter achter de voorgevel met dien verstande dat:
    • 1. de maximale hoogte van tuinmeubilair voor de voorgevelrooilijn 2 meter bedraagt;
    • 2. de maximale hoogte van tuinmeubilair achter de voorgevelrooilijn 3 meter bedraagt.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en de rampenbestrijding.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.

10.5 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in Bestemmingsomschrijving sub a voor een functiewijziging naar een geluidgevoelige functies, met dien verstande dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.